Een complete samenvatting van alles wat op het examen gevraagd kan worden. In dit document zijn ook examenvragen en alle vragen van het proeftentamen en online leeromgeving uitgewerkt.
Samenvatting Superdiversiteit en verzamelde (examen)vragen
Superdiversiteit
Superdiversiteit is een begrip sinds 2007 (Steven Vertovec).
Veelgebruikte term voor beschrijving van de etnisch-culturele diversiteit in grote Europese
steden. Het is GEEN synoniem voor de oudere term ‘multi-culturele samenleving’ en ook niet
voor ‘diversiteit’.
Het is een term om de veranderende migratie patronen en impact op de samenleving te
beschrijven. Het is een denkkader wat sociale professionals kan helpen om processen van
de maatschappelijke differentiatie te begrijpen.
Het gaat bij superdiversiteit dus niet om een normatief ideaal, zoals de multiculturele
samenleving, maar om een omschrijving van de hedendaagse realiteit in grote steden. In die
zin is superdiversiteit niet positief en niet negatief. Het is slechts een vaststelling van de
verandering van onze maatschappij.
Geldof (2016) beschrijft dat er in de huidige realiteit sprake is van drie transities die
samenkomen:
Kwantitatieve transitie: De letterlijke toename van diversiteit, doordat er steeds meer
migranten naar een land toekomen. Er is een sterke toename van etnisch-culturele diversiteit
in Europa, met name in steden. Dit heeft geleid tot "majority-minority cities" waarin de
meerderheid van de stadsbewoners een migratieachtergrond heeft. De groeiende diversiteit
komt niet alleen door nieuwe migratie en vluchtelingen, maar ook door demografische
veranderingen, waarbij oudere autochtonen in aantal afnemen en twee op de drie jongeren
een migratieachtergrond hebben.
Voorbeeld: De afgelopen decennia zijn er uit veel verschillende landen veel vluchtelingen
naar Nederland toe gekomen. Denk hierbij aan mensen uit Syrië, Oekraïne en verschillende
Afrikaanse landen waar onrusten zijn.
Kwalitatieve transitie: Doordat er ondertussen al sprake is van meerdere generatie en
verschillende sociaaleconomische ontwikkelingen binnen de etnische groepen is er sprake
van meer diversiteit binnen de betreffende groepen waardoor dit leidt tot superdiversiteit.
Binnen de diverse groepen zijn er processen van differentiatie gaande. Er is diversiteit
binnen de diversiteit, zoals verschillende talen, religies en migratiestatussen. Migratiestatus
kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de ontwikkelings- en arbeidsmogelijkheden van
migranten in het nieuwe land. Transnationalisme wordt versterkt door gemakkelijkere
communicatie en contact met het land van herkomst.
Voorbeeld: De gastarbeiders uit de jaren 70 hebbe ondertussen kinderen gekregen die soms
zelf ook al kinderen hebben. Er is sprake van een tweede en ook al een derde generatie.
Deze volgende generaties hebben een andere culturele achtergrond dan hun (groot)ouders
die als eersten naar Nederland kwamen.
Normalisering: Het langzame en soms moeizame proces waarbinnen de verschillende
groepen van mensen die voorheen een minderheid waren binnen de samenleving
opgenomen worden in de samenleving. Hierdoor zijn er op termijn geen minderheidsgroepen
meer, maar is er sprake van een normale situatie. Diversiteit is geen uitzondering meer,
maar een realiteit waarmee we leven en werken. Echter, racisme, discriminatie en uitsluiting
versterken het wij-zij denken. Haatcampagnes, terreuraanslagen en moorden dragen bij aan
deze spanningen.
,Voorbeeld: Vrouwen mochten in de jaren 50 van de vorige eeuw nog geen eigen woning
bezitten. Zij werden handelingsonbekwaam geacht. Ondertussen is het heel normaal
geworden dat vrouwen werken, alleen reizen en bezit hebben zoals een woning en ander
vermogen.
De toenemende diversiteit komt niet door alleen door nieuwe migratie en de komst van
vluchtelingen, maar vloeit voort uit het demografische profiel van de huidige samenleving:
Oudste inwoners zijn vaak autochtonen
2 op de 3 jongeren heeft een migratieachtergrond
De oudste leeftijdsgroepen vallen de komende decennia weg door sterfte.
Door lage prijzen van vliegtickets en uitgebreide mogelijkheden van het internet, wordt het
steeds makkelijker om contact te houden met familieleden uit land van herkomst. Binding
met thuisland => transnationalisme.
Transmigratie = daarbij gaat erom dat migranten zich vestigen in het ene land om
vervolgens door te gaan in het andere land
Als professional betekent het dat superdiversiteit een uitdaging is. Complexe situaties en
dilemma’s vloeien voort uit kwetsbaarheid van de client. Als professional aansluiten bij
behoefte van client door kennis en kunde.
