STP
Het is een strategisch framework dat wordt gebruikt in marketing. Het is ontworpen om bedrijven te
helpen hun markten te begrijpen, hun doelgroepen te identificeren en hun producten of diensten
effectief te positioneren.
Segmentati houdt in dat de markt wordt opgesplitst in verschillende subgroepen of segmenten op basis
e van gedeelde kenmerken, behoeften, attitudes of gedragingen. Het doel van segmentatie is
om de diversiteit binnen de markt te begrijpen en groepen consumenten met vergelijkbare
kenmerken te identificeren.
Targeting houdt in dat je selectief een of meer specifieke segmenten kiest die het meest aantrekkelijk
zijn voor je bedrijf. Hierbij houd je rekening met factoren zoals segmentgrootte, groeipotentieel,
winstgevendheid en compatibiliteit met de bedrijfsstrategie. Het doel van targeting is om je
marketinginspanningen te richten op de segmenten met het grootste potentieel voor succes.
Positioning houdt in dat je je product, merk of dienst op een unieke en aantrekkelijke manier positioneert in
de gedachten van consumenten ten opzichte van concurrenten. Het gaat erom een duidelijk
en onderscheidend voordeel te communiceren dat jouw aanbod biedt en dat relevant is voor
de gekozen doelgroep. Het doel van positionering is om een sterke positie in te nemen in het
brein van de consument en een voorkeurskeuze te worden.
Waarom adverteren
Bewust maken Je kunt niet kopen wat je niet weet dat het bestaat
Verlangen stimuleren Kanaliseren van behoeften naar wensen voor specifieke producten
Differentiatie benadrukken unique selling proposition (USP) wat een merk aanbiedt dat de concurrenten
niet bieden
Overreding
- Het overhalen van mensen om iets te doen of juist niet te doen, door een beroep te doen op hun
diepere verlangens.
Persuasion Reacties van consumenten veranderen of het beïnvloeden van gevoelens, attitude
Alfa strategie Aantrekkingen verhogen door argumenten, incentives, schaarste
Omega strategie Weerstand verminderen door tegenargumenten, afleiding, pogingen om de boodschap
minder overreding te laten lijken, negatieve emoties zoals angst of schuld
Reacties van consumenten
Cognitie Overtuigingen en gedachten over merken of producten bijv. merkherkenning, attitude,
merkvoorkeur
Affect Gemoed/stemming en emoties bijv. positief of negatief gevoel
Gedrag Intentie en feitelijk gedrag
(conatie) Bijv. aankoop, keuze, uitproberen van product, overstappen naar een ander product
Correlatie
Een verandering in de ene variabele wordt geassocieerd met een verandering in de andere
Correlationele relaties
Aantal argumenten in een reclameboodschap en houding tegenover het geadverteerde product
, Causale verbanden, 3 voorwaarden
A moet voorafgaan aan B Temporele opeenvolging van
gebeurtenissen
Veranderingen in A moeten samengaan met veranderingen in B Correlatie
De verandering in B mag alleen worden toegeschreven aan Derde variabele probleem
veranderingen in A andere verklaringen mogen niet aannemelijk zijn
Analyseren van consumentenreacties
Manipuleer x Onafhankelijke variabele (OV)
Beoordelen van het effect op Afhankelijke variabele (AV)
Y
Willekeurige toewijzing aan de -Geen systematische verschillen tussen de groepen voordat de OV werd
groepen gemanipuleerd
-Verandering in de AV kunnen enkel worden toegeschreven aan de OV
Experimenten: het vaststellen van causaliteit
Manipuleren “aantal argumenten” (OV)
- 2 argumenten vs. 5 argumenten
- Willekeurige toewijding
Hoofdeffect van aantal argumenten (OV) op “productattitude” (AV)?
Moderatie
Wanneer het effect van X op Y afhang van M (moderator)
Interactie tussen X en M op Y
Het effect van het aantal argumenten op productattitude hang af van de mate van betrokkenheid van
de consument (er is dus een interactie tussen het aantal argumenten en de betrokkenheid van de
consument)
,Factoriële experimenten
Twee of meer OV’s
Hoofdeffecten
Interactie-effecten
Mediatie
Waarom het effect van X op Y optreedt, dieper graven in de onderliggende redenen van het effect van
X op Y via M
Hoofdeffect
Is er een verschil in gemiddelde van de ov tov van elkaar
, Reclame effectiviteit
Modelleren aanpak
Deze aanpak richt zich op statistische analyse en modellen om reclame effectiviteit te kunnen
voorspellen op niveau van de gehele markt of marktsegmenten
Concaaf-sales- response Het effect van reclame neemt af naarmate het budget toeneemt
model - Wear-out het effect dat een campagne aan effect verliest wanneer
advertenties gedurende een lange tijd vaak worden herhaald.
S-vormig sales-response Herhaling is nodig om de boodschap en al haar bedoelingen te kunnen
model begrijpen en om positieve gevoelens ten opzichte van het product of
merk te ontwikkelen, stijgt de verkoop met toenemende uitgaven tot
verzadigingspunt
Kritiek op modellering -Verstorende effecten (derde variabelen probleem)
→ Moeilijk te isoleren netto-effect van reclame
→ Rol van andere factoren (andere elementen van de promotiemix)
- Zegt niet over onderlinge processen
-Gedragsbenadering nodig als aanvulling
Gedragsmatige aanpak:
Hiërarchie van effectmodellen
Richt zich op de gedragingen van consumenten, wat ze kopen, herkopen en hun vertrouwen.
3 fases
Cognitieve fase - Bewuste aandacht en nadenken over advertentie-inhoud
Affectief stadium - Emotionele reacties, vorming van houdingen en voorkeuren
Conatieve fase - Gedragingen die voortvloeien uit blootstelling aan advertenties
Kritiek → Alleen aandacht voor specifieke boodschappen, in plaats van interacties met andere
marketing factoren
Wat uitleg Kritiek
Cognitieve Focus op verschillende gedachten die De betrokkenheid van de consument bij
respons mensen hebben in reactie op reclame is doorgaans beperkt
benadering advertenties,
We zetten onze kostbare cognitieve
sterke betrokkenheid, kennis of capaciteit alleen in wanneer we de taak
bekwaamheid en mogelijk tot verwerking belangrijk genoeg vinden (motivatie) en
resulteren in meer cognitieve verwerking daartoe in staat zijn (ability).
Dual process Hoe gedachten op twee verschillende
models manieren kunnen ontstaan, of als
resultaat van twee verschillende
processen. Vaak bestaan de twee
processen uit een impliciet, onbewust
proces en een expliciet, bewust proces.
Beslissingen zijn een continuüm
Onbewuste Het activeren van een concept in het -Onbewust, automatische processen zijn
processen geheugen van de consument kan gedrag de regel, niet de uitzondering weinig
beïnvloeden, zonder dat het individu zich betrokkenheid bij reclame,
bewust is van de invloed (kerstman < -Merkbekendheid als noodzakelijk
coca cola) uitgangspunt