Samenvatting les 'postmodernisme' Taal en betekenis
12 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Taal En Betekenis
Instelling
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Dit document bevat een uitgebreide samenvatting van de les 'Postmodernisme' binnen het van Taal en betekenis. Zeer uitgebreide notities: ideaal voor het open-boek examen!
Postmodernisme
Jacques Derrida – Jean-François Lyotard – Michel Foucault
Een beweging in het denken als reactie of kritiek op moderne denken en filosofie.
De drie namen hebben de wending met de taal met elkaar gemeen maar ook dat ze het
grote verhaal en systematische moderniteit van de filosofie in vraag. Die stellen de
verlichting ook in vraag. Relativisme is ook eigen aan het denken van deze filosofen.
Jacques Derrida zegt dat alles tekst is.
Lyotard: lanceerde de term postmodernisme
Foucault: focust zich op de orde of logica van het taalgebruik. Zegt dat het spreken aan
procedures wordt onderworpen waardoor we zelf kunnen uitsluiten en macht uitoefenen.
Dia 2
1. Jacques Derrida (1930-2004): “Alles is tekst”
De stem en het fenomeen 1967 – De la grammatologie 1967 – L’écriture et la différence 1967
• thema = differentie
• analyse of kritiek aanwezigheidsideaal/logocentrisme
• strategie: deconstructiemethode
• Deconstructie = leesmethode om vooronderstellingen van een tekst te
ontdekken / minutieuze lectuur om tekstlogica te deconstrueren en verborgen
hiërarchieën bloot te leggen / leesstrategie erop gericht te tonen dat elke
filosofische theorie, ongeacht haar coherentie oppervlakkig gezien, de
elementen voor haar eigen ondermijning in zich draagt
• Heideggers “Destruktion” en “Abbau”
• Husserl & de Saussure
,Derrida's thema is de differentie en maakt de kritiek aan de aanwezigheidsideaal. Het
belangrijkste over hem is de deconstructiemethoden die belangrijk is in de
cultuurwetenschappen. DM: met deconstructie bedoelt Derrida een zeer nauwkeurige
leesmethode om de veronderstellingen die eventueel verborgen aanwezig zijn in een tekst te
ontdekken. Deze methode komt neer op een nauwkeurige lectuur om de logica van de tekst
te deconstrueren en om de hiërarchieën die er in veronderstelt zijn bloot te leggen. Deze
manier van lezen toont dat elke theorie ongeacht haar coherentie reeds de elementen in zich
draagt voor haar eigen ondermijning. Om een bepaalde theorie te bekritiseren moet je een
tekst op deze manier lezen. Deconstructie is een term die hij haalt van Heidegger.
Term: Destructio; afbreken
Apbou: en terug opbouwen
Deconstructie methode is een kritische methode maar tegelijkertijd om iets positief voor te
brengen. De twee denkers waarvan Derrida is beïnvloedt zijn Husserl en De Saussure
Husserl wordt gezien als de grondlegger van de fenomenologie en daarop heeft Derrida zijn
doctoraatsthesis gemaakt in 1954 en had als titel
Dia 3
Derrida en De Saussure
De Saussure: omkering traditionele opvattingen taal
(cfr les Semiotiek – is hier een herhaling)
• synchronie en diachronie – systeem (structuur)
• richt zich uitsluitend op taalteken, tweeledig:
signifiant, betekenaar [vorm] = waarneembaar
signifié, betekende [concept, afwezige] ≠ waarneembaar
• langue (taal/taal als systeem) en parole (spraak/taal in gebruik)
• signifiant is actief op gebied langue (algemeen)
• signifié is actief op gebied parole (individueel, bijzonder)
• spanning tussen langue en parole > verandering
• relatie tussen signifiant en signifié is willekeurig, conventie
Derrida was beïnvloedt door de Saussure die de traditionele opvattingen over taal heeft
omgekeerd en op die omgekeerde relatie gaat Derrida door. De Saussure wordt beschouwd
als de grondlegger van de taalkunde met zijn werk 'Cours de Linguistic générale'. Een zeer
belangrijke revolutie die omkering die de Saussure heeft voltrokken is in verband met het
denken over taal in de tijd of niet? Het onderscheidt dat hij maakt tussen synchronie en
diachronie. Tot zijn tijd hadden denkers over taal nagedacht in haar historisch verloop en
taalkunde kwam neer op het schrijven van geschiedenis van een welbepaalde taal. De
Saussure meent dat een taal kan worden gezien als een systeem, structuur.
, Op elk moment in haar evolutie is een bepaalde taal een welbepaald systeem. Het Frans dat
werd gesproken en geschreven in de 17e eeuw en vergelijkt met de taal die vandaag
gesproken wordt kan je zeggen dat het nog steeds Frans is. Daarom moet je de taal
bespreken met haar gelijktijdige verschijnselen: dus synchronie in plaats van diachronie. Dit
focussen op systeemtaal bij het bestuderen van een bepaalde taal, heeft toegelaten op het
taalteken zelf. In verband daarmee maakt hij twee onderscheiden:
Taalteken bestaat uit twee aspecten:
Signifiant en Signifié
Langue en Parole
1) signifiant: betekenaar, slaat in feite op de vorm, op datgene wat waarneembaar is. Zie
illustratie: de signifiant slaat op het geschreven woord 'cheval' of op het woord dat je hoort
'cheval'.
De signifié slaat op datgene wat niet waarneembaar is, afwezig is, het concept dus datgene
wat je niet ziet. Op de illustratie is dat weergegeven met de tekening van het paard. Zodra
iemand het woord 'cheval' leest of hoort is er meteen een associatie met het concept dat
niet waarneembaar is en dat in het hoofd gebeurt van een object/dier paard.
2) Langue: slaat op de taal als systeem
Parole: de taal in gebruik
Het Frans is langue, maar het Frans kun je alleen maar waarnemen wanneer ze wordt
toegepast, gelezen, gehoord... De taal bestaat alleen maar wanneer ze wordt gebruikt. De
signifiant is actief op het gebied van langue. De Signifié is actief op het gebied van Parole.
Elke keer wanneer de taal wordt gebruikt, Frans, elke keer dat iemand in het Frans leest,
spreekt, iets zegt, gebeurt dat op een bijzondere manier want iedereen doet dat anders.
Iedereen heeft eigen stemmen, eigen accent. Er is daardoor een spanning tussen de langues
en de parole. Elke keer dat het Frans wordt gesproken, blijft men binnen het systeem Frans
maar tegelijkertijd interpreteert men het Frans andeers dan wanneer iemand anders dat
doet.
Een ander element dat hij onderlijnt: de relatie tussen de signifiant en de signifié berust op
een conventie en bijgevolg willekeurig is. Het is niet door de natuur vastgelegd welke oorden
je gebruikt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper filosofevub. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.