Toetsopdracht
AD Sociaal werk in de zorg
EVL 3.1 ‘’Signaleren van maatschappelijke factoren’’
Student naam
Student nummer
Opleiding AD Sociaal Werk in de Zorg (deeltijd)
Naam module Signaleren en preventief werken binnen de maatschappelijke context
Titel EVL Signaleren van maatschappelijke factoren
Versie (eerste kans of herkansing) Eerste kans
,Inleiding
Dit verslag schrijf ik vanuit mijn rol als student. Ik volg de opleiding Social Work aan het Windesheim
in Zwolle. In het kader van mijn opleiding heb ik de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar
het ontwerpen van een preventieve interventie. Deze opdracht vormt het eerste deel van de derde
module van de opleiding en heet ‘Signaleren en preventief werken binnen de maatschappelijke
context’. Dit verslag omschrijft de eerste fase richting de interventie, namelijk het signaleren en
analyseren van een praktijkprobleem. Dit leidt tot een mogelijke oplossingsrichting waarbij de
ontwerpeisen in kaart worden gebracht die nodig zijn om in de volgende opdracht de interventie te
kunnen ontwerpen. Met dit onderzoek wil ik een verbetering aanbrengen in mijn beroepspraktijk.
Ik ben werkzaam bij de Regionale Instelling voor Beschermd en Begeleid wonen in Overijssel
(RIBW Overijssel) bij team Hanze. Ik bied met mijn collega’s ambulante ondersteuning aan kwetsbare
mensen met psychische problematiek van volwassen leeftijd.
Preventie in de gezondheidszorg heeft als doel om ervoor te zorgen dat mensen gezond blijven.
Voorkomen is immers beter dan genezen. Waar men in de jaren ’50 de overtuiging had dat
psychiatrisch patiënten te genezen waren, worden mensen met psychiatrische problemen
tegenwoordig cliënten genoemd en worden zij gezien als onderdeel van een inclusieve samenleving.
De focus van genezen is meer verschoven naar preventie en het leren omgaan met psychische
problemen. Wanneer het gaat over kwetsbare personen en een inclusieve samenleving,
dan beïnvloeden verschillende factoren op zowel micro-, meso- en macroniveau het welzijn en
functioneren van mensen. Dit heeft invloed op de manier waarop kwetsbare mensen hun zorg
ontvangen maar ook op het handelen van de sociaal werker, die tot taak heeft om kwetsbare
personen bij te staan en hun gezondheid te bevorderen. De transitie in de zorg heeft veranderingen
gebracht in hoe kwetsbare mensen zorg ontvangen. Zo is de mondzorg voor psychiatrische
patiënten, die vroeger vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) zelfs in instellingen
aan psychiatrisch patiënten geboden werd, veranderd. Mondzorg is vanuit het voormalige
ziekenfonds ondergebracht in de Zorgverzekeringswet (ZvW) waarbij mondzorg voor volwassenen
een optionele verzekering is aanvullend op de (wettelijke verplichte) basisverzekering. Begeleiding
thuis zoals wij dit bieden,
is grotendeels overgeheveld naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Slecht een klein
deel van onze cliënten ontvangen hun zorg uit een justitiële financiering en een Wet Langdurige Zorg
(WLZ) financiering bieden wij als ambulant team niet omdat wij geen 24-uurs zorg in de nabijheid
bieden. Deze stelselveranderingen hebben invloed op het organiseren van zorg door ons al
organisatie en team en het ontvangen van zorg door onze volwassen ambulante GGZ-cliënten.
Het signaleren en analyseren voer ik uit op basis van kennis van de sociale-, maatschappelijke- en
politieke context en diverse factoren van gezondheid en sociaal functioneren. Ik maak hierbij gebruik
van diverse relevante methodes en technieken, die mede aangereikt worden vanuit de opleiding.
