Stageverslag
Zorgboerderij Waterland
Inleverdatum: 10 november 2016
Opleiding/studiejaar: Sociaal Pedagogische Hulpverlening, jaar 2
Programmaonderdeel: Stage
Stage-instelling:
Praktijkbegeleider:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
Naam docente:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
, Inhoudsopgave
Inleiding 3
Hoofdstuk 1 Leerwerkplan 4
Competentie 1.1 De SPH’er werkt methodisch 4
Competentie 1.2 De SPH’er ontwerpt programma’s 4
Competentie 1.4 De SPH’er hanteert de relatie 6
Competentie 3.1 De SPH’er werkt professioneel samen met collega’s vrijwilligers e.a. 8
Competentie 3.2 De SPH’er organiseert en beheert 8
Competentie 5.1 De SPH’er handelt normatief professioneel 9
Competentie 5.2 De SPH’er handelt vakbekwaam 10
Hoofdstuk 2 SMART- doelen 11
Hoofdstuk 3 Beroepsproduct 1: Kennismaking met de organisatie 13
Overzicht gemaakte stageuren 19
Stagecontract 19
Literatuurlijst 20
2
, Inleiding
Dit stageverslag is geschreven door ……., tweedejaarsstudente Sociaal Pedagogische Hulpverlening
(SPH), aan de Hogeschool van Amsterdam. De stageplaats waar wordt meegelopen is Zorgboerderij
Waterland, een organisatie die zorgt voor het bezorgen van een gouden randje en meer..
Op Zorgboerderij Waterland komen cliënten vanaf 18 jaar tot wanneer iemand niet meer zelfstandig
genoeg is om te participeren op de boerderij wanneer zij bijvoorbeeld in een ver gevorderd stadium
van dementie zitten. Op de boerderij zijn de meesten 60 jaar of ouder en wordt er gewerkt met vijf
verschillende doelgroepen; cliënten uit de psychogeriatrie (bijv. Alzheimer), cliënten met een Niet
Aangeboren Hersenletsel (NAH), cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (bv. een Burn-
out), cliënten uit de psychiatrie (bijvoorbeeld een bipolaire stoornis of depressie) of cliënten met een
licht verstandelijke beperking (LVB). De cliënten worden ‘hulpboeren en -boerinnen genoemd omdat
zij op de boerderij ook de boer zelf een beetje ontlasten door kleine taken te verrichten zoals het
schoonmaken van de iglo’s, opstrooien ervan, kalfjes melk geven en melkemmers schoonmaken.
Verder gaat het er met name om dat zij een zinvolle en vooral plezierige invulling van de dag ervoor
terug krijgen met als doel; waar het kan mensen zoveel mogelijk weer in hun eigen omgeving actief
te laten zijn.
Uit wetenschappelijke studies die Plant Research International/Wageningen UR, Trimbosinstituut en
Praktikon/Radboud Universiteit hebben gedaan (2011) is gebleken dat cliënten beter worden van het
werken op een zorgboerderij. Zo blijkt dat mensen uit de psychiatrie meer energie hebben en zich
nuttig voelen wanneer zij aan het werk zijn op een zorgboerderij en krijgen ze de mogelijkheid om te
kunnen nadenken, iets wat niet of nauwelijks lukt in de drukke stad.
Voor de dementerende ouderen is de zorgboerderij effectief voor het onderhouden van sociale
contacten en werken zij aan hun fysieke conditie. Dit zijn twee voorbeelden die uit het onderzoek
naar voren zijn gekomen waaruit blijkt dat zorgboerderijen positieve effecten heeft op cliënten.
Dit stageverslag begint met hoofdstuk één, ‘Het Leerwerkplan’, hierin worden alle negen
competenties verwerkt met een bijbehorend aspect, die horen bij het 2e jaar van SPH. Deze aspecten
worden uitgewerkt door drie verschillende fases te doorlopen en onderbouwt met literatuur van
leerjaar 1 en het huidige jaar, eventueel aangevuld met literatuur uit andere relevante bronnen
(boeken, rapporten, artikelen). De eerste is de inwerkfase, dit is de fase waarin nu stage wordt
gelopen. De tweede gaat over de uitvoeringsfase, waarin je de competentie daadwerkelijk uitvoert.
Hierin wordt omschreven hoe de competentie wordt uigevoerd en in de laatste fase, de
verdiepingsfase wordt er op een later moment een koppeling gemaakt tussen de twee eerdere fases
en worden er conclusies getrokken.
