1B. Therapeutisch handelen – Trainingsleer BLZ. 2 - 8
– TGW BLZ. 9 - 22
– Kinesiologie BLZ. 23 - 26
– LOEP BLZ. 27 - 34
– Motorisch leren BLZ. 35 - 38
– Klinisch Redeneren BLZ. 39 - 43
1
,1B. Therapeutisch handelen - Trainingsleer
1A - TRL.CO.1; LICHAAMSSAMENSTELLING 1: GEZONDHEID EN FYSIEKE FITHEID
Leerdoelen;
1. De student kan beschrijven en uitleggen wat gezondheid en fysieke fitheid is en wat het begrippen
antropometrie inhouden.
2. De student kent het ‘Model van Bouchard’.
3. De student kan beschrijven en uitleggen wat en hoe er gemeten kan worden om gezondheid en
fitheid in kaart te brengen en hoe je gezondheid bewaakt.
4. De student kan beschrijven wat standaardisatie, validiteit en betrouwbaarheid van de metingen is.
1. Begrijpen en uitleggen van de volgende begrippen;
Gezondheid: De mate van gezond zijn van een persoon.
Fysieke fitheid: De mate van fit zijn van een persoon.
Antropometrie: Het meten aan het lichaam.
Het begrip ‘gezondheid’!
- ‘Gezondheid is een toestand waarbij ziekte ontbreekt.’ - Voor 1948
- ‘Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden, en niet louter
het ontbreken van ziekte.’ - Na 1948 (2e WO) ; Door de WHO
o Verwoord is het; Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen
regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
- Gezondheid is niet een doel op zich, maar een middel om fijn te voelen!
Over ‘Fysieke fitheid’!
- Niet echt één defenitie!
2. Het model van Bouchard;
> Vooral gerelateerd aan fitheid!
> Bekijkt gezondheid d.m.v. de factoren;
└> Lichamelijke activiteit, Fitheid, Gezondheid,
Erfelijkheid, Cultuur en andere factoren.
3. Wat/hoe kan er gemeten worden om gezondheid/fysieke fitheid in kaart te brengen?
Gezondheid en fysieke fitheid in kaart brengen;
Ziek of beperkt? Niet hetzelfde, maar wel gerelateerd.
Hoe meet je als fysiotherapeut gezondheidsgerelateerde fitheid? Dit doe je namelijk vooral als fysio!
> D.m.v. antropometrische metingen = Meten aan het lichaam. (Dit is enorm veel)
- BV. Standaarddingen als lengte, gewicht etc.. maar ook kracht of bewegingen.
2
,Wat viel je op aan deze man (filmpje)?
1. Kortademig - COPD - Schouders hoog hangen
2. Ziek en Beperkt? In onze ogen wel, misschien voor zichzelf niet.
3. Fysiek fit? Nee, hij behaalt niet de gemiddelde fitheid.
4. Belastbaar? Nee, waarschijnlijk niet.
Meten van parameters voor gezondheid en fysieke fitheid;
Evalueren van gezondheid;
1. Eerste indruk (waarnemen/interpreteren):
o Geslacht / Leeftijd / Lengte / Gewicht
o Kleur huid / Verzorgdheid / Voortbewegen / Handdruk
o Functioneren van spieren en/of gewrichten
o Rooklucht / Alcohollucht
Wat weten we?
o Wel of geen overgewicht?
o Mate van (zelfstandig) (voort)bewegen.
o Algehele gezonde uitstraling
1. Tweede indruk (vragen stellen/antwoord interpreteren):
o Leeftijd / Lengte / Gewicht
o Hoe gezond voelt u zich?
o Ben u vaak ziek?
o Rookt u? / Drinkt u?
o Slikt u medicijnen?
o Hoe actief bent u?
o Heeft u klachten aan spieren en/of gewrichten?
Wat weten we?
o Is de activiteit voldoende om gezond te blijven?
o Spelen er risicofactoren mee voor hart- en vaatziekten? Mbt roken en drinken.
2. Derde indruk (meten/waarden interpreteren):
o Lengte / Gewicht / Buikomvang
o Bloeddruk (in rust en bij inspanning)
o Hartslag (in rust en bij inspanning)
o Herstel
o Belastingscapaciteit hart-, long- en spiersysteem
o Belastingscapaciteit spierskeletstelsel
3.