De analyse resulteert in factoren die het gedrag van de cliënt beïnvloeden en een conclusie die leidt
tot een mogelijke oplossingsrichting, die ik verder ga uitwerken in de tweede opdracht van deze
module.
Leeswijzer:
In hoofdstuk één volgt een beschrijving van de beroepscontext en het praktijkprobleem. Daarna volgt
in hoofdstuk twee de analyse. In hoofdstuk drie volgt de conclusie, om het verslag in hoofdstuk 4 af
te sluiten met een verslag van de presentatie die gegeven is aan stakeholders waarin de noodzaak en
de mogelijke richting van een preventieve interventie kenbaar is gemaakt.
2
,Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1...........................................................................................................................................................3
Hoofdstuk 2...........................................................................................................................................................9
Hoofdstuk 3.........................................................................................................................................................17
Hoofdstuk 4.........................................................................................................................................................21
Literatuurlijst.......................................................................................................................................................22
Bijlage A...............................................................................................................................................................26
Bijlage B...............................................................................................................................................................28
Bijlage C...............................................................................................................................................................30
Hoofdstuk 1
1.1 Beroepscontext
Ik ben werkzaam bij de RIBW Overijssel. Wij bieden herstel ondersteunende zorg aan mensen
met een psychische kwetsbaarheid die het (tijdelijk) niet zelfstandig redden. Dit doen wij door
hen begeleiding te bieden zodat zij zo zelfstandig mogelijk hun leven kunnen vormgeven.
Bijvoorbeeld bij hen thuis, vanuit woonlocaties of vanuit dagbestedingsvoorzieningen. RIBW
Overijssel biedt ondersteuning in diverse gemeentes in Overijssel. Ons zorgaanbod vindt
voornamelijk plaats op basis van een zorgindicatie die afgegeven is vanuit de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en in mindere mate vanuit de Wet Langdurige Zorg
(WLZ) of een justitiële indicatie. Daarnaast zijn er op lokaal niveau diverse subsidies beschikbaar
die het mogelijk maken om zonder indicatie deel te nemen aan ons aanbod. Zo zoeken wij
verbinding met ‘de Wijk’. Op dit moment kan dit zijn door aan te sluiten bij trainingen en/of
herstelcursussen (persoonlijke communicatie, z.d.).
Als RIBW Overijssel staan wij voor een zorgzame samenleving, waarin omgezien wordt naar
elkaar. Vanuit de visie ‘Worden wie je bent’ en ondersteuning ‘zolang als nodig’. Hiermee wordt
bedoelt dat herstel een persoonlijk en uniek proces is en dat dit proces voor ieder mens een
eigen duur heeft. De eigen regie van de cliënt en het krachtgericht werken staat centraal in onze
basismethodiek; het Steunend Relationeel Handelen (SRH).
3
, De ‘toekomstdroom’ van de RIBW Overijssel is het bieden van 24/7 drempelloze ondersteuning
aan mensen met een psychische kwetsbaarheid die altijd welkom zijn, met of zonder
zorgindicatie (Ribwoverijssel.nl, z.d.).
