Definities week 2 Q 1 jaar 1
Methodisch Handelen
Werkelijkheidsbeeld:
Interpretatie van je eigen verhaal.
Begrijpen (verstehen):
Inleven in je cliënt en proberen die te begrijpen.
Verklaren (erklaren):
Logische verklaring voor een aandoening aan het bewegingsapparaat.
Vakfilosofisch model:
Gedachtegang over het vaak.
Menselijke gezondheid:
Is een abstract meerduidig begrip dat word gehanteerd vanuit een historisch en sociaal en cultureel
perspectief. Veelal word het begrip gezondheid concreet uitgedrukt als een beschrijving van een van
een toestand.
Mensbeeld:
Een persoonlijk beeld van wat een mens is. Bijvoorbeeld of die geschapen is door god of dat het een
massa is.
Lichaamsbeeld:
De manier waarop eigen lijf ervaren word en de houding die ten opzichte hiervan wordt aangenomen.
Hermeneutiek:
Uitlegkunde, afstemming en zoektocht naar een gemeenschappelijke kijk op het probleem.
Zelforganisatiemodel:
Dat het lichaam zichzelf in stand houdt door de homeostase.
Organisme:
Levend wezen, met het vermogen tot replicatie of tot overdracht van genetisch materiaal.
Orgaanstelsel:
Groep organen met de zelfde functie.
Orgaan:
Bestaat uit verschillende weefsels, en is een deel van het lichaam met een eigen functie.
Weefsel:
Samenhangend geheel van gelijksoortige cellen met dezelfde bouw en de dezelfde functie.
Bindweefsel:
Bestaat uit cellen en door de cellen geproduceerde extra cellulaire bestanddelen, de matrix.
Cel:
Het kleinste organisme in ons lichaam, die in staat is om zelfstandig te kunnen functioneren.
Persoonlijkheid:
Het geheel van iemand zijn persoonlijkheidstrekken, dat maakt iemands persoonlijkheid.
Karaktertrekken:
Relatief stabiel persoonlijkheidspatroon, waaronder temperamenten en persoonlijkheidstrekken.
Trekken:
Stabiele persoonlijkheidskenmerken waarvan men denkt dat ze zich in het individu bevinden, en die
een lijdraad vormen voor handelen en gedachten.
Big five:
5 vlakken waar je iemand in kan indelen, om zo een beeld te krijgen van zijn
,persoonlijkheidskenmerken.
Fenomenaal veld:
Onze psychologische realiteit bestaat uit percepties.
Locus of control:
Plek waar een persoon de belangrijkste invloeden plaatst.
Persoon - situatie debat:
Betrouwbaarheid:
De mate waarin je iets of iemand kan vertrouwen.
,Hoofdstuk 1 Geest, gedrag & psychologische wetenschap
⚫De belangrijkste perspectieven
Deze perspectieven domineren het snel veranderende veld van de moderne psychologie. Ze komen
voort uit radicale nieuwe ideeën over geest en gedrag.
1Biologisch perspectief
2Cognitief perspectief
3Behavioristisch perspectief
4Whole-person perspectief
5Ontwikkeling perspectief
6Socioculturele perspectief
⚫Het biologisch perspectief
Het lichaam kan apart van de geest worden bestudeerd.
Idee vanuit een scheiding tussen de spirituele geest en het fysieke lichaam.
Rationalisme: Denken als enig middel voor psychologische en wetenschap en fysiologie.
Empirisme: Het denken bezien als onnodig en storend in wetenschap en filosofie. Ze beweren dat
waarnemingen, ervaringen en experimenteren de waren kennisbronnen zijn.
Biologische psychologen: Oorzaken zoeken van gedrag, in zenuwstelsel, endocriene stelsel
(hormonaal) en genen. De geest is een product van de hersenen.
2 Biologische thema’s:
1Neurowetenschap: het gebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten,
gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en anderen metalen processen creëren.
2Evolutionaire wetenschap: menselijk gedrag dat voorkomt uit overgeërfde eigenschappen
(genetica).
