Een samenvatting voor het vak Biologische Psychologie van het boek Biological Psychology. De samenvatting is gebaseerd op de leerdoelen van het boek en is geschreven in het Engels. De aantekeningen van de les zijn in het Nederlands en bevatten plaatjes en afbeeldingen. Zelf heb ik een 9 gehaald voo...
Stof: hoofdstuk 1 t/m 6
Hoorcolleges en toetsen in het Nederlands. Boek in het Engels.
Inhoud: introductie biologische psychologie
1. Het brein: overview
2. Grote en kleine hersenen
3. Neuronen
4. Synapsen en neurotransmitters
5. Genen en DNA
Brein: een overview
Het brein is een gigantisch netwerk. Het heeft 2 hemisferen, miljarden neuronen, 20%
zuurstofverbruik, weegt 1,5 kilo en 20% bloedtoevoer. Het is een mythe dat de meeste mensen
slechts 10% van hun hersenen gebruiken. Bijna dood ervaring: bij tekort aan impulsen van de ogen
gaan de hersenen bottom-up denken.
De grote hersenen: cerebrum
Grote hersenen zijn als laatste ontwikkeld. Cerebellum regelt de automatische processen; ademen,
temperatuur.
,Neuronen
De neuron krijgt informatie via de dendrieten en gaat via de axon naar de synapsen, daar moet een
drempel bereikt worden. Via de axon gaat het naar de synaps en de synaps geeft het signaal door
aan de volgende neuron, of geeft een neurotransmitter af. Als myeline dunner wordt of er helemaal
niet meer is dat de neuron helemaal verdwijnt, van belang bij parkinson.
Synapsspleet: gebied tussen de presynaptische neuron (synaps van neuron 1) en de postsynaptische
neuron (dendriet van neuron 2). Vesikel is een blaasje met daarin de neurotransmitters die worden
afgegeven. Er gaat een stroompje door de axon die de vesikel aanstuurt om naar het oppervlak te
gaan en de neurotransmitters af te geven.
Genen en DNA
Mens heeft ca. 25.000 genen.
Een gen heeft 4 stoffen die zorgen voor alle eigenschappen. Er kunnen allerlei variaties zijn van die 4
stofjes.
In de celkrenen van deze cellen bevinden zich chromosomen 23 paar. Chromosomen bevatten eht
erfelijke materiaal van je beide ouders: DNA. Chromosomen zijn lange strengen DNA.
Homozygoot: 2 indentieke kopiën van een gen in een chromosoompaar, 2 gelijke allelen.
Heterozygoot: 2 verschillende kopieën van een gen in een chromosoompaar 2 verschillende allelen.
Dominant allel: de genvariant die tot uiting komt.
Recessief allel: de genvariant die niet tot uiting komt bij aanwezigheid van dominant allel.
,Twee allelen maakt één gen. Ook innerlijke eigenschappen worden via genen doorgegeven, zoals
introversie en neuroticisme etc. Meerdere genen zorgen ervoor dat je (bijvoorbeeld) extravert bent.
Epigenetica: gaat ervan uit dat de omgeving invloed uitoefenen waardoor genen aan en uit worden
gezet. Omgeving kan bepaalde mentale eigenschappen/processen in gang zetten of remmen.
Als je morfine gebruikt om lichamelijke pijn te bestrijden, heeft het medicijn géén verslavende
werking.
Week 3.1
Stof: H Introductie Kalat en 1 t/m 6. 40 meerkeuzevragen in het Nederlands. In week 4 en 7 een extra
hoorcolleges met vragen om te oefenen met de stof.
Onbetwijfelbare kennis is niet op te maken uit tradities en gewoontes. Pas als we aan alles twijfelen
stuiten we op iets dat onbetwijfelbaar is. Kritisch nadenken. Brein/verstand is bron van kennis.
Lichaam is machine. Zonder gedachtes en wil. Het denken is vrij en bewust is van zichzelf = dualisme.
Emergentie: geheel is meer dan de som der delen. Pas als je samen voegt is er het concept van
bewustzijn. Het is niet te vinden in één stukje van onze hersenen.
Biologische psychologie is een wetenschappelijke studie van de biologische basis van psyche en
gedrag.
Vraagstukken in de biospy:
-Verklaringen vinden voor gedrag
-Bewustzijn als concept onderzoeken
-Genetische invloed vs. Omgevingsinvloed
4 biologische verklaringsmodellen voor gedrag:
-Fysiologische verklaring: focus op gedrag gerelateerd aan lichamelijke processen
-Ontogenetische verklaring: focus op beschrijving hoe het gedrag zich kon ontwikkelen (bijvoorbeeld
door genen, mutaties, voeding en ervaring)
-Evolutionaire verklaring: focus op gedrag als gevolg van de evolutie van een soort (bijvoorbeeld een
zelfde manier van praten, vervanging van paard en wagen door de auto)
-Functionele verklaring: focus op doel van het gedrag, waarom is het zo ontwikkeld?
Enkele feiten over evolutie:
-Genen muteren random
-Fittest = best aangepast aan de omgeving
-Reproductie van genen is van belang
-Er is geen ‘doelgerichte selecte’
‘Kaas en de evolutietheorie’
Dierenonderzoek: waarom zouden we?
-Een diermodel is eenvoudiger om op te testen
-Minimalisten (in enige maten te verdedigen, kan gerechtvaardigd wordt als de voordelen opweegt
tegen de nadelen) en abolitionist (in geen enkele mogelijkheid is het verdedigbaar).
Voorkennis:
Waarneming vindt plaats in de hersenen.
We gebruiken 100% van onze hersenen. Daar zit onderscheid tussen bewust (10 tot20) en onbewust
(80 tot 90).
, Week 3.2
Neuronen (hoofdstuk 1)
Mind-body issue
-Werken lichaam en bewustzijn samen of staan ze los van elkaar? Bijvoorbeeld: we ‘zijn’ ons lichaam,
hersenen zijn de ziel van het lichaam, of we denken dat we een lichaam hebben door ons bewustzijn.
De 3 R’s/3 V’s van dierenonderzoek
-Replacement (vervaning)
-Reduction (vermindering)
-Refinement (verfijning)
-Bijvoorbeeld: computermodellen gebruiken, ‘slim’ onderzoek doen en pijnbestrijding geven.
Centraal Zenuwstelsel (CZS)
Hersenen en ruggenmerg
1. Neuronen (zenuwcel): informatie –of prikkeloverdracht
2. Glia cellen: diverse ondersteunende functies
Neuronen
-Dendrieten zorgen voor input (ontvangen informatie)
-Axon verzorgt output (geeft informatie door aan andere neuronen)
-Soma is het cellichaam
-Putten energie uit glucose
Soorten neuronen
-Motorische neuronen, efferent: van CZS naar spieren en klieren
-Interneuronen: in en output vanuit andere neuronen
-Sensorische neuronen, afferent: van zintuigen naar CZS
Richting informatie/prikkel
-Efferent: van hersenen- en beenmergstructuur weg
-Interneuron: binnen een structuur (schakelcel)
-Afferent: naar hersenen- en beenmergstructuur toe
Vorm neuron door functie
-Neuronen in de kleine hersenen integreren informatie uit andere neuronen: veel dendrieten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper catohulscher. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.