Samenvatting van het vak vloeiendheidsstoornissen. Bevat inhoudelijk alles lessen en presentaties van meneer Meersman. Ook de te kennen artikels en de stukken uit het handboek werden ingevoegd.
Vloei leerjaar 1 blok D samenvatting + boek samengevat
Samenvatting vloeiendheidsstoornissen
Alles voor dit studieboek
(9)
Geschreven voor
Katholieke Hogeschool VIVES (VIVES)
Logopedie
Vloeiendheidstoornissen (B5C039)
Alle documenten voor dit vak (3)
1
beoordeling
Door: helenaweymans2 • 6 maanden geleden
Inhoudelijk goede samenvatting. Af en toe ontbreken er schema's of informatie van op dia's en bepaalde te kennen artikels. Dure samenvatting.
Door: justinetimmerman • 6 maanden geleden
Fijn om te horen dat de inhoud van de samenvatting u geholpen heeft. Het cursusmateriaal kan jaarlijks enigszins verschillen, wat kan verklaren waarom bepaalde zaken mogelijks ontbreken.
Verkoper
Volgen
justinetimmerman
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Vloeiendheidsstoornissen
Fenomenen van vloeiendheid en onvloeiendheid ............................................................................................. 2
1| Wat is vloeiendheid ................................................................................................................................... 3
2| De normale ontwikkeling van vloeiende spraak ........................................................................................ 7
3| Niet vloeiendheid ...................................................................................................................................... 8
Handboek hoofdstuk 1: Wat is stotteren? ................................................................................................... 59
Handboek hoofdstuk 2: Het ontstaan van stotteren ................................................................................... 66
ESCG stotteren - Theorieën en verklaringsmodellen en gerelateerde smal) en breedspectrumtherapieën ... 78
Smal- en breedsprectrumbenaderingen voor vloeiendheden ..................................................................... 78
Theorieën en verklaringsmodellen van vloeiendheidsstoornissen .............................................................. 91
Diagnostiek/taxatie van vloeiendheidsstoornissen ........................................................................................ 100
Interview/anamnese .................................................................................................................................. 100
Screening / detectie ................................................................................................................................... 102
Diagnostische instrumenten ...................................................................................................................... 104
Reflecteren over de verschillende indicatoren van stotterproblemen en stotterernst ............................. 109
Handboek hoofdstuk 4: diagnostiek .......................................................................................................... 110
Behandeling ................................................................................................................................................... 114
Therapeutische benaderingen ................................................................................................................... 114
Behandeldoelen en -technieken in stottertherapie ................................................................................... 117
Stottertherapieprogramma’s voor kinderen .............................................................................................. 131
Stottertherapieprogramma’s voor volwassenen ....................................................................................... 143
Handboek hoofdstuk 5: therapieën, indicaties en keuzes ......................................................................... 146
Handboek hoofdstuk 8: therapie voor kinderen ........................................................................................ 158
Handboek hoofdstuk 9: breedspectrumtherapie voor jeugdigen en (jong)volwassenen .......................... 178
Artikel: Van Riper – Modification ............................................................................................................... 209
1
,Fenomenen van vloeiendheid en onvloeiendheid
• Percentages
o Prevalentie = 2%
o Incidentie = 5%
o Onderschatting → vermoedelijk 20%
o Gemiddeld om de 12-13 huizen iemand die stottert
o Gemiddeld 10 kinderen die stotteren
o Sensibilisering gaat niet zo makkelijk, deel van de problematiek is al schaamte of
spreekangst.
• Wat is stotteren?
