Hoorcollege 1
Neuropsychologische diagnostiek: in kaart brengen van functiestoornissen bij
hersenbeschadiging. Bestaat uit observeren, anamnese, weergavegesprek en rapportage
binnen de neuropsychologie.
Indicaties van neuropsychologische diagnostiek
● Neurologische aandoening: beroerte, tumor, traumatisch hersenletsel etc.
● Psychiatrische stoornissen: schizofrenie, bipolaire stoornis etc.
● Ontwikkelingsstoornissen: dyslexie, ADHD, autisme etc.
● Veroudering en dementie
Diagnostisch proces
● Anamnese en heteroanamnese
● Vraagstelling en hypothesevorming
● Testselectie en testafname
● Observatie
● Interpretatie
● Schriftelijke en mondelinge rapportage
Casuïstiek: 71 jarige vrouw met hersentumor in linker pariëtale kwab
● Vraagstelling: Het doel is om het cognitief functioneren in kaart te brengen voor
monitoring tijdens een wakkere resectie van de tumor. Dit leidt tot de vraag "Is er een
valide baseline voor monitoring tijdens de operatie?”
● Hypothesen: Over welke cognitieve functies aangedaan zijn bvb visuoperpceptie-,
taal-, geheugen-, aandachtsproblemen. Middels (hetero-)amanese, NPO, observatie
kan dit worden aangepast op de patiënt. Casus had moeite met douchen,
woordvindproblemen, preservatie (doorzetting), begrip van testinstructies etc
● Test: patiënt had problemen met de volgende zaken
conductiepraxie: problemen met het imiteren van bewegingen, terwijl het pantomime
van de beweging redelijk intact is
ideomotorische apraxie: begrip van de opdracht, maar onvermogen tot uitvoering bvb
gedag zwaaien
Moeite met hogere orde taken met vormen en kleuren. Losse herkenning lukt, maar
het uitvoeren van “leg de rode cirkel op de witte rechthoek” niet
Kleursortering. Dit ging goed, maar de wijze waarop was afwijkend van de norm
Fouten bij de boston naming task
● Conclusie: Uit het NPO komt vooral de taalstoornis naar voren zowel taalbegrip als
taalproductie lukken niet zo goed meer. Ook zijn er stoornissen in de fijne motoriek
van de rechterhand, proprioceptie van rechts, de praxis en de visuoconstructie. Het
(non-verbaal) geheugen is intact en er is sprake van ziektebesef en (gedeeltelijk)
ziekte-inzicht. Het was aan de hand van de tests mogelijk om de geplande wakkere
RIP links pariëtaal uit te voeren met deze patiënt.
Hoorcollege 2
Verschillende niveaus van visuele waarneming
,Primare (lagere orde) verwerking:
detectie: testen middels confrontatietest Stokje geleidelijk in visueel veld aanbieden en
vragen aan de patiënt wanneer hij deze kan waarnemen. Of via computergestuurde tests
(lichtflitsjes)
features (locatie, vorm, kleur, oriëntatie).
● Achromatopsie: verminderde kleurwaarneming ten gevolge van bilaterale
beschadiging van de ventrale prestriate (temporale) cortex. Kan wordt getest middels
○ Ishihara test: welk cijfer is verstopt in de kleurbolletjes?
○ Farnsworth-Munsell test: geleidelijke chart van kleuren waarbij wordt
gevraagd waar de kleuren verschillen
● Visuele vorm agnosie: verminderde vormwaarneming ten gevolge van onder
andere koolmonoxidevergiftiging. Is te testen met
○ Efron vormen: verschillende vormen worden aangeboden en er wordt
gevraagd welke bvb het vierkant is
○ Cortical Vision Screening Test (CorVist)
● Lokalisatie: stoornissen in de waarneming van de relatieve ruimtelijke positie ten
gevolge van schade aan de pariëtaalkwab.Te testen middels CorVist of VOSP.
● Oriëntatie: schade aan Neuronen in V1, V2, V3 die gevoelig zijn voor een bepaalde
oriëntatie van een lijn. Vaker bij letsel aan de linkerkwab. Te testen middels de
Benton Judgement of line orientation (JULO)
Hoge orde verwerking: voorwerpen, gezichten etc. Hierbij is integratie van verschillende
features tot een perceptuele representatie die wordt vergeleken met eerder opgeslagen
informatie uit het geheugen. Zo kunnen patiënten ondanks intacte basale visuele functies
alsnog waarnemingsstoornissen hebben.
