BEHANDELING: INTERVENTIES BINNEN
DE ORTHOPEDAGOGIEK
COLLEGE 1: INLEIDING EN GESCHIEDENIS
Doelen voor ‘Behandeling’ samengevat
1. Inzicht
- Grip krijgen op belangrijke behandelmethodes binnen de orthopedagogiek
2. Evidence-based
- Evidence-based werken en denken
o Waar is wetenschappelijke evidentie voor. Waar is naar gekeken? Wat waren de uitkomsten? Hoe kunnen
we dit toepassen in de praktijk?
3. Keuzes maken
- Behandelmethodes kunnen overzien, kiezen en toepassen
o Welke behandeling past het best bij jouw cliënt en specifieke situatie
4. Etische aspecten
- Ethisch handelen en behandelen
5. Therapeutische relatie
- Noties over de therapeutische relatie (met cliënt en ouders)
Hoorcolleges en tentamen
- Hoorcolleges en boek
o Hoorcolleges on campus, m.u.v. 22 en 23 mei (weblectures)
o Hoorcolleges zijn niet verplicht, worden niet opgenomen
o E-boek: Martin, G., & Pear, J. (2019; 11th edition). Behavior modification; what it is and how to do it?
o Overige tentamenstof zie Brightspace
- Tentamen
o 30 multiple choice-vragen
o Vragen gaan over de hoorcolleges, het boek en de artikelen (zie Brightspace)
o ‘Notes for further learning’ horen niet bij de tentamenstof
o Hoofdstuk 28 is deels verwerkt in dit college (hoorcollege is tentamenstof), maar hoef je niet ‘los’ te leren
voor het tentamen!
GEDRAG
Wat is gedrag?
- Alles wat een persoon zegt of doet, bijv. een activiteit, actie, prestatie, reactie of respons.
- Elke observeerbare en meetbare activiteit van een organisme: spier-, klier- of elektrische activiteit.
o hoeven dus niet alleen mensen te zijn!
- Gedrag is niet altijd overt/observeerbaar!
o Overt = gedrag dat te zien is aan de buiten kant
Huilen, spelen, tekenen etc.
o Covert = gedrag dat niet te zien is aan de buitenkant. Gedrag dat zich in jou afspreekt.
Bijvoorbeeld een tiener die veel piekert.
- Externaliserend gedrag: we denken dat jongens en meisjes dit gedrag op een andere manier tonen. Meiden doen dit
meer covert. Bijvoorbeeld: roddelen (achter de rug om).
, Wat is gedragsmodificatie?
- Gedragsmodificatie: met technieken en principes wordt gedrag van mensen beoordeeld en verbeterd, zowel overt
als covert gedrag. Het doel is om het welzijn van mensen te verbeteren.
- Kenmerken:
1. Problemen definiëren in termen van gedrag dat we kunnen meten. Veranderingen in gedrag is de beste indicator
voor oplossingen.
o Problemen worden gedefinieerd aan de hand van gedrag. Beste indicator voor of we het kunnen oplossen
zijn veranderingen in gedrag.
2. Iemands omgeving wordt aangepast om mensen beter te laten gedijen. Stimuli= mensen/objecten/gebeurtenissen
aanwezig in de omgeving die van invloed zijn op iemands gedrag.
o Door aanpassing omgeving het gedrag van iemand veranderen.
o Omgeving: domeinen thuis, vriendjes, op school, alle mensen die daar onderdeel vanuit maken. Iedereen
die om het kind heen staat.
3. Methodes en rationales worden precies beschreven zodat ze gerepliceerd kunnen worden.
o Heel precies wordt er beschreven wat er is gedaan en door wie. Dit maakt het mogelijk dat iemand anders
deze gedragsmodificatie kan repliceren.
4. Technieken worden toegepast door mensen in het dagelijks leven van een persoon, bijv. ouders, leerkrachten en
anderen.
o Gedragsmodificatie is relatief makkelijk om toe te passen. Therapeut kan allerlei mensen uitnodigen om het
met diegene te doen.
o Er zijn veel mensen betrokken, niet alleen de professional.
5. Oorsprong in onderzoek uit de leerwetenschap.
o Technieken die worden gebruikt hebben een basis in de wetenschap over de lering.
6. Aantoonbaar wordt gemaakt dat een interventie de oorzaak is voor gedragsverandering.
o We willen altijd oorzaak-gevolg duidelijk krijgen. Het moet duidelijk zijn of de gedragsmodificatie heeft
gezorgd voor de verandering van gedrag, of dat iets anders dit veroorzaakt heeft.
7. Grote verantwoordingsplicht van de betrokkenen bij interventies (client, medewerkers etc.).
o We gaan uit van verantwoordelijkheid (accountability) van de therapeut en alle betrokkenen bij de
gedragsmodificatie. Gedragsmodificatie heeft grote gevolgen, daar moet men bewust van zijn.
Oefenvraag
Welke van de onderstaande beschrijvingen wordt NIET beschouwd als gedrag in de context van gedragsveranderingen?
a. Oefenen met pianospelen
b. Een 10 halen voor Behandeling: interventies binnen de orthopedagogiek
- Is een product van gedrag. Je moet gedrag laten zien om dit te behalen (naar colleges gaan, literatuur lezen etc.)
c. Iemand zoenen
d. Opruimen
TIJDLIJN GEDRAGSMODIFICATIE