Sinds kort (augustus 2022) ben ik werkzaam als Vakinhoudelijk Teamondersteuner (VTO) bij
Team Hanze. Daarvoor was ik ruim 11 jaar begeleider bij de RIBW Overijssel bij verschillende
teams in diverse regio’s. Als Team Hanze bieden wij ambulante ondersteuning aan volwassen
GGZ-cliënten uit gemeente Kampen en gemeente Zwartewaterland. Ik zou de dagelijkse
dynamiek omschrijven als afwisselend en hectisch doordat herstelprocessen van onze doelgroep
heen en weer kunnen golven alsook de in- en uitstroom van cliënten. Ons werk is erg divers. Het
leveren van onze zorg staat altijd onder tijdsdruk, door de wijze waarop beschikbare budgetten
vanuit de zorglegitimaties zich verhouden tot de werkwijze van onze organisatie. De
financieringsvorm in gemeente Kampen is ingericht op resultaat; een trajectfinanciering. Dit
biedt ruimte voor innovatie. De financieringsvorm in gemeente Zwartwaterland is ingericht als
financiering per uur hetgeen minder ruimte over laat voor innovatie. De kern van mijn functie is
het waarborgen van kwalitatieve ondersteuning aan cliënten die past bij de werkwijze en het
aanbod van de RIBW Overijssel. Het kwaliteitssysteem die wij hanteren binnen de RIBW
OVerijssel is gebaseerd op de GGZ-Standaarden (https://www.ggzstandaarden.nl/). In de praktijk
biedt ik collegiale ondersteuning en coaching aan het team van begeleiders en integreer ik
organisatieontwikkelingen in ons team. Ook ben ik betrokken bij het ontwerpen, monitoren en
evalueren van dergelijke ontwikkelingen. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor het netwerken
met samenwerkingspartners, wat in de praktijk meestal neerkomt op de consulenten van de
gemeente Kampen en Zwartewaterland en andere organisatie die voorzieningen bieden.
Regelmatig heb ik afstemming op diverse niveaus binnen onze organisatie en met onze
samenwerkingspartners. Knelpunten in onze hulpverlening maak ik bespreekbaar en los ik zo
nodig ook. Het kan zijn dat ik ingezet wordt om tijdelijk de regie in de begeleiding over te nemen
wanneer dit vastloopt, echter heb ik dit nog niet meegemaakt sinds ik hier werkzaam ben. Ik
ontvang hiërarchische leiding van mijn teammanager, de regiomanager en de bestuurder.
Collegiale ondersteuning en coaching ontvang ik van onze gedragswetenschappers en mijn
collega VTO (tevens leerwerkbegeleider) die werkzaam is voor onze twee woonvormen in
Kampen. Ik sta nu als VTO’er dus minder ‘met de voeten in de klei’ dan voorheen. De
cliëntcontacten die ik heb, zijn van korte duur omdat ik de aanmeldgesprekken voer en omdat ik
niet structureel meedraai in het bieden van de dagelijkse zorg. Dit betekent dat ik dus
voornamelijk ‘indirect cliëntcontact’ heb, doordat mijn collega’s de dagelijkse zorgtaken
uitvoeren. Dit heeft invloed op de manier waarop ik dit onderzoek heb uitgevoerd en de
uiteindelijke interventie die ik ga laten aansluiten bij mijn functie.
1.2 Beschrijving van het praktijkprobleem volgens de 5xW+H-methode
De probleemstelling, heb ik beschreven aan de hand van de 5xW+H-methode (Van Der Donk &
Van Lanen, 2019).
Wat is het probleem?
Een deel van onze ambulante GGZ-cliënten vermijdt de tandarts. Zij gaan minder dan één keer
per jaar of zelfs niet naar de tandarts. Uit observaties van begeleiders uit ons team blijkt dat er
cliënten zijn die nog geen problemen ervaren, maar dat er ook cliënten zijn die wel problemen
ervaren zoals pijnklachten. Verbaal geven een aantal cliënten aan dat zij zich schamen voor
hun gebit. Enkele cliënten geven aan dat zij uit schaamte sociale contacten vermijden. Er is
zelfs een cliënt die aangeeft dat hij niet solliciteert uit schaamte voor zijn gebit. Uit observaties
tijdens begeleidingsmomenten blijkt dat er ook cliënten zijn die hand voor de mond houden
4
, tijdens gesprekken (persoonlijke communicatie, z.d.).
