Aantekeningen hoorcollege 1 CCAP
Emoties = signalen, bij heftige emoties gaat alle aandacht daar naartoe. Ze hebben ook een
communicatieve functie.
Functionalistische benadering van emotie: bezorgdheid is in het spel, door emoties vinden er
veranderingen plaats in ‘action readiness’. Ze zijn bedoeld om de relatie met een ander te
behouden of te veranderen. Hierbij bestaat een emotie uit 5 componenten: fysiologische
arousal, motor expression, cognitive processing, subjective feeling state en action
tendency.
Bij een verandering:
1. Primary appraisal hierbij vinden een aantal veranderingen plaats: je focust je op
de gebeurtenis, je definieert iets als goed of slecht (valentie), er. Vindt fysiologische
arrousal plaats. Dit stadium is quasi-automatisch.
2. Latency time
3. Secondary appraisal een soort reflectie waarna je een beslissing neemt, gebaseerd
op: eerdere ervaringen, eigen capaciteiten, je kiest een strategie, je weegt
verschillende reacties af en bepaalt welke emotie je gaat uiten.
Welke emotie kies je? wordt bepaald door sociale context en focus, en door wat je wil en
kan bereiken. Je haalt zo voor jezelf het beste er uit.
Elke situatie kan verschillende emoties oproepen bij verschillende mensen
Dove kinderen groeien op in een horende omgeving. Dit zorgt ervoor dat ze minder
communicatie-tijd hebben, en minder communicatiemiddelen. Dit kan weer zorgen voor
problemen met de sociale- en/of emotionele ontwikkeling.
Wat voel je:
Verdriet: je focust op de consequentie (dit is vaak iets wat je niet hebt). De
evaluatie is dan herstellen naar de gewenste situatie is niet mogelijk.
Boosheid: je focust op de oorzaak (het proces, of wie het gedaan heeft). De
evaluatie is dan herstellen naar de gewenste situatie is wel mogelijk.
Dove kinderen hebben vaker verdriet dan boosheid. Ze zijn minder bekwaamd in het volgen
van sociale situaties en focussen daarom meer op de consequentie.
Emoties hebben een interpersoonlijke functie je wil iets van een ander of wil
communiceren:
Verdriet: signaleren dat je alleen gelaten wil worden, of een empathische reactie om
het te hebben over je eigen verdriet.
Angst: het vermijden van leed
Boosheid: een ander stoppen met jou pijn doen
, Liefde: de relatie met een ander versterken
Jaloezie: jouw bezig beschermen
Schaamte: het falen van het naleven van je ‘ideale ik; in de context van sociale
normen en waarden
Trots: reinforcet gedrag dat positief gewaardeerd wordt in sociale context
James-Lange theorie (niet functionalistisch): perceptie van gebeurtenis fysiologische
arousal subjectief gevoel (consequentie). De emotie is ons bewuste gevoel van
lichamelijke veranderingen. Erg vatbaar voor misinterpretatie.
Emotie heeft een directe link met een gebeurtenis/situatie/herinnering
Mood state is niet gelinkt, heeft een onbekende oorzaak, duurt langer en is minder intens
Emotie socializatie: het aanleren van hoe je emoties uit en wanneer je ze ervaart. Door
middel van: zelfobservatie, observatie van anderen en (verbaal) doorgeven.
*Dove kinderen hebben meer moeite met het onderscheiden van emotionele
gezichtsuitdrukkingen op een non-verbale taak
Aantekeningen hoorcollege 2 CCAP
Emotional intelligence gaat over morele emoties, het reguleren van emoties, het herkennen
en bewust zijn van emoties, empathie hebben voor de emoties van anderen en emotion
vcabulary.
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de factoren van emotional intelligence en hoe deze zich
verhouden tot de mentale gezondheid, sociaal functioneren en access tot he social world (dit
is voor iedereen anders).
Een van de belangrijkste functies van emotie = communicatie
Emotie socialisatie = wanneer/hoe je je emoties uit leer je deels vanuit de omgeving en is
deels aangeboren.
De functie van lachen: signaleren dat je bij/oke bent, een krachtige vraag om een positieve
reactie, het opbouwen en behouden van relatties en het stimuleert attachment.
Na 1 of 2 maanden ontwikkelen kinderen een ‘sociale lach’. Dit is een reactie op de positieve
interactie met een verzorger.
Na 3 maanden lachen kinderen naar onbekende mensen
Na 6 tot 12 maanden krijg je ‘referential smiling’: hierbij kijk je naar een voorwerp en lach
je dan naar een persoon, om zo de ander ook de aandacht op het voorwerp te laten vestigen
Hoe werkt emotie socialisatie:
, Het uiten van negatieve emoties wordt minder geaccepteerd hierdoor zijn betere sociale
skills nodig.
Kinderen moeten sociale regels leren (bijv. wanneer uit je ze, en hoe sterk?)
Meer warmte van moeder richting kind zorgt voor:
Positieve emoties
Uiting van verdriet
Maar de moeder negeert boosheid of reageert hier negatief op, omdat:
Uit onderzoek is gebleken dat in een bedreigende situatie: de angst vergroot wordt als ze
naar hun moeder kijken (want de moeder wordt bezorgder en onderneemt actie) dit is een
functionele reactie van het kind. In een frustrerende situatie: wordt verdriet intenser maar
boosheid blijft gelijk als ze naar hun moeder kijken.
Je reguleert je emotie-expressie wanneer je emotie ervaring en expressie je persoonlijke
doelen verstoren
Emotiesocialisatie gebeurt aan de hand van cultuur, ouders en peers. Er zijn veel verschillen
in emoties tussen culturen (sommige benamingen bestaan bijvoorbeeld maar in 1 taal), en ook
in expressie en interpretatie zijn er verschillen.
Het verschilt per relatie hoe je je boosheid uit: in een relatie die al hostile is krijg je vooral
verdere escalatie. Bij broers en zussen worden kinderen ook extra boos, want deze kan je niet
kwijtraken.
Belangrijk voor emoties zijn emotional antecedents en emotional expressions (hiervoor
verschillen de sociale regels per emotie)
Het veranderen van je emotie uiting kan door middel van:
Maximizing
Minimizing
Neutralising
Substitution
Aantekeningen hoorcollege 3 CCAP
Emotieregulatie
Functionalistisch perspectief m.b.t. emoties: emoties hebben een reden, het is niet alleen
een gevoel, maar een heel proces. Emoties zijn een adaptieve reactie om te veranderen in een
situatie. Het reflecteert een strategische benadering van een situatie. Elke emotie heeft een
unieke action tendency. Het reflecteert wat iemand wil bereiken, in die specifieke situatie.
Verschillende emoties reflecteren op verschillende zorgen (concerns) of verwachte
uitkomsten.