Wat weten we?
o Risicofactoren hart- en vaatziekten
o Tolerantie
o Herstelvermogen
o Indruk belastbaarheid
3
,4. Vierde indruk (berekenen/uitkomsten interpreteren):
o BMI (massa/lengte2)
o Vetpercentage (impedantie, huidplooimeting)
o Belastingscapaciteit hart- long- spier.
Maximaal;
• Conconitest
• Traptreden shuttle run
• Maximaal zuurstofopname
Submaximaal;
• PWC 170
• Coopertest afstand in 12 minuten
• 6 MWT
o Belastingscapaciteit spier-skeletstelsel
o Max. aantal Sit-up
o Max. aantal Push-up
o Max. aantal Leg press
Kortom;
• Eerste indruk (waarnemen/interpreteren);
- Waarnemen van lengte, gewicht, hartslag, etc…
• Tweede indruk (vragen stellen/antwoord interpreteren);
- Vragen naar roken, drinken, activiteit, medicijnen, etc…
• Derde indruk (meten/waarden interpreteren);
- Meten van buikomvang, lengte, gewicht, hartslag, bloeddruk, etc...
• Vierde indruk (berekenen/uitkomsten interpreteren);
- Berekenen van BMI, vetpercentage, belastings-capaciteit, risicofactoren, etc...
4. Het belang van standaardisatie, validiteit en betrouwbaarheid van de metingen.
- Zorg dat het veilig is, en alle risico’s bekend zijn.
∗ Valide (Meten wat je wilt meten),
∗ Gestandaardiseerd (Alle omstandigheden zijn gelijk – Elke keer op dezelfde manier meten),
∗ Betrouwbaar (Steeds dezelfde waarde; Geen grote afwijkingen in je meetinstrumenten)
4
, 1B. Therapeutisch handelen - Trainingsleer
1A - TRL.CO.2; VERSCHIJNINGSVORMEN VAN KRACHT EN METEN VAN KRACHT
Leerdoelen;
1. De student kan door gebruik te maken van de piramide van kracht de verschillende
verschijningsvormen van kracht benoemen.
2. De student kan uitleggen welke prikkelparameters (in het bijzonder de intensiteit) gehanteerd
moeten worden bij het trainen van de verschillende verschijningsvormen van kracht.
3. De student kan een activiteit analyseren en de verschillende verschijningsvormen benoemen.
Kracht; Het vermogen van spieren om een belasting of een weerstand te overwinnen,
te verplaatsen of onder control te houden.
Er zijn verschillende verschijningsvormen van kracht;
- Krachtuithoudingsvermogen
- Hypertrofie
- Maximaalkracht
- Snelkracht
- Explosieve kracht
Piramide van kracht;
Handig voor trainingsschema’s.
Bovenin - Maximaalkracht; Het gewicht waarmee je maximaal één keer, een oefening kwalitatief
kan uitvoeren. = op 1RM! (Stel; 100 kg - 1x)
Onderin - Coördinatie; Hierbij staat, 10%! Dat zou betekenen dat je op 10kg moet gaan zitten.
Met misschien wel 50 herhalingen. Het gaan namelijk om de beweging.
Onder-midden - Kracht UHV; Hierbij staat, 20-50%! Dat zou betekenen dat je met 20-50kg moet.
Met waarschijnlijk 20-40 herhalingen.
└> Hoe lager je in de piramide zit; Hoe lager het gewicht, hoe hoger het aantal herhalingen.
└> Hoe hoger je in de piramide zit; Hoe hoger het gewicht, hoe lager het aantal herhalingen.
Nog wat vormen uit de piramide;
Midden - Hypertrofie; Spiervergroting, vergroting van spiermassa. (Bekende sportschoolverhaal!)
Boven-midden - Rekrutering; Heeft te maken met de aansturing van je spieren.
Er worden meer motor-units aangestuurd, zodat er meer
spiervezels actief zijn. Zodat je later meer gewicht aankunt!
Explosieve kracht; In zo’n kort mogelijke tijd (meestal 1 beweging), zo veel mogelijk kracht leveren.
Snelkracht; Dat je een bepaalde weerstand zo snel mogelijk kan herhalen.
└> Iemand start vanuit stilstand, moet in één keer zo veel mogelijk kracht leveren,
komt op z’n max en wil dit zo lang en snel mogelijk vasthouden.
5