Onderneming en aansprakelijkheid week 3
Kennisclip 1: Introductie onderwerp les 3
Er zijn 4 situaties waarin een bestuurder aansprakelijk gesteld kan worden:
o 1. Aansprakelijkheid op grond van art 2:9 BW (aansprakelijkheid jegens de
rechtspersoon)
o 2. Aansprakelijkheid op grond van 2:138 of 2:248 BW (aansprakelijkheid jegens de
boedel)
o 3. Aansprakelijkheid op grond van art 6:162 BW (onrechtmatige daad). De
bestuurder kan dan aansprakelijk zijn jegens een individuele schuldeiser
o 4. Aansprakelijkheid op grond van art 6:162 BW. Hierbij gaat het niet om
aansprakelijkheid jegens schuldeisers maar jegens aandeelhouders.
Kennisclip 2: Bestuurdersaansprakelijkheid algemeen
Bestuurdersaansprakelijkheid – belang
De bestuurder is een wettelijke term. De bestuurder staat ingeschreven in het
handelsregister bij de KvK en deze is in feite eindverantwoordelijke voor wat er gebeurd in
de rechtspersoon.
o Ook voor degene die feitelijk leiding geeft, die feitelijk bestuurt, kunnen de regels uit
2 BW van belang zijn. Niet voor alle, maar wel een aantal aansprakelijkheidsregels.
De redenen om te kiezen voor een BV of een NV kunnen divers zijn:
o Fiscale redenen
o Scheiding van vermogen. Je doel is dan dat je je zakelijke schuldeisers loskoppelt van
je privé schuldeisers.
Als er iets mis gaat met de vennootschap wordt de beschuldigende vinger
vaak naar de bestuurder gewezen.
Uitgangspunt is rechtspersoon heeft rechtspersoonlijkheid, is rechtssubject en er is een
vermogen wat van die rechtssubject is. In beginsel zijn de bestuurders dus niet aansprakelijk,
maar er zijn gevallen waarin zij dit wel zijn.
Interne aansprakelijkheid
o Jegens de rechtspersoon (zoals NV/BV)
o Jegens de boedel
Dit heeft te maken met faillissementsrecht. De curator kan in dat geval op
grond van art 2:248/138 BW de bestuurder aansprakelijk stellen omdat hij
zijn taak niet op een goede wijze heeft vervuld als bestuurder zijnde. Er
gelden een aantal bewijsvermoedens die de curator helpen om de
bestuurder aansprakelijk te stellen. De curator wil een zo vol mogelijke
boedel om schuldeisers af te kunnen betalen. Daarom is er over deze vorm
(art 2:248/2:138) een beetje discussie. Met de juiste redenatie kun je het
scharen onder interne en externe aansprakelijkheid.
o “De relatie die de bestuurder heeft met de rechtspersoon, en de verplichtingen die
de bestuurder uit hoofde van die functie heeft richting de vennootschap op basis
daarvan wordt hij aangesproken.” Dus bij interne aansprakelijkheid spreekt de
rechtspersoon zelf de bestuurder aan omdat de rechtspersoon schade heeft geleden
als gevolg van iets wat de bestuurder niet goed heeft gedaan.
13
, o “Dit is art 2:9 BW, daar gaat het over die interne aansprakelijkheid jegens de
rechtspersoon. Daarbij van belang is wie spreekt dan feitelijk gezien de bestuurder
aan, wie is dan de rechtspersoon. De rechtspersoon kunnen de aandeelhouders zijn,
dit kan de raad van commissarissen zijn, het zijn in ieder geval de interne
betrokkenen bij de rechtspersoon.
o Als er sprake is van meerdere bestuurders geldt dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn
omdat er, en dat noemen we ook wel het collegialiteit of collectiviteit van bestuur,
daar kan men zich dan op beroepen. De meerdere bestuurders hebben samen een
verantwoordelijkheid om dat bestuur op een goede manier uit te voeren. De interne
organen van de rechtspersoon stellen de bestuurder aansprakelijk”
Externe aansprakelijkheid
o Jegens derden (zoals leveranciers of klanten)
o De bestuurder is in dit geval naast de rechtspersoon aansprakelijk ten opzichte van
derden die schade leiden doordat de bestuurder op een onjuiste manier heeft
gehandeld.