Etniciteit = Culturele afkomst en identiteiten met bijvoorbeeld een gedeelde geschiedenis,
taal, religie en fysieke kenmerken en de daaraan ontleende normen en waarden die een
groep mensen verbinden, zoals een groep personen met een Surinaamse, Turkse of
Molukse achtergrond.
Migranten uit de jaren 60 hadden een economisch motief.
Een cohort is een groep mensen die tot dezelfde generatie behoort en gedurende langere
periode eenzelfde gebeurtenis heeft meegemaakt.
Voor Marokkaanse Nederlanders zijn er 5 cohorten te onderscheiden.
Mainstreamer: Als iemand nakomeling is van grootouders EN ouders die sinds hun
geboorte onafgebroken in Nederland verblijven of staatsburger zijn. Mainstreamer komt voort
uit ten minste twee generaties met Nederlandse wortels.
Acculturatie: Geeft de mate aan waarin mensen die migreren naar een ander land zich
tijdens hun verblijf aanpassen aan de dominante cultuur; helemaal, gedeeltelijk of niet.
Dit proces vindt plaats als aan twee voorwaarden wordt voldaan:
1. Er moet sprake zijn van een situatie waarbij ten minste 2 groepen die van
cultuur verschillen gedurende een langere aaneengesloten periode met elkaar in
contact staan;
, 2. Er moet identificatie zijn met een van beide of beide grepen. Het gaat dan
om onder meer zelfidentificatie: het behoren tot een bepaalde groep en
betrokkenheid bij een bepaalde groep. Het gevoel van erbij horen speelt zeker een
prominente rol bij de vormgeving van de eigen identiteit.
Sociaal kapitaal: Bestaat uit sociale hulpbronnen waarover een individu beschikt op familie-
en gemeenschapsniveau, zoals sociale steun en type woonwijk. De uitkomsten van het
sociaal kapitaal bepalen hoe de participatie binnen de Nederlandse samenleving voelt
(psychologische aanpassing) voor iemand en hoe iemand presteert (socioculturele
aanpassing). Deze aanpassingen vormen de acculturatie-uitkomsten.
Volgens Putnam (2000) heeft sociaal kapitaal betrekking op ‘verbindingen tussen individuen:
sociale netwerken en de normen van wederkerigheid en vertrouwen die daaruit voortvloeien’.
Sociale inclusie betekent gelijke deelname, kansen en betrokkenheid voor alle mensen,
ongeacht hun achtergrond. Het streven is naar een samenleving waarin iedereen
gelijkwaardig wordt behandeld en de mogelijkheid heeft om volledig deel te nemen aan alle
aspecten van het leven. Het gaat om het verminderen van ongelijkheid, het bevorderen van
gelijke rechten en toegang tot hulpbronnen, en het actief betrekken en empoweren van
mensen. Het bevordert sociale cohesie en solidariteit en streeft naar een inclusieve
samenleving voor iedereen.
Bonding = Sociaal kapitaal bestaat uit de banden tussen mensen die dezelfde etnische
achtergrond delen, zoals banden met familie of relaties met mensen met dezelfde culturele
afkomst. Bridging = Sociaal kapitaal bestaat uit de banden met mensen die geen familie zijn
en niet dezelfde etniciteit delen (Putnam, 2007).
Twenty Statements Test: De TST is een eenvoudige test om mensen hun identiteit te laten
inkleuren. Tijdens zo’n test omschrijven mensen in maximaal twintig bewoordingen wie ze
zijn. Ze kunnen zichzelf bijvoorbeeld beschrijven als student, Rotterdammer, vrouw, sportief,
enzovoort. De TST is vooral bedoeld om te achterhalen in hoeverre mensen met een bi-
culturele achtergrond verschillen van of juist lijken op hun mainstream leeftijdsgenoten. De
test kan ook gebruikt worden om te kijken in hoeverre identiteiten binnen de eigen groep
overeenkomen of van elkaar verschillen.
Je kunt een cliënt met een niet-westerse migratieachtergrond vragen om zichzelf te
omschrijven in maximaal twintig bewoordingen. Vervolgens kun je daar drie acties aan
vastknopen:
Via de omschrijvingen van wat de cliënt zelf belangrijk vindt, benoem je wie
hij of zij is, wat nieuwe gespreksstof kan bieden.
Je vergelijkt je cliënt met andere cliënten met dezelfde culturele achtergrond
en bekijkt in hoeverre ze homogeen dan wel heterogeen zijn in hun omschrijvingen
van hun eigen identiteit.
Je vergelijkt de gegeven antwoorden met die van mainstream
leeftijdsgenoten of cliënten en schat het integratieniveau van je cliënt binnen de
Nederlandse gemeenschap globaal in.
Doel: Je kunt op deze manier gerichter de participatie bevorderen door suggesties te doen
om de situatie van de cliënt te verbeteren
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleur1705. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,99. Je zit daarna nergens aan vast.