Inclusief hoorcolleges en werkcolleges van FAC van docent: Patrick d'Haens
Voor het MAC gedeelte van dit vak heb ik een aparte samenvatting op mijn account staan!
In mijn persoonlijke samenvatting vind je al de te kennen theorie terug, inclusief verdere verduidelijking en voorbeelden. Daarnaa...
- Inzicht in economisch en institutioneel kader financiële verslaggeving
• bepalend voor kwaliteit financiële verslaggeving
- IFRS = international financial results standards, moeten universeel zijn en
kloppen in elk Europees land, maar ook in Australië
• Probleem – in Amerika gebruikt men andere standards. Met nieuwe
regels probeert men dit geleidelijk aan gelijk te stellen.
• SOX Amerika (De Sarbanes-Oxley wet is een Amerikaanse wet met
standaarden rond financiële verslaggeving in Amerika)
- Analyse van de jaarrekening
• Technieken + aandachtspunten
• Evaluatie kwaliteit gerapporteerde cijfers
• Invloed IFRS
1. Belang Financial accounting
Financieel overzichten (=jaarrekening) : Wettelijk verplicht 1 keer per boekjaar
(meestal hetzelfde als kalenderjaar, maar dit moet niet!). Het moet in principe
12 maanden duren, je kan verkorten of verlengen, maar het kan nooit langer
duren dan 2 jaar. Je kan het boekjaar in de loop van je bedrijf veranderen van
lengte, maar enkel als je hier een goede reden voor hebt. Bv. Je hebt eind
december nog veel extra winst, dan kan je verlengen om deze winst nog te
verwerken. Mag niet elk jaar en niet alleen om fiscale redenen. In België
wettelijk verplicht publieke jaarrekening (het enige land)
- In Amerika 2 jaarrekeningen, bedrijfseconomische en fiscale jaarrekening.
Bij ons is er maar 1. In Amerika mogelijk op ene verlies en andere winst.
1.1 Jaarrekening bestaat uit
- Winst-en-verliesrekening (voorheen resultatenrekening): Alle kosten en
opbrengsten van het bedrijf. Zoals een film, op dag 1 begin je met 0.
• Op winst moet je belastingen op betalen, dus je probeert creatief
deze winst ergens onder te brengen -> opletten bij analyse dus!
- Balans = overzicht activa en passiva. Schulden en bezittingen op 1
moment, een foto dus.
- Toelichting (info over je cijfers, details,… maar dit wordt nog te weinig
gecontroleerd) -> zou heel interessant kunnen zijn!
- Kasstroomoverzicht (IFRS) = van waar komt het geld, en waaraan wordt
dit besteed? Bij een negatieve kasstroom moet er een put gevuld worden
om betalingen aan bv leveranciers te verwezenlijken. Extra geld nodig!
• Prioriteit is een positieve cashflow! (niet perse boekhoudkundige
winst) => je gaat pas failliet als er niet voldoende cashflow is!
1
, - Controleverslag = wordt opgesteld door de bedrijfsrevisor. Hij kijkt alles
na en maakt er een verslag van. Dit is de commissaris, hij is geen btw
controleur, dus hij moet niet persé op zoek gaan naar fraude.
• Maar nu hebben zij wel meldingsplicht als zij verdachte dingen
vinden. Zij zijn aansprakelijk!
- Mutatieoverzicht eigen vermogen (IFRS) -> welke middelen er bijgekomen
zijn bij het EV die kapitaal creëren -> belangrijk voor aandeelhouders
- Grote ondernemingen bundelen deze informatie meestal met niet-
boekhoudkundige informatie over groepsactiviteiten: geeft beeld groep,
controles en strategie bv nieuwe ideeën, milieu, # ongevallen, strategie…
=> Gebundelde info kan mooier voorgesteld zijn dan het is, want dit wordt
niet nagekeken, is extra info voor aandeelhouders.
1.2 Gebruik van de jaarrekening
- Interne gebruikers: zijn het management want deze moeten op basis van
deze info beslissen over: financiering, productie, investering, marketing.
-> Door de globalisering worden de winstmarges vandaag veel kleiner!
• Financiering kan door kaskrediet (in het rood gaan op je rekening).
Maar je moet wel veel rente betalen, soms 17%!
• Je kan ook nieuw kapitaal zoeken of werken met leveranciers die je
pas na 30 dagen betaalt.
• TIP: op basis van financiële overzichten kunnen beslissingen beter
gegrond worden -> bv marketing campagne heeft niet aangeslagen
in 2019 dus in toekomst anders aanpakken!
- Externe gebruikers:
• Aandeelhouders = zitten ook in algemene vergadering, mogen soms
mee beslissen -> vooral interesse in de waarde van hun belegging
• Kredietverstrekkers = banken, leveranciers. Bank vraagt dit
meerdere keren per jaar
▪ Besef: grootste kredietverstrekker is de leverancier bcs 30
dagen betalingsperiode. Dit maakt dat je als leverancier goed
moet zien wie je klanten zijn! Grote bedrijven dwingen hun
leveranciers zelfs tot langere betalingsperiodes.
• Werknemers -> belang voor loononderhandelingen.
