Duidelijke samenvatting (met veel foto's) van oculaire anatomie en fysiologie, gegeven door Marc Veenstra. Het is geschreven in het Nederlands en Engels.
Hallo! Heel jammer te zien dat mijn samenvatting niet aan jouw verwachting voldoet! Ik hoor graag wat ik kan verbeteren.
Door: femkevanos01 • 3 jaar geleden
Hoi! Zag dat ik twee sterren had gegeven maar dat moesten er drie zijn. Ik had een vertaalde samenvatting verwacht maar veel is Engels dus vandaar :) Verder is hij erg fijn! Bedankt.
Door: elisederuiter • 3 jaar geleden
Goed dat je dat zegt, ik zal het in de omschrijving aangeven! Dankje!
HOORCOLLEGES
WB1 Cornea & Sclera
WB2 Uvea
WB3 Retina
WB4 Lens
WB5 Kamerwater
WB6 Oculaire Embryologie
WB9 De adnexen van het oog
WB10 De extrensieke oogspieren
WB11 De Schedel
LITERATUUR
WB1 Remington Hfd 2
Pauwels Afbeelding V-19 & Text
o De relatie tussen de meningen en de tunica fibrosa;
o De bouw van de cornea omschrijven;
o De verschillen in dikte van de cornea omschrijven;
o De bouw (histologie) en functie van de vijf lagen van de cornea omschrijven;
Epitheel van de cornea.
Membraan van Bowman.
Stroma van de cornea.
Membraan van Descemet.
Endotheel van de cornea.
o Uitleggen hoe de bouw van het stroma er voor zorgt dat de cornea transparant kan zijn;
o Uitleggen wat het effect van oedeem is op de transparantie van de cornea;
o Uitleggen hoe de zonula occludens bijdraagt aan het transparant houden van de cornea;
o Uitleggen hoe de verbinding is tussen het epitheel van de cornea en het stroma;
o De innervatie van de cornea beschrijven;
o De knipperreflex uitleggen (verloop van de zenuwbaan vanaf de cornea, via n. ciliaris longus,
naar de N. facialis naar de oogspieren);
o De oorzaak en symptomen geven van Recidiverende cornea-erosie (Recurrent Corneal Erosion)
o Uitleggen wat de relatie is tussen een verzwakking van de lamellae van het stroma en
keratoconus;
o Uitleggen wat de relatie is tussen het membraan van Descemet en de ring van Schwalbe;
o Uit kunnen leggen wat er met het endotheel van de cornea gebeurt wanneer cellen afsterven (de
relatie tussen de vorm van de cellen en het aantal cellen);
o Uit kunnen leggen hoe het herstel is van de vijf lagen van de cornea na beschadiging;
o Weer kunnen geven waar het scleraal spoor (scleral spur) zich bevindt;
o Weer kunnen geven waar de limbus zich bevindt;
o Weer kunnen geven wat de bouw en functie is van lamina cribrosa;
o Weer kunnen geven wat het effect kan zijn van hoge oogdruk op lamina cribrosa;
o Beschrijven welke structuren en in welke volgorde je deze ziet bij gonioscopie.
WB2 Remington Hfd 3
Pauwels Afbeelding III-1 & Tabel III-1 & Text
Pauwels Afbeelding III-11 & Text
Pauwels Afbeelding II-11 en II-12 & Text
o De drie regio’s van de uvea benoemen en de functies hiervan uitleggen;
o De lagen van de iris kunnen benoemen;
o De regio’s van de iris kunnen benoemen;
o Uit kunnen leggen wat de oorsprong van de collarette is;
o Uit kunnen leggen wat een nevus is;
o Uit kunnen leggen wat het verschil is tussen:
Sproeten
Moedervlek (ook wel: nevus of naevus)
Basaalcelcarcinoom
Melanoom
o De drie lagen van de iris kunnen omschrijven;
o De sympathische en de parasympatische innervatie van de spieren in de iris kunnen uitleggen;
o Het syndroom van Horner kunnen uitleggen;
o Het pigment dispersie syndroom kunnen uitleggen;
, o De kleur van de iris kunnen verklaren;
o De relatie tussen het corpus ciliare en het lenskapsel kunnen uitleggen;
o De functie van het epitheel van het corpus ciliare kunnen uitleggen;
o De productie van kamerwater uit kunnen leggen;
o De lagen van de choroidea kunnen vertellen;
o Het mechanisme van maculadegeneratie kunnen uitleggen;
o De doorbloeding van de uvea kunnen uitleggen.
