2023
AANTEKENINGEN
FAMILIE
SOCIOLOGIE
,FAMILIE SOCIOLOGIE
Hoorcollege 1: Familiesociologie
26-04-2023
Familiesociologie
Voorbij het nucleaire gezin
Context (plaats, tijd, compositie)
Kernvragen sociologie: ongelijkheid en cohesie.
Historisch perspectief
1e demogra ische transitie 1750 - 1960
2e demogra ische transitie vanaf 1960 tot nu, in deze transitie vindt een omkering
plaats
Historische trend 1: De eerste demogra ische transitie 1750 - 1960
Verandering in
- Sterftecijfer
- Geboortecijfer
Invloed op totale bevolking
Fase 1: Geboorte cijfer en sterftecijfer hoog, start met industrialisering
Fase 2: Geboorte cijfer blijft hoog, sterfte cijfer omlaag, zuigelingensterfte neemt af
door betere gezondheidszorg, ontwikkelingen en verbetering hygiene, hierdoor stijgt
de totale bevolking
Fase 3: Geboorte cijfer daalt ook, totale bevolking vlakt af
Fase 4: post-transitie, beide cijfers stabiel laag, totale bevolking nog steeds hoog
Fase 5: blauwe lijn schiet iets omhoog —> vergrijzing, sterftecijfer gaat iets omhoog
1
,FAMILIE SOCIOLOGIE
Gevolgen in jaren ‘50
Leven gestandaardiseerd. Men trouwde jong, kreeg bewust kinderen, duidelijke
taakverdeling (traditioneel).
Sprake van burgerlijke gezinsideaal. Sterk normatief, beleid vond dat het gezin heel
belangrijk was. Burgerlijk gezin als hoeksteen van de samenleving.
Trend 2: Tweede demogra ische transitie
Bepaalde ontwikkelingen vanaf 1960 die leiden tot tweede transitie.
Relatievorming, scheiding. Tweede transitie over ontwikkelingen in samenwonen,
scheiden, trouwen kinderen krijgen.
SDT: Forerunners of change
a) Binnen een land: culturele voorhoede start vaak met nieuw gedrag
b) Tussen landen: Scandinavië als voorloper en daarna verspreiding over Europa/
wereld
—> Omdat de SDT zich eerst en verder heeft doorgezet in sommige landen zie je
dus verschillen in familiegedrag tussen landen.
2
, FAMILIE SOCIOLOGIE
Verklaringen SDT
1) Culturele veranderingen (o.a. Lestaeghe, vd Kaa)
- Individualisering
- Higher order needs van Maslow (zelfontplooing)
- Secularisering (kerk minder belangrijk (bijv. kerk keurde scheiden af))
2) Structurele veranderingen (o.a. Gary Becker)
- Economische veranderingen (arbeidsmarkt participatie van vrouwen)
- Institutionele veranderingen (beleid, wetgeving, er kwam een pensioensysteem
dus het was niet per se nodig om veel kinderen te krijgen die voor je zullen gaan
zorgen)
- Technologische veranderingen (anticonceptie pil)
SDT: De keerzijde
Toenemende ongelijkheid tussen kinderen van hoog en laag opgeleide ouders in
levenskansen (ofwel Diverging Destinies, McLanahan, 2004)
Basis idee Diverging Destinies (DD):
Veranderende selectiviteit familiegedrag naar opleiding
> Hoog opgeleiden:
‘positief’ familiegedrag (bijv. uitstel trouwen (focus op opleiding en carrière, hierdoor
krijg je meer hulpbronnen en levenskansen), vaders veel doen): ‘gain resources’
> Laag opgeleiden:
‘negatief’ familiegedrag (bijv. scheiden (gevolgen voor inkomen)): ‘loss resources’
3