• Overheid & rechtbank voor belastingen en ondernemingszaken
• Stakeholders = journalisten, klanten, potentiële beleggers,…
1.3 Angelsaksisch model (Amerika, 20ste eeuw)
Hier zijn er geen boekhoudwetten maar bedrijven maakten eigen regels. Model
zorgde bij ernstige situaties voor grote problemen: Wall Street Crash, Enron was
Amerikaans gezond maar schulden zaten allemaal in buitenlandse bedrijven,…
2
,Bij dit model werd de jaarrekeningen opgesteld in functie van de financiering van
het bedrijf. Door de industriële revolutie werden de bedrijven groter waardoor
dat ze externe financiering nodig hadden om hun groei verder te kunnen zetten.
- De jaarrekening was voor de financiers de enige bron van informatie.
• Het model is gebaseerd op de beurs, dus men moet zichzelf
verkopen. Hierdoor zal men de onderneming altijd beter voorstellen
dan dat ze eigenlijk is.
Gevolg: overheid grijpt in met strengere regels: Security and Exchange
Commission (SEC: Amerikaanse controleur van de beurs, heel streng!) en
Sarbanes-Oxley Act (Sox): meer en juiste informatie publiek maken
Momenteel: IASB = de International Accounting Standards Board (IASB) is een
onafhankelijk internationaal orgaan belast met het opzetten van standaarden
voor jaarverslagen en jaarrekeningen
1.4 Continentaal model (Frankrijk, 1673)
Dit model doet al het mogelijke om de jaarrekening zeker niet beter voor te
stellen dan de realiteit en rekening te houden met alle mogelijke negatieve
factoren. Het hecht dus veel meer belang aan de voorzichtigheid:
- Voorzichtigheid is zeer belangrijk, zeker niet beter voorstellen dan realiteit
en rekening houden met alle negatieve factoren. Bijvoorbeeld je hebt een
gebouw van 1 miljoen, na 20 jaar is het boekhoudkundig afgeschreven en
dus 0 euro waard. De bank is meer geneigd om je geld te geven want dit
gebouw is meer waard dan 0 euro indien het ooit verkocht moet worden.
1.5 Fiscaal aspect
Deze twee modellen kunnen ook gebruikt w. bij de verklaring van belastingen:
- Overheid wil graag belastingen heffen:
• Angelsaksisch: aparte fiscale regelgeving tussen fiscaliteit en
boekhoudregels => aparte jaarrekeningen
• Continentaal: inkomstenbelastingen na vastleggen boekhoudregels,
fiscale vereisten opgenomen => nauw verband
- Fiscale speelt belangrijke rol bij strategische keuzes voor boekhouding en
financiering -> invloed financiële overzichten, betrouwbaarheid?
• Vooral belangrijk in kleinere bedrijven bij overnames
• Fiscaal en bedrijfsresultaat verschillen meestal. Fiscaal meestal
groter.
• Bij het verkopen van de onderneming is het niet handig als er geen
winsten gerapporteerd zijn. Drm vaak 5 jaar voor verkoop
geleidelijk aan winsten laten staan en niet meer fiscaal verdoezelen.
3
, 1.6 Boekhoudkundige keuzes
- Exact winst meten of waarde bedrijf bepalen kan niet!
• Boekhoudregels niet eenduidig, geen exacte wetenschap!
• Winst is schatting
• Waarde is subjectief
- Drie mogelijkheden:
• Regels zijn specifiek zonder keuze: wet of boekhoudstandaard legt
ondubbelzinnig vast wat er moet gebeuren
• Keuze tussen twee of meer regels (komt meeste voor)
• Geen regels: zelf beslissen
=> Dankzij de keuzemogelijkheden is het soms niet mogelijk om jaarrekeningen
te vergelijken -> Oplossing voor het probleem rond subjectief en schatting:
toelichting bevat lijst met gemaakte keuzes (methode waardeverminderingen,…)
1.7 Relevantie tegenover betrouwbaarheid
- Meest betrouwbare informatie = oude informatie
• Bcs pas na verloop van tijd is het onherroepelijk
- Meest relevante informatie = recente informatie
• Bcs die kan nog gebruikt w. om in te grijpen in de nabije toekomst
=> Om nuttige boekhoudkundige informatie te zijn moet het relevant en
betrouwbaar zijn
- Informatie bevat vaak ramingen => spanning tussen relevantie en
betrouwbaarheid= keuzes maken
- Echte “winst” pas gekend na stopzetten bedrijf! In praktijk niet mogelijk.
1.8. Fundamentele Accountingprincipes
1.8.1 Basisprincipes
- Ondernemingsentiteit = boekhouding w. steeds gevoerd voor een aparte
entiteit. Enkel verrichtingen v/d rechtspersoonlijkheid mogen erin komen.
- Monetaire kwantificering = In je boekhouding vind je enkel dingen terug
die je kan uitdrukken in geld. Meestal in euro, maar je mag een afwijking
aanvragen bijvoorbeeld als je in de scheepvaart zit en alles in dollar doet.
- Consistentie = Je moet consistent zijn, afspraken altijd gelijk toepassen.
Maakt niet uit wie het boekt, moet op dezelfde manier gebeuren!
- Continuïteitsassumptie (going concern)= Je mag er in je boekhouding
vanuit gaan dat je bedrijf blijft bestaan, niet de dag er na failliet gaat. Dit
is belangrijk omdat je veel gebruik maakt van schattingen en
afschrijvingen in boekhouding.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper studentmodeltraject. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,79. Je zit daarna nergens aan vast.