Antwoorden
De kern van de economie hoofdstuk 3 antwoorden
957 keer bekeken
2 keer verkocht
Antwoorden Hoofdstuk 3
[Meer zien]
Voorbeeld 2 van de 32 pagina's
Geupload op
1 januari 2017
Aantal pagina's
32
Geschreven in
2016/2017
Type
Antwoorden
Persoon
Onbekend
Door: heleenpenninkhof • 6 jaar geleden
Door: matthijsschickendantz • 7 jaar geleden
€2,99
100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na betaling
Zowel online als in PDF
Je zit nergens aan vast
3
Consumentengedrag
als
context
3.1
Consumptie
1
Consumenten
kopen
veel
verschillende
goederen
en
diensten.
Toch
bestaan
er
ook
overeenkomsten
in
het
uitgavenpatroon
van
de
kopers.
Iedereen
geeft
geld
uit
aan
voedingsmiddelen,
huisvesting
en
vervoer.
a
Bedenk
nog
een
paar
goederen
of
diensten
die
bijna
elke
consumptiehuis-‐
houding
koopt.
Telefonie-‐
en
internetabonnementen,
kleding,
elektriciteit,
et
cetera.
b.
Deel
de
volgende
goederen
in
naar
1.
primaire
goederen
en
luxegoederen
en
2.
subsitutiegoederen
en
complementaire
goederen.
tomatenpuree
–
luxe
brommer
–
luxe
modem
–
luxe
aardappelen
–
primair
macaroni
–
primair
auto
–
luxe
smeerolie
–
primair
schoenen
–
kan
zowel
luxe
als
primair
zijn
make-‐up
–
luxe
boeken
–
luxe
cd’s
–
luxe
computer
–
luxe
Substitutie:
brommer
en
auto,
macaroni
en
aardappelen,
boeken
en
cd’s
in
zekere
mate
Complementair:
brommer/auto
en
smeerolie,
macaroni
en
tomatenpuree.
c
Bedenk
drie
goederen
die
een
jonge
vrijgezel
koopt
en
een
samenwonend
stel
met
jonge
kinderen
niet.
Over
het
algemeen:
kleinere
auto’s
zoals
minicoopers,
backpackvakanties,
kaartjes
voor
bioscoop,
clubs.
2
Eens
in
de
twee
jaar
wordt
in
Nederland
een
Scholierenonderzoek
gehouden
door
het
Nationaal
Instituut
voor
Budgetvoorlichting
(Nibud).
Daarbij
gaat
men
na
hoe
scholieren
vanaf
12
jaar
aan
hun
inkomsten
komen
en
hoe
ze
dit
bedrag
uitgeven.
In
de
tabel,
op
de
bladzijde
hiernaast,
staat
de
top
10
van
posten
waar
scholieren
hun
geld
aan
besteden.
De
tweede
kolom
betreft
het
percentage
scholieren
dat
geld
besteedt
aan
de
desbetreffende
uitgavenpost.
In
de
derde
kolom
staat
het
gemiddelde
bedrag
dat
zij
hier
per
maand
aan
besteden.
Aan
dit
Nibud
Scholierenonderzoek
van
2012-‐2013
hebben
3896
scholieren
meegedaan.
Naast
de
gegevens
uit
deze
tabel
volgen
hieronder
nog
enkele
gegevens.
Scholieren
hebben
gemiddeld
118
euro
per
maand
te
besteden.
Gemiddeld
geven
scholieren
92
euro
per
maand
uit;
jongens
geven
echter
gemiddeld
99
euro
uit
en
meisjes
geven
gemiddeld
85
euro
uit.
a
Waaraan
wordt
het
meeste
geld
uitgegeven?
En
hoeveel
is
dit
gemiddeld
per
maand?
Kleding
en
schoenen.
Dit
is
gemiddeld
€
45,-‐
per
maand.
b
Hoeveel
procent
van
de
scholieren
geeft
geen
geld
uit
aan
snoep
en
snacks?
