Samenvatting Bouwkunde
H1. Een bouwkundige oriëntatie
In dit hoofdstuk komen de volgende toetstermen aan bod:
• A.2.3. … beschrijft de gebruikte elementen en de aangegeven materiaaltoepassingen van de
bouwkundige tekenen van onroerende zaken.
• A.2.6. … beschrijft de hoofdgroepen in de uiterlijke bouwvorm.
• A.2.7. … herkent de hoofdgroepen in de uiterlijke bouwvorm op een afbeelding.
• A.2.8. … licht de hoofdgroepen in de uiterlijke bouwvorm naar constructie, soort of type toe.
• B.1.1. … verwoordt de plaats van de elementen van de hoofdopbouw, zoals fundering,
opbouw, dak, kelder, afwerking en installaties.
• A.2.10 … benoemt de bouwperiode en de wijze van totstandkoming van bouwwerken volgens
de gebruikelijke bouwmethoden, zoals traditionele bouw, stapelbouw, systeembouw,
gietbouw, montagebouw en skeletbouw.
Tekeningen zijn hulpmiddelen om een pril bouwplan tot in de puntjes te omschrijven. Het zijn
contractstukken en zullen in combinatie met de geschreven toelichtingen (bestekteksten) een
contractuele basis vormen voor de uitvoering van het plan.
In de bouw worden er tijdens diverse stadia verschillende soorten tekeningen gemaakt:
Schetsontwerp (SO)
In eerste instantie, tijdens de ontwerpfase, worden er globale schetsen gemaakt. Deze tekeningen
worden door een architect gemaakt, om zijn ideeën aan de principaal (opdrachtgever) te tonen.
Voorlopig ontwerp (VO)
In overleg met de principaal worden deze eerste schetsen uitgewerkt tot een voorlopig ontwerp.
Hierin zijn eventuele opmerking, op het schetsontwerp, door de principaal, verwerkt.
Definitief ontwerp (DO)
Als de principaal tevreden is en zijn goedkeuring geeft kan het voorlopige ontwerp uitgewerkt
worden tot een definitief ontwerp. Hierin worden alle plattegronden en gevels op schaal (1:100)
uitwerkt en voorzien van hoofdmaten, materiaalomschrijvingen en ruimteaanduidingen.
Daarnaast worden er tenminste één langsdoorsnede en één dwarsdoorsnede van een gebouw
gemaakt. Eén van deze doorsnede moet over een trap en een buitenkozijn genomen worden. Zodra
deze ontwerpen akkoord zijn, kan er begonnen worden aan de bestektekeningen.
Bestektekeningen
De tekeningen worden aangevuld met alle informatie, die nodig is voor de aanvraag van de
bouwvergunning. Bestektekeningen bestaan uit verschillende onderdelen:
- Een situatietekening (kadastrale gegevens, straatnaam, schaaltekening, omringende
gebouwen/percelen, bebouwingsgrenzen en de Noordpijl)
- Plattegronden, gevels en doorsneden
- Principedetails (maatvoering, materialen, constructiedelen en aansluitingen van bouwdelen)
,Constructietekeningen
Constructietekeningen worden gemaakt door een constructeur op het gebied van staal, hout, beton
of grondmechanica. De tekeningen met bijbehorende sterkteberekeningen moeten net zoals de
bestektekening(en) bij Bouw- en woningtoezicht worden ingediend.
Installatietekeningen
Deze tekeningen hebben betrekking op: elektra, gas, water en mechanische ventilatie.
Revisietekeningen
Deze tekeningen worden achteraf gemaakt, om zaken die tijdens de uitvoering toch anders
uitgevoerd dienden te worden op papier vast te leggen. Dit is zinvol bij zaken die betrekking hebben
op installaties, zodat het in de toekomst makkelijk terug te vinden is.
Bouwvormen:
- Traditioneel bouwen (vrijstaande- en twee-onder-een-kap woningen);
- Laagbouw (eengezinswoningen die seriematig gebouwd worden);
- Woningbouw gebouwd in vier tot vijf bouwlagen (mag zonder lift);
- Hoogbouw (zes lagen of meer, verplicht met lift).
Woonvormen:
- Laagbouw:
o Vrijstaande woning
o Geschakelde woning
o Patiowoning
o Vrij bovenhuis
o Drive-inwoning
o Suitewoning
o Doorzonwoning
o Z-woning
o Splitlevelwoning
- Etagebouw:
o Corridorwoning: woning waarbij de voordeur uitkomt op een centraal, per etage
gelegen loopgang dan wel op een centrale hal op de etage.
o Appartementencomplex
- Hoogbouw:
o Torenflat
o Terrasflat
o Galerijflat
o Maisonnette
o Loft
Vroegere bouwvormen:
- Voor- en achter woningen (identiek, maar door de indeling kunnen er twee gezinnen wonen);
- Alkoofwoningen (slaapkamers worden gecreëerd in het midden van de woning);
- Etagewoning (duplexwoning) -> één woonhuis wordt gesplitst in verschillende etages.
,Constructieve opbouw
De plaats en de functie van diverse onderdelen van een bouwwerk zijn grofweg te verdelen in:
- Grondwerk
Voordat men aanvangt met het bouwen dient men eerst het terrein bouwrijp te maken.
- Fundering
De fundering, of het fundament van een bouwwerk, is de constructie tussen het eigenlijke
bouwwerk en de ondergrond. De fundering zorgt ervoor dat de belasting van het bouwwerk
op de juiste wijze wordt overgebracht op die ondergrond. Afhankelijk van de grond wordt
gekozen voor een bepaald funderingstype: fundering op staal of fundering op heipalen.
- Draagconstructie of casco (ruwbouw)
In de bouwwereld is het casco het skelet van een gebouw. Een cascowoning is een woning
waarvan de indeling van de ruimten niet bij de bouw worden uitgevoerd.
- Opbouw
De opbouw bestaat uit een samenstelling van constructieve elementen tussen fundering en
dak. In de meeste gevallen bestaat de opbouw uit:
o Gevels: verticale afsluiting van een gebouw. Zij bieden bescherming tegen wind,
regen, warmte en geluid. In gevels worden in het algemeen kozijnen geplaatst.
o Dragende binnenmuren
o Vloeren
o Kozijnen: een kozijn vormt de overgang tussen binnen en buiten. Kozijnen vullen de
openingen in de gevel.
o Dak: het dak is de beschermlaag aan de bovenzijde van het gebouw tegen invloeden
van buitenaf.
- Afbouw en afwerking
Afbouw en afwerking is de finishing touch van het bouwen. Hierbij wordt bedoeld het
aanbrengen van glas, sanitair, het afhangen van ramen en deuren, schilderwerk etc.
- Installaties
, Bouwmethodes
- Traditionele bouw (ook wel stapelbouw)
Onderdelen zoals funderingen, vloeren, wanden en daken worden op de bouwplaats
vervaardigd. Kozijnen, ramen, deuren en trappen worden in de timmerwerkplaats gemaakt.
- Industriële bouwmethodes vallen te onderscheiden in elementenbouw, gietbouw en
skeletbouw met prefab elementen;
1. Elementenbouw (montagebouw)
Bij elementenbouw vervaardigt men in de fabriek elementen, vaak ter grootte
van een gehele wand of kamervloer, en monteert deze vervolgens in de bouw.
2. Gietbouw
Plaatselijk worden alle wanden en vloeren gegoten met beton.
3. Skeletbouw
- Houtskeletbouw;
- Staalskelet (wordt meestal niet toegepast bij woningen);
- Betonskelet.