WB3 Remington Hfd 4
Pauwels Afbeelding II-4 en II-5 & Text
o De bouw en functie van de RPE cellen uitleggen;
o Uit kunnen leggen welke drie factoren de staafjes en de kegeltjes vasthouden in de RPE laag;
o Weer kunnen geven tussen welke twee lagen ablatio rétinae meestal plaatsvindt;
o De functies van de Mullercellen kunnen beschrijven;
o De bouw van een fotoreceptor kunnen omschrijven;
o De verdeling van de staafjes en kegeltjes over de retina kunnen omschrijven;
o De plaats en functie van de bipolaire cellen kunnen weergeven;
o De plaats en functie van de ganglioncellen kunnen weergeven;
o Het verloop van de axonen van de ganglioncellen over de retina kunnen weergeven;
o Weer kunnen geven wat de functie is van de W-cellen van de ganglioncellen;
o De plaats van de amacriene cellen kunnen benoemen;
o De plaats en functie van de horizontale cellen kunnen benoemen;
o De 10 lagen van de retina kunnen benoemen;
o De functie van rodopsine kunnen omschrijven;
o De macula lutea kunnen omschrijven;
o Het verschil tussen klinische macula en anatomische macula aangeven;
o Het verloop van de bloedvaten in de retina kunnen omschrijven;
o De bouw en functie van de papil kunnen omschrijven;
o De bouw en functie van Lamina cribrosa kunnen omschrijven;
o Beschrijven van de 10 retinalagen met behulp van een OCT opname.
WB4 Remington Hfd 5
Pauwels Afbeelding III-4 en III-10 & Text
o De anatomie van de lens kunnen omschrijven;
o Het lenskapsel kunnen omschrijven;
o De lensvezels kunnen omschrijven;
o De opbouw van de lensvezels beschrijven;
o De bouw en werking van de zonula-vezels kunnen omschrijven;
o De werking van het accommodatiemechanisme kunnen beschrijven;
o Het effect van parasympathische activatie op de m. ciliaris kunnen omschrijven;
o De verschillende vormen van cataract kunnen omschrijven;
WB5 Remington Hfd 6
o De productie van kamerwater beschrijven;
o De afvoer van kamerwater beschrijven;
o De anatomie kunnen beschrijven van
het trabekelsysteem;
het scleraal spoor
de lijn van Schwalbe;
de m. ciliaris;
het kanaal van Schlemm;
de episclerale vene;
Het belang van de kamerhoek voor de afvoer van het kamerwater kunnen uitleggen;
De twee wegen van de afvoer van het kamerwater kunnen uitleggen (de conventionele
weg via het trabekelsysteem en de uveosclerale uitstroom;
o Kunnen omschrijven welke structuren zichtbaar zijn met gonioscopie;
o Uit kunnen leggen waar oogdrukmedicatie kan aangrijpen (één punt van productie en twee van
uitstroom);
o Uit kunnen leggen waar adhesies bestaan met de retina en papil
o Uit kunnen leggen welke invloed veroudering heeft op het corpus vitreum;
o Uit kunnen leggen hoe floaters de waarneming beïnvloeden;
WB6 Remington Hfd 7
o De embryonale ontwikkeling van het CZS uitleggen;
o De primaire en secundaire hersenblaasjes benoemen;
o Weer kunnen geven welke structuren zich ontwikkelen uit de secundaire hersenblaasjes;
o De ontwikkeling van de optische blaasjes beschrijven;
, o Beschrijven hoe de ontwikkeling is van:
De optische steel
De arteria hyaloidea
o Uitleggen wat er verstaan wordt onder:
Inductie
Microftalmie
Lens placode
o De embryonale ontwikkeling van de lens omschrijven;
o De embryonale ontwikkeling van het hyaloidae arteriële systeem beschrijven;
o De vascularisatie van de retina beschrijven;
o Premature retinopathie kunnen uitleggen;
o De ontwikkeling kunnen uitleggen van:
De cornea
WB9 Remington Hfd 9
Pauwels Afbeelding VII-7 & Text
Pauwels Afbeelding III-13 & Text
Pauwels Afbeelding VII-9 & Text
Martini Hfd 5.1 – 5.8
o De belangrijkste structurele kenmerken van de epidermis beschrijven en het functionele belang
ervan verklaren;
o De structuur en de functie van de dermis omschrijven;
o De structuur en functie van de subcutis omschrijven;
o De verschillende soorten klieren van de huid beschrijven;
o De plaats en functie van de volgende spieren beschrijven
m. corrugator supercilii
m. orbicularis oculi
m. levator palpebrae (levator spier)
m. tarsalis superior (spier van Müller)
o De innervatie van de volgende structuren beschrijven:
m. orbicularis oculi
