Casus Bespreking L3: Moderne oncologie & supportive care & pijn
Casus 1, voorbereidende opdracht
Het medicatieprofiel t.a.v. analgesie van een patiënt met ernstige longkanker ziet er als volgt uit:
- Paracetamol, 4x daags 1000mg
- OxyContin, 2x daags 60mg
- OxyNorm, z.n.5mg
Vraag A.
Vanwege aanhoudende doorbraakpijnen (1-2x per dag) wil de arts een opioïdrotatie voorstellen.
A) Wat vind je van het voorstel om een opioïdrotatie te initiëren? Doe een concreet voorstel voor een opioïdrotatie (incl
dosering), ook als je het niet eens bent met het voorstel.
>> Het kan inderdaad zinvol zijn. Patiënt kan overgaan op 2x daags 90 mg morfine of morfinecassete of fentanyl
150/200ug/uur + oxynorm zn. Echter opioïdrotatie is niet de eerste keus, eerst proberen om dosering te verhogen. De oxynorm
kan nog omhoog (5 mg elke 4-6 uur).
Dagdosering van oxynorm is 10-15% van de oxycontin, dus hier mag het hoger. Een opiodrotatie is alleen wanneer er sprake is
van bijwerkingen.
Ze heeft last van doorbraakpijn=acute pijn en dan moet je oxynorm geven in hogere dosering (I.R.). mocht je opioïdrotatie
willen doen dan moet je ook hier de dosering optimaliseren, zodat je niet onderbehandeld.
Een rotatie wordt gebruikt als de patiënt niet genoeg effect heeft of bijwerkingen ervaart. Bij deze patiënt is er sprake van
doorbraakpijn wat erop wijst dat de oxycontin misschien te laag is gedoseerd,
Nieuw medicatie
Fentanyl pleister: 75 of 100 microgram/uur elke 3 dagen.
Instanyl 5 microgram z.n. 4*2sprays per dag.
Vraag B.
Bij dezelfde patiënt volgt een nieuw recept voor een buprenorfine-pleister, waar een interactiesignaal met oxycodon voor
opkomt. Bij navraag blijkt de patiënt beide te moeten gebruiken omdat de pijn niet onder controle is.
B) Wat houdt dit interactiesignaal in en hoe zou je dit afhandelen?
>> Buprenorfine is een partiële agonist en oxycodon is een opioïd-agonist. De werking van oxycodon kan afnemen door
toevoeging van partiële agonist(buprenorfine), waardoor onthoudingsverschijnselen kunnen optreden.
- Mechanisme: partiële agonisten/antagonisten gaan het effect van opioïd-agonisten ten dele tegen.
- Klinische gevolgen: bij toevoeging aan een opioïd agonist kunnen onthoudingsverschijnselen optreden: onder andere
hunkering naar Opioïden, rusteloosheid, verhoogde gevoeligheid voor pijn, misselijkheid, krampen, spierpijn, dysforie,
slapeloosheid, angst, pupilverwijding, zweten, kippenvel, tachycardie, hypertensie, gapen en koorts.
Beter geen partiële samen met gehele agonist. Probeer eerst opioïdrotatie of andere toedieningsroute (naar IV bijv,
mensen reageren op elke route anders). Voeg je buprenorfine wel toe, verhoog dan de kortwerkende dosering, want
zijn werking gaat omlaag. Nadeel is wel dat het moeilijk in te schatten is hoeveel je moet verhogen. Het beste is hier
eigenlijk kiezen voor een alternatief (fentanyl pleisters, geen partiële werking) voor buprenorfine adviseren en
oxycodon wel afleveren.
[buprenorfine is een sterk bindende partiële agonist op de opioïd receptor waardoor de oxycodon niet meer op de
receptor kan binden waardoor het geen effect heeft.]
Vraag C
Na lang sleutelen aan de pijnmedicatie blijft deze onhoudbaar en wordt gestart met cannabisthee. Bij de volgende visite
blijkt de cannabisthee nauwelijks iets te doen. De thee wordt gezet door de apotheek en het voorschrift ziet er als volgt uit:
- Maal de Bedrocan-cannabis fijn(0,5gram)
- Doe de gemalen cannabis in een kookei
- Vul een maatbeker met 300ml water en breng dit aan de kook op middelhoogvuur
- Plaats het kookei in het kokende water en laat gedurende 30 minuten trekken
C) Hoe zit het met de oplosbaarheid en de houdbaarheid van de werkzame stof in dit voorschrift? Doe een voorstel ter
verbetering van dit voorschrift.
, >> Er moet koffie-creamer toegevoegd worden, dit voorkomt het plakken aan de zijkanten van het pan. Daarnaast kan het zo
ook langer bewaard worden in de koelkast (apotheek.nl). Door koffie-creamer wordt het lipofieler en lost THC ook beter op.
Door zijn slechte oplosbaarheid in water, kan het plakken aan de want, dit zal door koffie-creamer voorkomen worden. Bij
roken zal patiënt sterker effect hebben, echter is dit niet fijn voor patiënt om publiekelijk te doen. THC bevat zuren, die lost
slecht op en is niet actief. Door te verhitten (zoals bij roken of met kokend water) kunnen deze zuren worden opgelost. Ook
hoeft de cannabis niet fijn gemalen te worden, maar wel gezeefd.
Voor de thee 1g cannabis in 1 l water gedurende 15 min zacht koken in een afgedekte pan. Voor het gebruik de vaste
bestanddelen uit de thee zeven. Thee die dezelfde dag wordt gedronken, moet worden bewaard in een thermoskan. Thee die
vanaf de volgende dag wordt gedronken moet in de koelkast worden bewaard. Toevoegen van een beetje koffiemelkpoeder
maakt de thee enkele dagen bruikbaar bij bewaring in de koelkast.
CBD: log P=6,3 en oplosbaarheid=0,0126 mg/ml
THC: log P=6,97 en oplosbaarheid= 0,0028 mg/ml
Beide werkzame stoffen lossen slecht op in water. Het voorschrift kan verbeterd worden door de helft van het water (of alle
water) te vervangen met volle melk.
Vraag D.
Omdat de cannabisthee vrij omslachtig is, wordt gedacht aan het overstappen op cannabisolie. Daar zijn echter
verschillende varianten van en de arts vraagt aan je voor welk preparaat bij deze patiënt gekozen zou moeten worden.
- Bedica2%
- Bedrocan2%
- Bediol2%
- Bedrolite2%
- Bedrolite10%
- Bedrocan/Bedrolite10%/5%
D) Welke variant gaat je voorkeur naar uit? Motiveer je antwoord en gebruik de termen THC en CBD.
>> bedica of bedrocan THC 2%.
Percentages geven verhouding CBD/THC aan. Bij pijn bij kanker wil je liever meer THC. THC werkt namelijk op pijnreceptoren
meer. THC kan in grotere sterktes wel weer leiden tot psychische storingen, dus op dosering letten. Bedica of bedrocan hebben
meest THC. Dus die hebben voorkeur.
Cannabidiol (CBD) is géén acute pijnstiller, maar helpt bij regelmatige inname op de langere termijn wel de oorzaak van de
pijn te bestrijden.
In tegenstelling tot CBD werkt THC – en haar afbraakproduct cannabinol (CBN) – wél als acute pijnstiller.
 https://www.transvaalapotheek.nl/cannabis-olie-2/