● Visuele agnosie: te testen middels het benoemen van een plaatje (Boston
benoemtaak, Snodgrass & Van Der Wart figuren).
○ Apperceptieve agnosie: stoornis in het vormen van een percept van de
structuur van een object. Testen middels natekenen (is aangedaan), unusual
view test, overlappende figuren, Foreshortend Silhouettes
○ Associatieve agnosie: problemen met het leggen van de associatie tussen
het percept en eerder opgeslagen semantische informatie. Is vaak categorie-
specifiek, bvb bij bloemen of eigenschappen van dieren.
● Gezichtsherkenning: er zijn verschillende stoornissen op verschillende niveaus.
Hierover zijn verschillende modellen opgesteld (Bruce&Young, Haxby et al). Testen
middels perceptuele analyse, moody faces, Benton Face Recognition test.
Prosopagnosie is ten gevolge van rechter of bilaterale posterieure laesies (vooral
occipitaal en temporaal). Kan ook problemen zijn met waarnemen van
gelaatsuitdrukkingen, te testen middels ERT test (geleidelijke toename in de
intensiteit van de uitdrukking waarbij de scheidslijn van herkenning in kaart wordt
gebracht)
● Visuoconstructie apraxie: problemen met visuospatiële cognitie. Te testen door
tekenen bekende figuren, figuur Del-Rey, blokpatronen van de WAIS-IV
○ kleding apraxie: gestoorde koppeling van ruimtelijke informatie over de
kleding met eigen lichaam
● Hemispatieel neglect (82% bij RH, 65% bij LH). Te testen middels Behavioural
inniation task. Bestaat uit verschillende onderdelen
, Na parietaal, temporaal en occipital letsel en onderliggend witte stof treedt vaak
problematiek met visuele waarneming op. Kan ten gevolge zijn van CVA traumatisch
hersenletsel, tumoren en neurodegeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer PCA Lewy
body dementia
Behavioural Initiation task: voor het meten van hemispatieel neglect. Bestaat uit
conventionele en gedragstaken
● Doorstreeptaken: star concellation, letter cancellation, line cancellation
● Lijn bisectie
● Representationeel tekenen (uit het hoofd)
● Natekenen
CorVist: Screening batterij voor visuele waarneming stoornissen o.a.voor
● Scherpzien
● Vorm en grootte perceptie
● Kleurwaarneming
● Lokalisatie (punten tellen)
● Woord lezen
● Crowding
● Gezichtswaarneming
Visuele perceptie van object en ruimte (VOSP): kan worden gebruik voor uiteeenlopende
groepen CVA tot dementie. start met een screeningstaak (vormdetectie), gevolgd door 8
subtaken. 1-4 over objectherkenning en 5-8 over ruimtelijke waarneming
1. Incomplete letters worden getoont en gevraagd de letter te benoemen
2. Silhoutten worden getoont en er wordt gevraagd wat het is
3. Object decision: 4 silhouetten worden getoont en gevraagd welke een object is
4. Progressieve silhouetten: een silhouette van een voorwerp vanuit een abnormaal
viewpoint wordt getoont en gevraagd het voorwerp te benoemen
5. Dot counting: benoem het aantal zichtbare stippen. Screening voor single point
localisation. Is simpele spatiële scanningstaak
6. Position discrimination: vakken met een stip erin worden getoond “bij welke is het
punt in het midden?”
7. Number location: twee vakken worden getoond. Een met cijfers de ander met een
stip “Welk nummer staat op dezelfde positie in het vierkant als het punt?”
8. Cube analysis: een 3d figuur bestaande uit blokken wordt getoond en wordt
gevraagd uit hoeveel blokken het figuur bestaat. Dit test complexe spatiële relaties
Onderzoek Shintu et al (2014): onderzocht open hersenletsel bij veteranen middels VOSP
● Basale vormwaarneming: rechter laterale occipitaal-kwab
● Objectherkenning: linker mediale en anterieure temporaalkwab
● Ruimtelijke waarneming: rechter inferieure pariëtaal-kwab en premotor cortex
Motoriek stoornissen: problemen in het activatie van spieren. Bij testen wordt gekeken
naar het relatieve verschil tussen bvb beide handen
● Dynamometer: Kracht
● Finger tapping: Snelheid
● Pegboard: Coördinatie