lOMoARcPSD|26286881
Samenvatting Basismodule Wft
Basismodule Wet op het financieel toezicht
(Hogeschool van Amsterdam)
, lOMoARcPSD|26286881
1. FINANCIËLE DIENSTVERLENING
1.1 DE ECONOMISCHE KRINGLOOP
Economische kringloop - schema waarin alle geldstromen in een economie worden weergegeven.
Diverse economische sectoren worden onderscheiden:
- Gezinnen (consumenten of klanten) - Eigenaar/leveren aan ondernemingen van
productiefactoren
o Arbeid - geestelijke en lichamelijke inspanning van mensen tegen loon of winst
o Kapitaal - kapitaalgoederen om goederen en diensten te produceren en voor
verbetering, vereenvoudiging en vergroting van productie. Kapitaalgoederen
aanschaffen kost geld (via consumenten tegen rente of in de vorm van aandelen)
o Grond - Natuurlijke hulpbronnen tegen vergoeding van huur of pacht.
- Overheid - zorgt voor regelgeving en toezicht, int en besteedt belastinggelden
- Ondernemingen (bedrijven of klanten) - maken producten en kopen hiervoor
productiefactoren van consumenten
- Financiële instellingen - schakel tussen sectoren die geld over hebben (sparen) en sectoren
die geld tekort hebben (lenen). Zorgen ook voor verzekeringsproducten.
Financiële producten - voortvloeiend uit economische kringloop bieden financiële instellingen
consument en producent producten aan
- Betaalrekeningen - geld ontvangen en weer opnemen
- Spaar- en beleggingsproducten - overschotten bewaren/rendabel maken
- Kredieten - geld lenen al zij geld tekort hebben voor bepaalde uitgave(n)
- Verzekeringsproducten - zorgen voor financiële zekerheid
Vermogensmarkt - Geld tekort bij ene sector wordt opgevuld met geldoverschot andere sector
(doorsluizen)
1.2 DE OMGEVING VAN DE FINANCIEEL DIENSTVERLENER
1.3 CONSUMENT (KLANT)
Consument (klant) - persoon die goederen of diensten koopt zonder de intentie te hebben deze te
verkopen of te verwerken voor de verkoop
Producent (aanbieder) - producenten maken en verkopen producten (financiële diensten)
1.4 (ANDERE) FINANCIEEL DIENSTVERLENERS
- Aanbieders - dienstverleners die producten ontwikkelen en aanbieden aan klant
- Bemiddelaars - verkoopt producten van aanbieders. Overeenkomst tot stand laten komen
tussen consument en aanbieder
- Adviseurs - contact leggen tussen consument en aanbieder
, lOMoARcPSD|26286881
1.5 TOEZICHTHOUDERS OP DE FINANCIELE INSTELLINGEN
Wettelijk toezicht - taken toezichthouders staan beschreven in de wet
- Functioneel toezicht - functioneren van het financiële stelsel
§ Minister van Financiën - hoofdverantwoordelijke functioneren financieel stelsel
§ Gedragstoezicht - dienstverlener ten opzicht van consument (AFM)
Toezicht • Werken bedrijven en personen op financiële markten volgens wetten/regels?
*inanciële
instellingen • Banken, verzekeraars, vermogensbeheerders, pensioenfondsen, assaurantie
• Toezicht op financiële dienstverlening aan consumenten (handelen in belang
van klant/juiste/begrijpelijke informatieverstrekking/vergunning verplicht)
Wettelijk Niet wettelijk
• Toezicht op handel in effecten (regelgeving /handelen met voorkennis)
• WFT (elk jaar self assessment (digitale vragenlijst)) - vaststellen voldoen
Strafrechtelijk Functioneel
wettelijke eisen/geven van praktische handvatten/uitvoeren toezicht
§ Prudentieel toezicht (bedrijfseconomisch toezicht) - voorkomen faillissementen
(DNB)
Gedragstoezicht • Solvabiliteits- en liquiditeitstoezicht
• Onderscheid in kredietinstellingen, verzekeraars, pensioenfondsen, effecten-
en beleggingsinstellingen en grenswisselkantoren
Prudentieel
toezicht § Systeemtoezicht - stabiliteit financiële stelsel (DNB)
• Voorkomen systeemrisico’s - problemen binnen een financiële instelling of
markt die leiden tot een economisch verlies of tot verlies van vertrouwen in
Systeemtoezicht het stelsel
• Betrekking op systematisch analyseren en monitoren stabiliteit systeem,
overzicht op betalingssysteem, monetaire beleid en stabiliteit financiële
instellingen.