o Blijven haperen
▪ 1| Herhalen van de beginklank
▪ 2| Verlengingen van klanken
▪ 3| Blokkeringen
• Er komt geen geluid uit
▪ Ongewild – voelt als controle verlies, niet functioneel
• “denk eens na”, de persoon weet wat hij/zij wil zeggen, maar het wil er niet
uit
o Neurologisch
o Stress is naast veel andere factoren een uitlokkende factor
▪ Zorgt voor hogere frequentie in bepaalde momenten
o Stotteren heb je altijd, maar is er niet altijd. Afhankelijk van dag, personen, vertrouwdheid…
o Bijbewegingen – secundaire gedragingen – secundair stotteren
▪ Hoofd, handen, ogen, ademen
▪ Afhankelijk van de ernst
▪ Correlatie tussen de ernst en de bijbewegingen
• Welke kenmerken heeft een vloeiende spreker
o Niet teveel stopwoorden
o Te snel of te traag spreektempo – een vloeiende spraak heeft een zekere snelheid nodig
o Voldoende intonatie en ritme
o Gepaste pauzes
o Hapermomenten
▪ Hapermomenten zijn onvloeiendheden, discontinue momenten
• Van Riper
2
,1| Wat is vloeiendheid
• Starkweather (1984)
• Voormalige begripsomschrijvingen: “vloeiendheid = afwezigheid van stotteren”
• Bezwaren tegen de voormalige begripsomschrijvingen
o 1| Stottergedrag varieert qua vloeiendheid, is er zelfs niet de hele tijd
o 2| vanuit therapeutisch standpunt is deze definitie weinig realistische want
moeilijk/onmogelijk haalbaar
o 3| Vloeiendheid is niet te beschrijven in twee extermen (“is geen dichotome variabele”):
vloeiend/onvloeiend
• → Een definitie van vloeiendheid als “niet stotteren” voldoet dus niet…
1| Stottergedrag varieert qua vloeiendheid, is er zelfs niet de hele tijd
• Mensen die stotteren vertonen verschillende maten van vloeiendheid op verschillende tijdstippen
(intravariabiliteit)
o Binnenin één persoon kan het enorm verschillen
o Binnen gezin vlot vertellen, maar wat later op werk enorm stotteren of gedurende
presentatie
• Mensen die stotteren verschillen ook onderling in de mate van vloeiendheid (intervariabiliteit)
o Sterker nog, het grootste deel van de spraak van mensen die stotteren is stottervrij
o Zelf iemand die ernstig stottert, zal maar een paar woorden in een zin stotteren, niet bij alles
woorden. Iemand die bij 20% van de woorden stottert, stottert ernstig, maar nog steeds
80% is vloeiend.
o De niet-vloeiende spraak varieert qua vloeiendheid. Als je de niet-gestotterde spraak zou
analyseren zou deze ook enorm variëren qua vloeiendheid.
• Ook de niet-gestotterde spraak varieert qua vloeiendheid
o Niet iedereen is even vloeiend
o Bv. qua snelheid: mensen die stotteren praten doorgaans wat trager dan leeftijdsgenoten
van hetzelfde geslacht
o Bv. qua continuïteit: mensen die stotteren vertonen dezelfde “normale onvloeiendheden”
als mensen die niet stotteren
o Mensen die niet stotteren praten bij momenten vloeiender en minder vloeiend o.i.v.
gezondheid, vermoeidheid, stress, mate van stelligheid, enz.
▪ Er zijn ook normale onvloeiendheden die iedereen vertoont
2| Vanuit therapeutisch standpunt is deze definitie weinig realistisch want
moeilijk/onmogelijk haalbaar
• Realistischer: de therapiedoelstelling “vloeiend stotteren” verwijst naar een minder moeizame,
minder abnormale, minder gefragmenteerde en kortere wijze van niet-vloeiendheid.
3| Vloeiendheid is niet te beschrijven in twee extremen (‘is geen
dichotome variabele’): vloeiend/onvloeiend
• Veeleer een continue variabele: men kan minder of meer vloeiend praten, als een uiting van
verschillen in relatieve inspanning (of moeiteloosheid) waarmee de spraak wordt geproduceerd.
3
, Definities
ASHA guidelines 1999
Vloeiendheid is het aspect van spraakproductie dat verwijst naar de continuïteit, soepelheid, snelheid (tempo)
en inspanning waarmee fonologische, lexicale, morfologische en/of syntactische taaleenheden worden
gesproken.
→ Vloeiendheid waarmee je kanken, woorden en woordgroepen geuit krijgt.
Starkweather 1984
• Het praten verloopt met een zekere snelheid (rate)
• De klanken volgen elkaar vloeiend op (continuity)
• Er is een normaal ritme in de spraak (rhythm)
• De spreker ervaart relatief weinig inspanning (effort)
• “Vloeiende sprekers zijn diegenen die zonder merkbare inspanning lange reeksen van syllaben kunnen
produceren, door een adequate combinatie van snelheid en continuiteit”
1| Snelheid
• Aantal units / tijdseenheid (bv. woorden / minuut of syllaben / seconde)
• Normaal spreektempo (volwassenen):
o Conversatie: 116 – 164 woorden / minuut (gemiddeld 162 tot 230 syllaben / minuut)
o Monoloog: 114 – 173 woorden / minuut
o Lezen: 148 – 190 woorden / minuut (gemiddeld 210 tot 265 syllaben / minuut)
▪ Bij het lezen: nog sneller omdat we niet meer moeten denken wat we willen zeggen,
we moeten het idee niet meer omzetten naar taal.
• Voordeel: zowel duur als aantal van pauzes en onvloeiendheden liggen hierin vervat!
o Therapie-effect meten: spreeksnelheid ligt hoger, de discontinuïteit vermindert
o Opmerking: Meeste studies geven trager spreektempo aan bij mensen die stotteren, zelfs
indien meting enkel met de vloeiende spraak gebeurt
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper justinetimmerman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €24,49. Je zit daarna nergens aan vast.