In hoofdstuk twee komen drie SMART-doelen aan bod die zijn opgesteld voor dit stagejaar en in
hoofdstuk drie wordt het beroepsproduct 1 behandeld. Hierin wordt op een wervende manier
geschreven bij welke instelling stage wordt gelopen, is er een organisatie- en cliënt analyse opgesteld
en worden de buurtkenmerken omschreven.
Als laatste is er nog een overzicht van de gemaakte stageuren, een getekend stagecontract en een
literatuurlijst toegevoegd.
3
, Hoofdstuk 1 Leerwerkplan
In dit leerwerkplan worden de negen competenties die horen bij het tweedeleerjaar van SPH
uitgewerkt aan de hand van aspecten die uitgevoerd worden in de inwerkfase, uitvoeringsfase en
verdiepingsfase. De fases worden onderbouwt met literatuur uit het eerste en tweede jaar van de
opleiding en eventueel aangevuld met andere relevante gevonden bronnen.
Competentie 1.1 De SPH’er werkt methodisch
Bij deze competentie wordt het aspect ‘kan de vaardigheden uit gespreksvaardigheden I en II
toepassen’ ingezet.
Fase 1: De inwerkfase
In de inwerkfase wil ik een cliëntanalyse maken van Thijmen. Hierbij komen de vaardigheden die ik in
het eerste jaar heb geleerd bij gespreksvaardigheden I goed aan bod. Dit gesprek zal één-op-één
plaatsvinden in de vergaderruimte op de boerderij in de 2e fase, de uitvoeringsfase.
Ik zal Thijmen vooraf informeren over het gesprek waarbij het van belang is dat de cliënt begrijpt wat
de verwachtingen zijn van dit gesprek en vertelt hij dit ook aan mij (Lang & van der Molen, 2012).
Als zijn verwachtingen niet overeenkomen met die van mij, misverstanden of irritaties veroorzaakt,
kan het handig zijn om de driestappen-methode (DSM) of de dubbel-perspectiefbenadering (DP) van
Pinto (2007) in te zetten om deze te verhelpen, voorkomen of op te lossen.
Fase 2: De uitvoeringsfase
In de inwerkfase heb ik Thijmen op de hoogte gebracht dat er een cliëntanalyse gaat plaatsvinden en
heb ik hem vertelt over de verwachtingen die ik heb bij dit gesprek. In deze fase is het belangrijk dat
wanneer het gesprek plaatsvindt dat Thijmen op zijn gemak is gesteld (Lang & van der Molen, 2012),
dit kan ik doen door rust uit te stralen en mijn aandacht te tonen. Vervolgens is het belangrijk om
een begincontract te sluiten waarin opnieuw even de verwachtingen die wij hebben worden
besproken.
Tijdens het gesprek kan het zijn dat Thijmen het moeilijk heeft met het vertellen van zijn verhaal of
geëmotioneerd raakt door mijn vragen. Dan is het belangrijk dat ik zijn gevoelens reflecteer; welke
emoties ervaart hij, hoe voelt hij zich of hoe voelde hij zich in die betreffende situatie. Hierbij zal ik
geen uitspraken doen over feiten of gevoelens maar toon ik begrip en herkenning , dit is volgens Lang
& van der Molen (2012) het belangrijkste bij het reflecteren van gevoel.
Ook tijdens het gesprek kunnen er misverstanden ontstaan of kan Thijmen iets vertellen waarbij hij
het over zijn normen heeft dit totaal niet aansluiten bij die van mij. Het is aan mij dan de kunst om
het van twee kanten te kunnen bekijken (Pinto, 2007).
Fase 3: De verdiepingsfase
Tijdens de verdiepingsfase kan het zijn dat ik erachter kom bij het terugluisteren van het gesprek met
Thijmen dat ik de gespreksvaardigheden uit het eerste jaar en van dit jaar niet goed heb ingezet of
niet allemaal goed heb benut. Om dit goed te kunnen beoordelen zal ik gebruik maken van de
5xW+H formule (Migchelbrink, 2014).
Competentie 1.2 De SPH’er ontwerpt programma’s
Bij deze competentie wordt het aspect ‘kan programma’s en doelgerichte activiteiten, afgestemd op
de vraag, behoeften en mogelijkheden van de cliënt, ontwerpen, uitvoeren en evalueren.
Fase 1:
In deze fase ga ik een activiteit ontwerpen die is afgestemd op de vraag, de behoeften en
mogelijkheden van de cliënten op mijn stage. De cliënten zijn allemaal vrij creatief ingesteld en ik zou
4