100%
min
71%
=
29%.
©
De
Echte
Kern
/
WalburgPers
Educatief
1
De
Kern
van
de
Economie
havo
1
-‐
uitwerkingen
,
c
Hoeveel
houden
scholieren
gemiddeld
per
maand
over?
€
118
min
€
92
=
€
26.
d
Hoeveel
procent
geven
jongens
gemiddeld
meer
uit
dan
meisjes?
Rond
af
op
één
decimaal.
(99
–
85)/85
x
100%
=
16,5%.
3.2
Consumentisme
1
Ben
doet
de
wekelijkse
gezinsboodschappen
bij
een
plaatselijke
supermarkt.
Bij
de
kassa
moet
hij,
na
aftrek
van
het
statiegeld
voor
ingeleverde
flessen
en
kratten,
nog
€
85,-‐
betalen.
Bij
de
boodschappen
bevindt
zich
een
blikje
knakworsten
van
een
bekend
merk
dat
€
1,25
kostte.
Bij
thuiskomst
blijkt
de
inhoud
van
het
blik
een
vreemde
geur
te
verspreiden.
Ben
overweegt
of
hij:
1
het
blikje
zal
weggooien;
2
teruggaat
naar
de
winkel
om
een
ander
blikje
knakworsten
te
eisen;
of
3
brieven
schrijft
naar
verschillende
kranten
en
de
Consumentenbond,
om
overal
bekend
te
maken
dat
de
fabrikant
van
de
knakworsten
ondeugdelijke
waar
levert.
a.
Welke
optie
kiest
Ben?
Verklaar
het
antwoord.
Ben
kiest
hoogstwaarschijnlijk
optie
1,
of
heel
misschien
optie
2
als
hij
echt
zeer
verontwaardigd
is.
b.
Wat
doet
de
fabrikant
als
Ben
optie
3
kiest?
De
fabrikant
biedt
zijn
verontschuldigingen
aan
en
Ben
een
nieuw
blikje
aanbieden.
Wellicht
krijgt
hij
ook
nog
gratis
producten
van
de
fabrikant.
c.
Verklaar
het
verschil
tussen
het
waarschijnlijke
gedrag
van
de
koper
en
dat
van
de
fabrikant.
De
koper
heeft
maar
weinig
te
winnen
als
hij
uitgebreid
actie
onderneemt,
terwijl
dit
zeer
veel
moeite
kost.
De
fabrikant,
daarentegen,
kan
zeer
veel
verliezen
als
de
indruk
bestaat
dat
hij
slechte
producten
verkoopt.
Hij
kan
zelfs
failliet
gaan.
Dit
wil
de
fabrikant
koste
wat
kost
voorkomen.
2
a
In
de
Consumentengids
komen
geen
advertenties
voor.
Geef
daarvoor
een
verklaring.
De
Consumentenbond
moet
onafhankelijk
zijn
en
mag
dus
niet
gesponsord
worden
door
specifieke
bedrijven
b
Hoe
komt
de
Consumentenbond
aan
haar
inkomsten?
De
leden
betalen
jaarlijks
contributie.
3
Waarom
is
de
ANWB
niet
alleen
een
organisatie
die
opkomt
voor
de
belangen
van
de
consument?
De
activiteiten
van
de
ANWB
als
producent
en
consumentenorganisatie
zitten
elkaar
niet
in
de
weg,
maar
vullen
elkaar
aan.
Als
producent
verkoopt
de
ANWB
producten
(via
de
ANWB-‐winkels)
en
verleent
diensten
(hulp
aan
mensen
met
autopech).
Als
consumentenorganisatie
behartigt
de
ANWB
consumentenbelangen.
De
ANWB
komt
bij
de
regering
op
voor
de
belangen
van
de
automobilist.
©
De
Echte
Kern
/
WalburgPers
Educatief
2
De
Kern
van
de
Economie
havo
1
-‐
uitwerkingen