Wetenschappelijke psychologie: elementen werden geordend in periodiek systeem doormiddel van
patronen in eigenschappen. Elementen van bewuste waarneming
Dit doe je doormiddel van Introspectie: Onderzoek waarbij sensorische- en emotionele reacties op
verschillende prikkels worden beschreven.
Elementen zijn o.a.:
•Gewaarwording
•Waarneming
•Geheugen
•Aandacht
•Emotie
•Denken
•Leren
•Taal
Stromingen:
•Structuralisme: Basisstructuren binnen de geest en gedachten trachten te ontrafelen.
•Functionalisme: Psychologische processen kunnen het best begrepen worden in het licht
van hun adaptieve nut en functie.
•Cognitief perspectief
Cognitieve psychologie: Perspectief waarbij de nadruk ligt op mentale processen ( leren, denken,
onthouden) als vormen van informatie verwerking.
Cognitie: geestelijke activiteit
Perspectief: Een invalshoek die de bron van onze handelingen zoekt in stimuli van uit de omgeving.
⚫Behavioristisch perspectief
Behaviorisme: School die erna streefde om van de psychologie een objectieve wetenschap te maken
die zich alleen op gedrag richt. (wetenschap van het gedrag) Richt zich niet op mentale processen.
, ⚫Whole-person perspectief
Perspectieven vanuit de gehele persoon, persoonlijkheid en geestelijke stoornissen ontstaan uit
processen in de onbewuste geest, en niet in het bewustzijn.
Psychodynamische psychologie: De onbewuste geest geeft energie voor de persoonlijkheid. “Wat
ons motiveert.”
De klinische benadering, met de nadruk op begrijpen van mentale stoornissen in termen van
onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten.
Perspectieven vanuit de gehele persoon:
•Humanistische psychologie: Nadruk op mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de
mens.
•Psychologie van karaktertrekken en temperament: Een perspectief dat gedrag en
persoonlijkheid ziet als producten van psychologische fundamentele kenmerken.
Introversie: naar binnen gericht/opengesteld.
Extroversie: naar buiten gericht/ opengesteld.
⚫Ontwikkelings perspectief
Ontwikkelingsperspectief: Een perspectief die zich onderscheidt door nadruk op erfelijkheid en
omgeving, te leggen(en op voorspelbare veranderingen die zich voordoen tijdens de levensloop).
Nature of Nurture: Welke kracht weegt het zwaarst ‘erfelijkheid’ of ‘omgeving’? (komt samen in het
ontwikkelingsperspectief)
Het idee dat bepalend is dat mensen veranderen op voorspelbare wijze naarmate de invloeden van
erfelijkheid en de omgeving zich in de loop van de tijd ontplooien.
⚫ Sociaal-cultureel perspectief
Sociaal-cultureel perspectief: Legt de nadruk op belang van sociale interactie, sociaal leren en een
cultureel perspectief.
Elementen:
•Aardig vinden
•Liefhebben
•Vooroordelen hebben
•Agressief zijn
•Gehoorzaam zijn
Cross cultureel psychologen: Ze werken gespecialiseerd en zijn geïnteresseerd in de manier waarop
psychologische processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen.
Vanuit de kracht van de situatie in iemands leven beredeneert.
Persoonlijkheid: Theorieën van de gehele persoon
⚫Krachten die de persoonlijkheid vormen
Persoonlijkheid: De psychologische kenmerken die een zekere continuïteit verlenen aan het gedrag
van een individu in verschillende situaties en op verschillende momenten.
Over belading van de persoonlijkheid (breken van de draad) zorgt voor meervoudige
persoonlijkheidsstoornissen, zoals manisch depressiviteit. Persoonlijkheidsleer is de psychologie
van individuele verschillen.
Beschouwing van persoonlijkheid: standaardinstellingen van ons unieke patroon van motieven,
emoties en percepties, in combinatie met aangeleerde schema’s die we toepassen om ons zelf en
onze wereld te begrijpen.
⚫Biologische, situationele & psychologische processen
De persoonlijkheid wordt gevormd door de gecombineerde krachten van biologische, situationele
en psychologische processen die allen in een context van sociaal-culturele en ontwikkelingsfactoren
zijn ingebed.
Men is geneigd om genot boven pijn te verkiezen, dit is een uitwerking van ons instinct. De