m. levator palpebrae (levator spier)
Glandula lacrimalis
o De kenmerkende anguli, sulci, plica en fissura van en rond het oog kunnen omschrijven;
o Uit kunnen leggen hoe de ogen zich sluiten;
o Uit kunnen leggen hoe de ogen open gaan;
o De bouw, functie en uitscheidingsproducten kunnen omschrijven van:
Klieren van Meibom (glandulae tarsales)
Klieren van Zeis
Klieren van Moll
Gobletcellen (slijmbekercellen) van de conjunctiva
o Weer kunnen geven wat er met de volgende termen wordt bedoeld:
hordeolum internum
pterygium
o De bouw en functie van traanklier en traanafvoersysteem beschrijven;
o De traanfilm beschrijven en uitleggen waar de drie lagen van de traanfilm vandaan komen;
o De vier verschillende delen van de conjunctiva beschrijven;
WB10 Remington Hfd 10
Pauwels Afbeelding III-1, III-3, III-4, III-6, III-13 & Text
Pauwels Afbeelding IV-1, IV-5, IV-6 & Text
Pauwels Afbeelding VI-1, VI-2 & Text
o Weer kunnen geven rond welke assen de monoculaire oogbewegingen (ducties) plaatsvinden;
o Weer kunnen geven welke ducties er zijn;
o Weer kunnen geven wat binoculaire oogbewegingen (versies) zijn;
o Uit kunnen leggen wat een gezichtsveld is;
o Uit kunnen leggen wat de volgende begrippen betekenen:
Stereoscopisch zien
Esotropie en esoforie
Exotropie en exoforie
Hypertropie
Hypotropie
, Diplopie
Vergenties (betekenis van convergentie en divergentie)
o De zes extrinsieke oogspieren kunnen benoemen en hun werking kunnen beschrijven;
o De origo en insertie van de zes extrinsieke oogspieren kunnen omschrijven;
o De innervatie van de zes extrinsieke oogspieren kunnen omschrijven;
o De wet van Sherrington kunnen uitleggen;
o De wet van Hering kunnen uitleggen;
o De begrippen agonist, antagonist en yoke muscles kunnen uitleggen
o Verschillen tussen intrinsieke en extrinsieke spieren.
WB11 Remington Hfd 8
Pauwels Afbeelding V-3 & Text
o De botten van het (neuro)cranium benoemen en aanwijzen;
o De botten en structuren van de schedelbasis benoemen en aanwijzen;
o De botten en structuren van de orbita benoemen en aanwijzen;
o De sinus paranasales kunnen beschrijven;
o De pezen en steunweefsels van de oribita kunnen beschrijven.
TENTAMEN
WB12 Testvision Toets (60 MC vragen)
, CHAPTER 2: CORNEA AND SCLERA
TUNICA FIBROSA
De tunica fibrosa bestaat uit de cornea en
sclera. Het is een voortzetting van de dura
mater rondom de hersenen.
The nerve fibers forming the optic nerve exit
the eye posteriorly through a hole in the sclera
that is occupied by a mesh-like structure called
the lamina cribrosa. Het bestaat uit een zeef
met hele kleine gaatjes en is een zwakke punt
in de sclera.
De oogbekers zijn een uitstulping van de
hersenen. De retina bestaat uit zenuwweefsel.
Hersenvliezen. De hersenen hebben vliezen met verschillende laagjes en vloeistof (liquor) als ondersteuning daar
tussen in.
,De hersenvliezen kunnen we terug vinden in de tunica fibrosa. Bij de tunica fibrosa zit er geen liquor tussen de
vliezen. De tunica fibrosa is een voortzetting van de dura mater.
Papil oedeem bij idiopathische intracraniële
hypertensie. Bij een verhoogde bloeddruk in
de schedel, kan de liquor van de hersenen
tussen de pia mater en arachnoidea van de
optische schijf komen. De oogzenuw zwelt op
en de papil wordt naar buiten gedrukt.
,Beoordeel de retina met een opthalmoscoop.
Normale fundus
Central thickness = 0.53mm
Peripheral thickness = 0.7mm
.
Pachymetrie is een onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van
geluidsgolven om de precieze dikte van de cornea te bepalen.
De gemiddelde breking van het oog is 60 dpt.
De lens breek lens met ongeveer 20 dpt.
De cornea breekt de lens met 43 tot 48 dpt.
Bij LASIK kan je de dikte van de cornea wijzigen om de
breking van de cornea te corrigeren. Eerst wordt een dun
flapje epitheel en stroma voor een deel losgesneden.
Daarna wordt de stroma gelaserd tot maximaal -10 dpt.
Cornea moet minimaal 0,46mm dik te zijn om LASIK uit
te kunnen voeren. De flapje wordt weer terug gelegd.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elisederuiter. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.