Antwoord: I : inleiding
M : Methode
R: resultaten
A: and
D: Discussie
2.
Waar gebruikt men de IMRAD structuur voor?
Antwoord: Voor een wetenschappelijk artikel
3.
wat is statische significantie?
Antwoord: Statische significantie impliceert dat de verschillen tussen 2 behandelingen , bv de resultaten van een meta-analyse , echt zijn en niet gebasseerd op puur toeval of kans.
4.
Wat is standaardafwijking of standaarddeviatie?
Antwoord: De meest complexe van de 3 spreidingsmaten .
Geeft de mate van spreiding aan in bepaalde data
5.
Wat is Forest plot?
Antwoord: Een illustratie van een meta-analyse. Toont resulaten van zowel elke individuele studie als het gecombineerde resultaat.
6.
Wat is het verschil tussen afhankelijke en onafhankelijke variabele?
Antwoord: Bekijk eerst de richting v/h effect : toont het gecombineerd effect een positief of een negatief effect i/d interventiegroep , vergeleken met de controle groep?
Daarna kijk je hoe precies de resultaten v/d meta-analyse zijn, via de breedte v/h betrouwbaarheidsinterval.
8.
Wat is een mediator?
Antwoord: Verklaart relatie tussen onafhankelijke en afhankelijke variabele . Hoe en waarom is er een relatie?
9.
Wat is een moderator?
Antwoord: Gaat over de sterkte v/d relatie tussen onafhankelijke en afhankelijke variabele. Wanneer zal de relatie stand houden.
10.
Wat is het verschil tussen inductie en deductie ?
Antwoord: Inductie: vertrekt vanuit een waarneming (empirische realiteit) -> theorie
Deductie : vertrekt vanuit een theorie/ idee -> onderzoeksvraag wordt opgesteld -> data realiteit.
onderzoekdesign........................................................................................................................................................................7
indeling van soorten designs..................................................................................................................................................7
Onderzoeksproces....................................................................................................................................................................13
Kwanitatief onderzoek : niveau van bewijskracht...............................................................................................................14
onderzoekspyramide incl. kwalitatief onderzoek................................................................................................................14
onderzoeksdesign : mate van manipulatie..........................................................................................................................15
Kwantitatief onderzoek via enquetes............................................................................................................................... 23
Methoden van dataverzameling ( p260 overzicht focusgroepen )..........................................................................................25
, Verwerking van kwalitatieve gegevens...................................................................................................................................25
Fasen van data-analyse...........................................................................................................................................................26
grondig kennismaken met de data ( P313...........................................................................................................................26
Opdelen en open coderen...................................................................................................................................................26
beschrijven en theorievorming............................................................................................................................................26
concluderen..........................................................................................................................................................................27
Methoden van dataverwerking...............................................................................................................................................27
Beoordelen van kwalitatief onderzoek....................................................................................................................................28
Streven naar betrouwbaarheid en geldigheid.........................................................................................................................29
Data analyse in kwantitatief onderzoek........................................................................................................................... 30
Beschrijven van variabelen......................................................................................................................................................30
Verbanden tussen variabelen..................................................................................................................................................30
Verschillen tussen variabelen...................................................................................................................................................30
Beschrijven van afzonderlijke variabelen......................................................................................................................... 33
Afzonderlijke variabelen beschrijven.......................................................................................................................................33
Beschrijven van deelnemers aan eindwerk/onderzoek/…..................................................................................................33
Beschrijving nominale gegevens..........................................................................................................................................33
Beschrijving kwantitatieve variabelen.................................................................................................................................34
kengetallen...........................................................................................................................................................................34
Beschrijven van een combinatie van variabelen......................................................................................................................36
Significantie..........................................................................................................................................................................36
Beschrijven van een combinatie van variabelen............................................................................................................... 41
Assesments...............................................................................................................................................................................43
Plaats van assessment in onderzoeksproces.......................................................................................................................43
Wat is assessment?..............................................................................................................................................................44
Rapportage..............................................................................................................................................................................52
Rapportage in onderzoeksproces........................................................................................................................................52
Waarom rapporteren?.........................................................................................................................................................53
, Rapportagevormen..............................................................................................................................................................53
Structuur & inhoud van de rapportage................................................................................................................................53
SVEN VAN GEEL
INTRODUCTIE
WETENSCHAP
Wil de realiteit kennen
Realisme – hypothetisch realisme – constructionisme
Wetenschap realiteit is dus:
Complex
Dynamisch
Uniek
Obscuur
Constructen kunnen uitleggen op het examen
Denken in concepten
o = veralgemeende eigenschappen van een object ,
een gebeurtenis of mensen
o We gebruiken concepten om vat te hebben op de
wereld, nodig om de wereld te begrijpen
o Het is tastbaar en observeerbaar
Construct
o Hogere orde concepten
o Meer abstract, bestaan uit concepten
o Multidimensioneel
o Constructed
o Constructen onderzoeken
Geheugen
o Niet tastbaar, maar iedereen weet wat je ermee bedoelt
o Rechtvaardigheid (ander construct) (te maken met de juiste dingen doen)
o Patient-tevredenheid (construct tastbaar maken) (vragenlijst maken)
De studenten gaan na het examen stevig feesten
Concepten geven aanleiding (examens geven stress dus erna gaan feesten)
Conceptuele systemen zijn analoog aan mentale mappen.
, Wetenschappelijke theorieën zijn conceptuele systemen
Speciaal construct = variabele
(= Eigenschap, something that varies)
Soorten variabelen in onderzoek Afhankelijk >< onafhankelijk Moderator >< mediator
Variabelen : kan alle waarde aannemen , ook halfjes. En kan bepaalde aantal waarden aannemen.
Discreet VS continu (meerkeuzevraag op het examen !!!)
Discreet : kan een aantal waarden aannemen (aantal studenten ergotherapie in deze les, hondenrassen)
Continu : kan alle waarden aannemen (prijs fiets)
Waar is onderzoeker meest in geïnteresseerd???
Realiteit
Oorzaken en Gevolgen
Correlatie foutief interpreteren
Wetenschap?
Wil de realiteit kennen
Verschil goed kennen voor het examen
De onafhankelijke variabele wordt verondersteld een effect te hebben op de afhankelijke variabele
Variabele
Het effect van een oefening op osteoporose ? -> onafhankelijke variabele
Het effect van osteoporose op het voorkomen van fracturen? -> onafhankelijke variabele
Het effect van oefeningen van osteoporose ? -> Afhankelijk variabele
Het effect van osteoporose op voorkomen van fracturen? -> Afhankelijke variabele
Verschil Mediator en moderator
Mediator= verklaart relatie tussen onafh en afh variabele hoe en waarom is er een relatie
Moderator= gaat over de sterkte van de relatie tussen onafh en afh variabele wanneer zal relatie stand houden
Correlatie foutief interpreteren
Getrouwde mannen leven langer? Zorgt het huwelijk hiervoor (emotionele en
praktische ondersteuning)? Of is het andersom, gezonde, rijke mannen met een
goede job leven langer. En zij hebben meer kans om te huwen
Je kan oorzaak en gevolg er niet zomaar uithalen , weten de oorzaak niet.
Wetenschap :
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ergostudentje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.