Bussines for creatives:
Week 1:
Waarom kunnen de makers niet gewoon maken?
1. De mens is de organisatie
2. De samenwerking in de organisatie
3. De doelgerichtheid binnen de organisatie
4. De continuïteit binnen de organisatie
Bedrijfskunde: het vakgebied dat zich bezighout met de organisatie en marktomgeving van
bedrijven. Bedrijfskunde is overkoepelend vakgebied en bestaat uit meerdere disciplines.
Hoe is een bedrijf opgebouwd?
De doelstellingen van een bedrijf gaan als volgt:
1. Bedrijfsdoelstellingen
2. Marketingdoelstellingen
3. Sociale media doelstellingen
4. Sociale mediamiddelen
Als je dit niet weet is het lastig om te maken wat je wilt maken omdat je wel het bedrijf moet
kennen.
De belangrijkste eigenschappen van geld zijn: rekeneenheid, vergoedingsmiddel,
oppotmiddel en ruilmiddel. Dit is hetgeen dat mensen accepteren in ruil voor goederen en
diensten. Geld is macht/geloof/vertrouwen. Geld begint bij schuld, wie geld heeft, heeft vaak
ook schuld.
Guilt is morele schuld, debt is financiële schuld, in Nederland is schuld allebei.
Financiële schuld (debt) speelt een onmisbare rol in onze hedendaagse kapitalistische
samenleving. Sterker nog het is de spil die het kapitalistische rad draaiende houdt, zonder
schuld valt de huidige economie uit elkaar
,Bij waarde kan je verschillende vragen stellen:
Hoe belangrijk vind je iets?
Hoe graag wil je het hebben?
Wat kan het aan geld opbrengen?
Er zijn verschillende soorten waarde:
Gevoelswaarde, emotionele waarde en objectieve waarde (prijs)
Vanuit de organisatie is toegevoegde waarde die de organisatie op de markt heeft zijn
producten/diensten die de organisatie aanbiedt (deze producten kunnen een waarde zijn)
Vanuit de klant is een combinatie van factoren die een klant meenemen in zijn overwegingen
om iets wel of niet te kopen zijn of haar waarde. Herkent de consument de waarde van het
product?
Kwantitave waard creatie zijn: prijs, snelheid en service. Kwalitatief zijn dit: ontwerp,
ervaring, imago en experience. Waardecreatie is ook: performance verbetering,
duurzaamheid, aandacht, nieuwheid, gelijke waarde lagere prijzen, beperking op risico’s en
service.
Waarde is nut. Waarde van de klant is economisch nut
Er zijn 5 verschillende utilities (nutten):
1. Form utility, Design
2. Taaknut, dienstverlenend bedrijf (kinderopvang)
3. Time utility (nachtwinkels)
4. Plaatsnut, veel locaties (thuisbezorgd)
5. Bezitsnut, possesion utility (lage rente aanbieden, termijn betalen)
Transactiemodellen:
Transactiemodel of goederenverkoop (je verkoopt een product)
Uurtje, factuurtje (arbeid)
Gratis-model of freemium (Adobe, LinkedIn, 1e versie krijg je gratis)
Servicemodel (reparatie en onderhoud)
Lokaasmodel (bait an hook) (Nespresso, relatief goedkoop koffiezetapparaat maar
dure koffiecups)
Abonnementsmodel (Hello fresh, sportschool, tijdschriften)
In game selling
Intermediair (marktplaats)
Iets ontwikkelen
Handel (inkoop/verkoop)
, Boottrapping (bedrijf opstarten zelf, zonder enige vorm van geld)
1. Klantsegmenten: wie zijn mijn klanten, wat zijn hun problemen en doelen.
2. Waarde proposities/waarde creatie: wat is jouw product/dienst en waar zit de waarde
in.
3. Inkomstenstromen: hoe kan ik hiermee geld verdienen, hoeveel inkomsten stromen
heb ik en welke?
4. Kanalen: hoe communiceer je met je klant en hoe lever je producten/diensten.
5. Klantrelaties: relatie tussen bedrijf en klant, hoe wil je dat klanten binden aan jou (met
bijvoorbeeld abonnementen of goede service zodat ze vaker bij jou gaan kopen)
6. Kernactiviteiten: welke activiteiten zijn van belang om dit model uit te voeren, dus
wat ga je doen?
7. Kernmiddelen: hoeveel geld, tijd en mensen heb je nodig om het bedrijf op te starten
en te laten werken.
8. Partners: met wie wil je samenwerken (leveranciers, reclamebureau etc.)
9. Kostenstructuur: hoe zien je kosten eruit, zijn mijn kosten lager dan inkomsten
Samenvatting:
Wij makers kunnen pas makers worden als we het bedrijf waar we voor werken kennen de
doelstellingen van het bedrijf zijn hier een belangrijke factor in. De belangrijkste
eigenschappen van geld zijn: rekeneenheid, vergoedingsmiddel, oppotmiddel en ruilmiddel.
Guilt is morele schuld, debt is financiële schuld, in Nederland is schuld allebei. Er zijn
verschillende soorten waarde: Gevoelswaarde, emotionele waarde en objectieve waarde