“Stel dat er sprake is van een van de vormen van aansprakelijkheid op grond van
onbehoorlijk bestuur dan zijn eigenlijk alle bestuurders daarvoor hoofdelijk aansprakelijk.
o Hoofdelijk aansprakelijk art 6:6 BW
Stel dat je met meerdere mensen in het bestuur van een rechtspersoon zit, dan kan een
individuele bestuurder zich disculperen. Dan kan hij de aansprakelijkheid afwenden als hij
aantoont dat hem geen ernstig verwijt kan worden gemaakt, en dat hij niet nalatig was in het
treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden. Art 2:9.
Tegen wie worden schadeclaims ingesteld naar aanleiding van de vaststelling van de
aansprakelijkheid?
o Dat is eigenlijk alleen tegen de bestuurders die uiteindelijk geen bestuurders meer
zijn. De meeste schadeclaims worden namelijk ingesteld door de curator in een
faillissement en dan wordt de boedel beheerd en vervolgens afgewikkeld.
“Tweeledig, jegens de rechtspersoon doet een van de organen van de rechtspersoon
maar vaak is het zo dat een bestuurder er dan al zo’n potje van heeft gemaakt dat hij
best wel eens ontslagen zou kunnen zijn of hij is inmiddels zelf opgestapt, maar dan
kijk vervolgens alsnog aansprakelijk zijn voor dat wat hij als bestuurder heeft
gedaan.”
In de meeste gevallen is het niet voldoende dat de bestuurder een risico heeft genomen en
dat het slecht uitpakt en dat hij daarom aansprakelijk is, want ondernemen is risico’s nemen.
We willen niet dat een bestuurder om de haverklap aansprakelijk is, want soms neem je als
ondernemer nou eenmaal een beslissing die niet als gewenst uitpakt, dan kan het niet zo zijn
dat je heel snel aansprakelijk bent. “De drempel voor bestuurdersaansprakelijkheid ligt hoger
dan bestuurder X neemt een risico, dat pakt niet goed uit en hij is aansprakelijk.” Er moet
worden aangetoond dat de bestuurder heel onverantwoordelijk was en dat hij verwijtbaar
en zelfs ernstig verwijtbaar (zie art 2:9 BW) heeft gehandeld.
14
, Bestuurdersaansprakelijkheid – juridisch kader
Interne aansprakelijkheid
o Artikel 2:9 BW
Lid 1: Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een
behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren
alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of
meer andere bestuurders zijn toebedeeld.
Een bestuurder moet dus op een fatsoenlijke manier zijn taak
vervullen en vervolgens is het ook nog van belang of er een bepaalde
taakverdeling is die in de wet is geregeld of is opgenomen in de
statuten. Als er geen taakverdeling is ben je verantwoordelijk voor
het hele geheel, is er wel een taakverdeling dan kan het zijn dat je
voor bepaalde taken de aansprakelijkheid wat makkelijker kunt
afwenden omdat het nou eenmaal niet jouw taak was.
Lid 2: Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang
van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk
bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen
ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het
treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te
wenden.
In principe draagt iedereen verantwoordelijkheid voor de algemene
gang van zaken. De bestuurder is in het geheel aansprakelijk als het
gaat om onbehoorlijk bestuur, tenzij hem geen ernstig verwijt kan
worden gemaakt. Als een bestuurder bijvoorbeeld een hele andere
taak had, dan kan deze bestuurder wellicht geen ernstig verwijt
worden gemaakt. Dit noemen we disculperen. Disculperen is
afwenden van de aansprakelijkheid omdat jou geen ernstig verwijt
kan maken.
Artikel 2:9 is interne aansprakelijkheid, want de rechtspersoon kan zijn eigen
bestuurder aansprakelijk stellen.
Bij art 2:9 moet het dus gaan om een ernstig verwijt. Wanneer kan er sprake
zijn van een ernstig verwijt?
Dit hangt af van de omstandigheden van het geval. De Hoge Raad
heeft in de uitspraak Staleman/ Van de Ven bepaald dat een
bestuurder alleen met succes aansprakelijk gesteld kan worden als
hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt over de manier waarop
de bestuurder zijn functie heeft uitgevoerd. Van een bestuurder mag
worden verwacht dat hij weet hoe zijn taak fatsoenlijk moet worden
uitgevoerd. Je moet op je taak berekend zijn en je moet je taak
nauwgezet vervullen.
o Mist zo’n bestuurder het inzicht of de bekwaamheid die
verwacht mag worden, dan kan hij zich daarop niet
beroepen ter disculpatie.
Of er sprake is van een ernstig verwijtbaar feit hangt dus af van de
omstandigheden van het geval, maar er moet echt sprake zijn van
een onmiskenbare duidelijke tekortkoming.
15
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper azfan6. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.