Dit is een uitgebreide samenvatting van de werkcolleges van het vak behandelingsmethoden en klinische vaardigheden van de master medische psychologie op Tilburg University. Het betreft alle werkcolleges, behalve het introductiecollege en het college met feedback over de holistische theorie. De coll...
Samenvatting Werkcolleges
Behandelingsmethoden en
klinische vaardigheden 2022-
2023
Werkcollege 2: De holistische theorie
Basiskenmerken van cognitieve gedragstherapie
CGT is geen verzamelnaam voor andere behandelingsmethoden
Het aangrijpingspunt van CGT is gedrag alle gedrag is aangeleerd
Het is belangrijk om te ontrafelen waarom een bepaalde patiënt bepaald gedrag vertoont op
een bepaalde situatie
Hiervoor gebruik je een wetenschappelijke methode het toetsen van hypotheses
Het gedragstherapeutisch proces
Een cliënt komt als eerste met een aanmeldingsprobleem (probleemstelling)
Vanuit hier ga je informatie verzamelen en theorieën opstellen van wat er aan de hand kan
zijn
Dit kan je doen door middel van een holistische theorie en functieanalyse
Aan de hand hiervan ga je informatie structureren en organiseren
Daarna kan je gaan toetsen of die verbanden kloppen
Op basis van de informatie, holistische theorie en functieanalyse kan je een behandelplan
opstellen
Dit kan je vervolgens gaan toetsen, waarna je continu blijft evalueren
Diagnostiek doe je vooral in het begin, maar dit houdt nooit op
Je verzamelt namelijk steeds nieuwe informatie
Op basis daarvan stel je je behandelplan bij
Verklarende diagnostiek
Verklarende diagnostiek stelt de vraag: waarom heeft deze patiënt deze specifieke klachten
in deze specifieke context?
Dit probeer je te beschrijven op basis van
- Anamnese en heteroanamnese
- Observaties
- Vragenlijsten
- Semigestructureerde interviews
- Holistische theorie
- Functie- en/of betekenisanalyse
Classificerende/beschrijvende diagnostiek
De classificerende diagnostiek handelt vanuit de DSM-5
Dit zijn belangrijke classificaties voor zorgverzekeraars
Daarom is het binnen de GGZ verplicht om te classificeren
,Holistische theorie
De holistische theorie is een theorie over de samenhang van problemen, relevante
eigenschappen van de patiënt en de omstandigheden waarin de problemen zich voordoen
Je doet dit als er meerdere probleemgebieden zijn
Je kijkt hoe de problemen zich tot elkaar verhouden
Holistische theorie wordt binnen de EMDR en schematherapie ook wel casusconceptualisatie
genoemd
Voorlopige probleemsamenhang
De holistische theorie wordt gebaseerd op de voorlopige probleemsamenhang van Hermans
Je geeft structuur door het clusteren van belevingen en gedragingen als een benoembaar
probleem
Je maakt hypotheses over de samenhang tussen de clusters van belevingen/gedragingen
Die verbanden ga je toetsen
Het komt vaak voor dat je van een cliënt niet alle informatie krijgt, omdat zij bijvoorbeeld
denken dat iets niet relevant is of iets niet willen vertellen
Daarom is behalve het verhaal wat de cliënt vertelt ook de intuïtie van de behandelaar
belangrijk om hypotheses te toetsen
Let hierbij wel op confirmatiebias
Toetsen van de holistische theorie
Binnen probleemgebieden zelf
- Zijn er aanwijzingen voor bijvoorbeeld sociale angst, dan ga je dit verder uitzoeken
- Wordt er voldaan aan de DSM-5 criteria?
- Wat zijn de kenmerken van …?
- Dit doe je aan de hand van vragenlijsten, registraties, externe observaties, topografische
analyses
Samenhang tussen probleemgebieden
- Bijvoorbeeld: speelt sociale angst een rol bij het drankprobleem?
Verschillende modellen van de holistische theorie
Meest uitgebreid: 3 kolommen
Voorlopige probleemsamenhang van Hermans lijkt een beetje op de 3 kolommen
De holistische theorie is overbodig als je een goede functieanalyse en betekenisanalyse
maakt
Als een casus complexer is, dan is het goed om een holistische theorie te maken
bijvoorbeeld door veel probleemgebieden/klachten
Een goede holistische theorie
Dynamisch, verandert steeds, is nooit 100% klaar
Clustert probleemgebieden en geeft samenhang weer d.m.v. pijlen
Is een probleemsamenhang op maat
Vorm van psycho-educatie voor de patiënt
Hypothese-toetsend
Maakt probleemselectie mogelijk en is een opmaat naar het vaststellen van behandeldoelen
en vormgeving van de behandeling
3 kolommen model
Het 3 kolommen model bestaat uit een kop, midden en staart
Kop: structurele kwetsbaarheid of historie
- Gegevens waar iemand mee moet leren leven
, - Persoonsfactoren: genetische kwetsbaarheden waarmee iemand geboren is, zoals IQ en
temperament
- Omgevingsfactoren: context waarin iemand is opgegroeid, zoals gezin, opvoeding,
culturele achtergrond, trauma’s
Midden: instrumentele kwetsbaarheid of persoonlijkheidskenmerken
- Relatief vaststaande overtuigingen die iemand heeft over zichzelf, de ander en de wereld
- Kerncognities: welke basale assumpties heeft iemand? bijvoorbeeld “ik doe er niet
toe”
- Coping strategieën: hoe lost iemand zijn problemen op?