In gesprekken die ik gevoerd heb met enkele collega’s, blijkt dat zij wisselend op de hoogte zijn
van de (dreigende) gebitsproblemen bij hun cliënten. Zo geeft één collega aan dat zij drie
cliënten weet te benoemen die gebitsproblemen hebben, maar van het merendeel weet zij
niet of zij naar de tandarts gaan. De tweede collega weet risicofactoren te benoemen zoals
medicatie- en/of middelengebruik. De derde collega weet van een paar cliënten te benoemen
dat zij gebitsproblemen ervaren, zoals pijn. Ze geeft aan niet bewust te zijn van de frequentie
van het tandartsbezoek van de meeste cliënten in haar caseload. Ze geeft aan dat ze in
gesprek gaat met de cliënt wanneer deze zichtbaar problemen ervaart, afgaande op wat zij
signaleert in gedrag of wanneer de cliënt het aangeeft.
In gesprek met een medewerker van onze afdeling Kwaliteit, blijkt dat er nog niet eerder
preventieve activiteiten hebben plaatsgevonden ten aanzien van dit probleem. De RIBW
Overijssel heeft sinds kort (september 2022) een notitie ‘gezonde leefstijl’ vastgesteld.
Deze stelt te geloven dat elk individu het verlangen heeft om zichzelf te focussen op een
balans voor een gezonde leefstijl. De notitie stelt dat de begeleider de cliënten stimuleert om
doelen/afspraken ten aanzien van een gezonde leefstijl voor zijn/haar cliënten formuleert.
Waarbij teams kunnen kijken wat er beschikbaar is vanuit het lokale preventieakkoord van de
gemeente. In gesprek met collega’s blijkt dat zij niet op de hoogte zijn van deze notitie, wat te
verklaren valt door het feit dat het zeer recent is ontwikkeld. Dit betekent echter ook dat de
notitie ‘gezonde leefstijl’ nog niet geïntegreerd is in de dagelijkse begeleiding van ons team,
zoals ik in de vorige alinea ook onderbouwd heb (persoonlijke communicatie, 29 september
2022).
Wie heeft met het probleem te kampen?
Op macroniveau heeft de landelijke overheid te maken met dit probleem. Artikel 22 van de
Grondwet stelt dat ‘De Overheid maatregelen treft ter bevordering van de volksgezondheid’.
De overheid moet zorgen dat gezondheidszorg voor iedereen toegankelijk is en dat de
kwaliteit gewaarborgd is. De overheid heeft een inspanningsverplichting (Bunthof et al., 2020).
Dit doet de overheid door middel van vier stelselwetten, waarvan ik alleen de
Zorgverzekeringswet (ZvW) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) benoem in
relatie tot dit onderzoek. In de ZvW staat dat de overheid eindverantwoordelijk is voor de
inhoud van de basisverzekering. In de inhoud is mondzorg voor personen van 18 jaar en ouder,
niet opgenomen in de basisverzekering. Hier dient men zich apart voor te verzekeren (Kuijper,
2021).
Op mesoniveau heeft de RIBW Overijssel te kampen met het probleem. Onze organisatie heeft
belang bij werknemers die de beoogde resultaten van de organisatie in de praktijk brengen in
de dagelijkse zorg Figuur. Op onze diensten zijn de algemene leveringsvoorwaarden GGZ van
kracht. In deze voorwaarden, zijn afspraken vastgelegd over de kwaliteit van zorg
(Ribwoverijssel, z.d.). In artikel 13 van de algemene voorwaarden 2022,
die opgesteld is door de Sociaal Economische Raad (SER), is opgenomen dat de gedragsregels
en kwaliteitsstandaarden gelden als norm voor de verschillende beroepsgroepen (SER, z.d.).
De kwaliteitsafdeling van onze organisatie is verantwoordelijk voor het opstellen van
richtlijnen zodat het primaire proces dit kan vertalen naar uitvoering in de dagelijkse praktijk.
Ik heb bij de afdeling Kwaliteit van de RIBW Overijssel geïnformeerd welke betrekking dit heeft
op onze organisatie. Ik ben vervolgens doorverwezen naar de kwaliteitsstandaarden voor de
geestelijke gezondheidszorg (persoonlijke communicatie, 29 september 2022). Deze doet de
aanbeveling om mensen met een psychische aandoening te motiveren en ondersteunen naar
5