Stappenplan SPSS
Hoofdstuk 2 - het invoeren van gegevens
2.1 Het opstarten van SPSS
Stap 1: typ SPSS in de programmabalk links onderin
Stap 2: klik op het icoon met de naam IBM SPSS Statistics 27
Stap 3: klik op ‘’cancel’’ onderin het venster dat verschijnt
2.2 Data en output in SPSS
Datavenster = hierin staan al je gegevens, je kunt gegevens invoeren of
bestaande gegevens openen. Het datavenster omvat twee dingen:
1. data view: tabblad met de scores op de variabelen uit je dataset
2. variable view: tabblad met kenmerken van alle variabelen in de dataset
Outputvenster = bevat alle resultaten van wat je met je data doet. Dit opent
zich pas als jij in SPSS een opdracht geeft om uit te voeren.
2.3 Het invoeren van nieuwe gegevens met de Data Editor
Gegevens worden gerangschikt in een datamatrix met rijen en kolommen. De
rijen geven de onderzochte objecten weer, ook wel cases genoemd. De
kolommen representeren de variabelen. Aan de categorieën van variabelen
wordt een numerieke code toegewezen. Variabelen moet je ook altijd definiëren.
DIt gaat als volgt:
1. begin met een leeg SPSS venster → als dit niet zo is, roep dan een nieuw
datavenster op met <File, New Data>
2. Vul de volgende kolommen in in het variable view, doe dit per variabele:
a. Name - naam die je je variabele geeft
b. Type - het type variabele, bijv. numeric (bij getallen) of string (bij letters)
c. Width - hoeveel posities de scores innemen
d. Decimal places - hoeveel decimalen de scores hebben
e. Label - labels opgegeven door de variabele. De bedoeling van een label
is dat het voor jou duidelijk maakt wat de variabele precies inhoudt
Stappenplan SPSS 1
, f. Values - labels geven aan de waarden die je variabele kan aannemen,
dit is alleen zinvol bij een categorische variabele
g. Missing - hierin geef je de codes voor ontbrekende waarden aan
2.4 Het bewaren van een SPSS databestand
Stap 1: zorg ervoor dat het datavenster actief is
Stap 2: <File, Save Ss>, ga in dit venster naar je P: schrijf en vul je
bestandsnaam in
Hoofdstuk 3 - het maken van grafieken
Voor het maken van grafieken kan je twee manieren gebruiken:
<Graphs, Chartbuilder>
<Graphs, Legacy Dialogs>
3.1 Staafdiagrammen
Stap 1: <Graphs, Legacy Dialogs, Bar>
Stap 2: kies het type ‘’Simple’’, kies onder de rubriek ‘’Data in Charts Are’’ voor
de optie ‘’Summaries for groups of cases’.
Stap 3: klik op ‘’Define’’
Stap 4: selecteer in het veld de variabele waar je een staafdiagram voor wilt
maken door toe te voegen aan het Category Axis veld.
Stap 5: kies onder de rubriek ‘’Bars represent’’ voor de optie ‘’N of cases’’
Stap 6: klik op OK
! Let op: wanneer je meerdere staafdiagrammen tegelijk moet aanmaken,
gebruik dan de procedure <Analyze, Descriptive Statistics, Frequencies, Charts>
en selecteer meerdere variabelen. Dit is ook zo voor de volgende grafieken en
diagrammen!
3.2 Taart- of cirkeldiagrammen
Stap 1: <Graphs, Legacy Dialogs, Pie>
Stap 2: kies in het ‘’Pie Charts’’ venster voor ‘’Summaries for groups of cases’’
Stap 3: selecteer in het venster de variabele waar je een diagram van wilt maken
door het toe te voegen aan het ‘’Define slices by’’ invoerveld.
Stap 4: kies onder het kopje ‘’Slices Represent’’ voor de optie ‘’N of cases’’
Stappenplan SPSS 2
, Stap 5: klik op OK
⇒ wil je er een taartpunt uit laten springen? Ga naar de Cart Editor door te
dubbelklikken op het diagram en dan te klikken op <elements, explode>
3.3 Histogrammen
Stap 1: <Graphs, Legacy Dialogs, Histogram>
Stap 2: selecteer in het dialoogvenster de variabele waarvan je een histogram
wil maken. Voeg deze toe aan het ‘’variable’’ invoerveld
Stap 3: klik op OK
⇒ wil je de klassenindeling veranderen? <element, properties, binning>
⇒ wil je een normaalcurve erdoorheen tekenen? <elements, show
distribution curve>
3.4 Boxplots
Stap 1: <Graphs, Legacy Dialogs, Boxplot>
Stap 2: kies in het dialoogvenster voor de opties ‘’Simple’’ en ‘’Summaries of
seperate variables’’
Stap 3: selecteer in het ‘’Define Simple Boxplot’’ dialoogvenster de variabele
waar je een boxplot van wil maken en voeg die toe aan het ‘’Boxes Represent’’
invoerveld.
Stap 4: klik op OK
⇒ wil je meerdere boxplots tegelijk maken? Gebruik dan <Analyze,
Descriptive Statistics, Explore>, selecteer de gewenste variabele, kies onder
‘’Display’’ voor ‘’Plots’’ en in het dialoogvenster voor de optie ‘’Dependents
together, dan Continue → OK
3.7 Het bewaren van SPSS uitvoer
Stap 1: maak het uitvoervenster actief
Stap 2: ga naar het menu <File, Save As>
Stap 3: kies in Save As voor Viewer Files (*.spv) en vul achter File name de
naam in waaronder je de uitvoer wil bewaren. Namen van SPSS
uitvoerbestanden moeten altijd de extensie .spv hebben.
⇒ SPSS voegt automatisch de extensie .spv aan je bestandsnaam toe als je
uitvoervenster op dat moment actief is.
3.8 het bewaren van een SPSS grafiek
Stappenplan SPSS 3