- Strafrechtelijk toezicht - controleert op strafrechtelijke feiten(fraude/witwassen) (openbaar
ministerie en opsporingsdienst Belastingdienst (FIOD-ECD))
Niet-wettelijk toezicht (zelfregulering) - regels opgesteld door branche van financieel dienstverleners
(maatschappelijke verantwoordelijkheid). Voordelen zelfregulering: breed draagvlak, flexibiliteit en
goedkoop
1.6 BRANCHEORGANISATIES
Nederlandsche vereniging van Banken (NVB) - sterk, gezond en internationaal concurrerend
bankwezen in Nederland. Voor effectieve marktwerking / belangen gesprekspartners. Overleg met
toezichthouders, de Nederlandse overheid en maatschappelijke en belangenorganisaties. Ook
arbeidsvoorwaardenoverleg voor de banksector. Lidt van European Banking Federeation
Dutch Securities Institute (DSI) - vertrouwen van het beleggende publiek in de effectenbranche
versterken door het verstrekken van een keurkerk aan gekwalificeerde effectenspecialisten
Verbond van Verzekeraars - belangenvereniging van particuliere verzekeraars op Nederlandse markt
Leden betalen lidmaatschap en besturen de vereniging. Vertegenwoordigen 95% van verzekeraars.
Adviseurs in Fianciele Zekerheid (Adfiz) - vereniging van registeradviseurs, intermediairs, makelaars
in assurantiën, pensioenen en financiële diensten. Fusievereniging van de Vereniging van
onafhankelijke financiële en assurantieadviseurs (NBVA) en Nederlandse vereniging van
assurantieadviseurs en financieel dienstverleners (NVA). Ondersteunt professionalisering van leden
(met informatie over bedrijfsvoeringen en opleidingen)
Stichting Financiele Dienstverlening (StFD) - bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering van de
markt. Per 31 december 2011 beëindigd. Tot die tijd begeleiden bij aanvraag Wft vergunning, naleven
normen (self assesment via StFD) en overleg met AFM namens partijen.
, lOMoARcPSD|26286881
1.7 KLACHTENINSTITUUT
Twee eisen voor klachtenafhandeling in de wet
- Interne klachtenprocedure - dienstverlener handelt klachten juist en tijdig af. Procedure
schriftelijk vastleggen. Klanten informeren over bestaan procedure
- Erkend klachteninstituut - dienstverlener verplicht aangesloten. Klachteninstituut erkend
door Minister van Financiën.
o Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid)
§ Ombudsman Financiele Dienstverlening - klacht eerst hier voorgelegd
• Ombudsman neemt klacht in behandeling als;
o het een klacht is van een consument,
o die gaat over fianciele producten en diensten onder de
Wft,
o die gaat over financieel dienstverlener aangesloten bij
Kifid, die al is voorgelegd aan dienstverlener en hier een
antwoord op is ontvangen
o die schriftelijk is ingediend en in het Nederlands is
o die niet eerder aan rechter of andere instantie ter
beoordeling is voorgelegd
• Geen kosten aan verbonden
• Eerst contact met dienstverlener voor zijn kant van het verhaal,
eventueel extra informatie bij consument/dienstverlener, uitspraak
• Niet bindend
§ Geschillencommissie Financiele Dienstverlening - vervolgstap
• Behandeld klacht vaak pas als consument verklaart de uitspraak als
bindend te ervaren
• Belang van meer den €100
• Kosten €50
• Bindend
§ Tuchtraad Financiele dienstverlening - extra loket voor consumenten
• Per 1 januari 2008 (Raad van Toezicht verzekeringen verviel)
• Klachten over gedrag verzekeraars
• Houdt zich aan gedragscodes en regelingen van het Verbond van
Verzekeraars
• Bindend
• Samengesteld uit prominente juristen (Raad van State/Hoge Raad
o Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ)
§ Ombudsman Zorgverzekeringen - klacht eerst hier voorgelegd
• Niet bindend
§ Geschillencommissie zorgverzekering -
• Entreegeld €37
• Ziektekostenverzekeraar kan reageren
• Kopie reactie naar consument voor reactie
• Dekking ja/nee - College voor zorgverzekeringen (CVZ)
• Advies CVZ meegenomen, maar niet verplicht op te volgen
• Bindend advies
, lOMoARcPSD|26286881
1.8 WFT-EXAMENINSTITUTEN EN OPLEIDINGSINSTITUTEN
Bij een Wft-exameninstituut kunnen financieel dienstverleners diploma’s halen die voldoen aan
wettelijke vereisten. Zonder diploma geen vergunning, zonder vergunning geen diensten aanbieden.
Exameninstituten hebben te maken met College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD)
1.9 COLLEGE DESKUNDIGHEID FINANCIELE DIENSTVERLENING (CDFD)
College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) - adviseert en ondersteunt de Minister
van Financiën op het gebied van deskundigheid.
- Vaststellen toetstermen voor ontwikkelen van examenopgaven en PE-onderwijsprogramma’s
o Eindtermen - beschrijven wat een kandidaat voor een diploma moet weten
o Toetstermen - eindtermen verder uitgewerkt
o Adviseren Minister van Financiën bij vertaling eindtermen naar toetstermen
o Permanente educatie (PE) - elk anderhalf jaar toets
- Erkennen van en toezien op Wft-exameninstituten
o Voldoen aan bepaalde voorwaarden
o Controle door CDFD
- Aanwijzen diploma’s afgegeven voor 1 oktober 2007 (gelijkstellingsregime)
o Transponeringstabel
o Overige gevallen
1.10 DE NEDERLANDSCHE BANK (DNB)
Vertrouwens in een stabiel financieel stelsel is essentieel voor het functioneren van de economie.
Financiële stabiliteit is de brede doelstelling van DNB.
Totale toezicht (macro-economische toezicht)
- Lage inflatie - Kern monetair beleid is prijsstabiliteit (stijgen/inflatie - dalen/deflatie) en zorgt
voor boud koopkracht. Stabiliteit tussen -2% en +2%
- Veilig betalingsverkeer
- Soliditeit en integriteit van financiële instellingen - sterk maken voor betrouwbaar
financieel stelsel waarin instellingen hun verplichtingen nakomen. Toezicht d.m.v. prudentieel
en systeemtoezicht. Onderdeel daarvan is het structuurtoezicht, bedoeld om ongewenste
machtsposities te voorkomen die door fusies van banken kunnen ontstaan.
Machtsmisbruik/onaanvaardbare financiële risico’s voorkomen samen met Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa)
Oversight
- Vermijden systeemrisico
- Bevordering van een goede werking van het betalingsverkeer in Nederland
1.11 EUROPESE CENTRALE BANK (ECB)
ECB is in 1998 opgericht, gevestigd in Frankfurt, kerntaak is het garanderen van prijsstabiliteit.
- Monetair beleid bepalen en uitvoeren in eurozone
- Valutamarktoperaties verrichten, de officiële valutareserves in landen in de eurozone
aanhouden en beheren
- Bankbiljetten uitgeven in de eurozone
- Een goede werking van het betalingsverkeer bevorderen
Binnen Europa onderscheiden we:
- Eurosysteem - landen die de euro hebben aangenomen (per 1 januari 2011 17 landen)
(Nederland, België, Cyprus, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië,
Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje en Estland)
- Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB) - 27 landen, nog niet alle landen euro
(Denemarken, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen,
Tsjechië, Roemenië en Bulgarije)