- Zelfbeeld: hoe omschrijft iemand zichzelf (eigenschappen)?
- Leefregels: welke regels heeft iemand zichzelf opgelegd om te kunnen functioneren?
Als…, dan…
Staart: klachten en problemen
- Clusteren van klachten: wat is de eerste klacht en wat houdt wat in stand?
- Stressoren: uitlokkende of in stand houdende factoren
- Beschermende factoren: wat heeft ervoor gezorgd dat de problemen niet erger zijn dan
ze zijn?
- Gevolgen: wat zijn de consequenties van de klachten op sociale relaties, werk/school en
vrije tijd?
Als je volgens de voorlopige probleemsamenstelling van Hermans gaat werken, krijg je
uiteindelijk ook een soort 3 kolommen model
Criteria voor de probleemselectie
Waarschijnlijkheidswaarde: hoe waarschijnlijk is het probleem volgens de patiënt en
behandelaar?
Problematische waarde: in hoeverre heeft de patiënt echt veel last van dit probleem?
Behandelbaarheid: is het probleem behandelbaar?
Concreetheid
Centraliteit: hoeveel pijlen vertrekken er vanuit het probleemgebied, heeft het probleem
veel gevolgen?
Hulpvraag: wat wil de patiënt bereiken?
Op basis van deze criteria kies je waar je als eerste aan gaat werken
, Werkcollege 3: Functie- en betekenisanalyse
Betekenis- en functieanalyse
Worden gebruikt als
- Behandelrichtlijnen onvoldoende aanknopingspunten bieden dus bij uitgebreide
problematiek
- Vervolg op een holistische theorie
De functie van het geselecteerde probleem wordt grondig geanalyseerd
BA en FA zijn keerzijden van dezelfde medaille en worden naast elkaar gebruikt
- BA: de cliënt heeft geleerd een bepaalde betekenis toe te kennen aan neutrale stimuli
- FA: disfunctioneel gedrag wat niet helpend is, of juist gedrag dat niet vertoond wordt wat
wel zou moeten
Je probeert het gedrag te begrijpen aan de hand van leerprincipes van klassieke en operante
conditionering
Quiz over klassieke en operante conditionering
Klassieke conditionering is een verband tussen een stimulus en een respons
De onvoorwaardelijke/ongeconditioneerde respons is een natuurlijke reflex die niet is
aangeleerd
Extinctie: wanneer je twee stimuli niet meer altijd laat samengaan bijvoorbeeld wanneer
hondenvoer altijd samenging met een belletje en dan het belletje niet meer laten horen
Je leert actief bij operante conditionering en klassieke conditionering is reflexmatig
Gedrag dat verandert door een gevolg is operante conditionering
Betekenisanalyse
Problematische betekenisverlening
Disfunctionele, problematische betekenissen toekennen aan bepaalde gebeurtenissen
Dit zie je vaak bij trauma/angststoornissen
Basisstructuur
- Geconditioneerde stimulus roept een
ongeconditioneerde stimulus/ongeconditioneerde
respons op
- De ongeconditioneerde
stimulus/ongeconditioneerde respons roept een
geconditioneerde respons op
De relatie tussen de geconditioneerde stimulus met de
ongeconditioneerde stimulus/ongeconditioneerde respons kan sequentieel of referentieel
zijn
- Sequentiële associatie: als…, dan… (aangegeven met )
- Referentiële associatie: doet denken aan… (aangegeven met )
Voorbeeld BA
Een snelweg hoort eigenlijk een normaal iets zijn, het hoort geen angst op te roepen
Wanneer er een verkeersongeluk plaatsvindt op de snelweg, kan dat verkeersongeluk
gekoppeld worden aan de snelweg dit is een vorm van klassieke conditionering
Wat voorheen neutraal was, krijgt nu een bedreigende betekenis
Een ernstig verkeersongeluk bestaat uit
- Stimuli: piepende banden, klap
- Respons: ineen duiken, schreeuwen
- Betekenis: denken dood te gaan, verwijten maken, spijt
Deze kenmerken zijn normaal bij een ernstig verkeersongeluk
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper imkepeters. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.