WERKCOLLEGES ORGAANOVERSCHRIJDENDE AANDOENINGEN
INHOUD
Werkcollege 1: Wonden en wondverzorging .......................................................................................................... 2
Voorbereiding ..................................................................................................................................................... 2
De opdrachten .................................................................................................................................................... 3
Werkcollege 2 ......................................................................................................................................................... 6
Werkcollege 3: De buikpatiënt als spoedpatiënt .................................................................................................... 9
Werkcollege 4: Shock; pathofysiologie en diagnostiek ......................................................................................... 15
Werkcollege 5: Shock; typen en therapie ............................................................................................................. 19
Werkcollege 6: Auto-immuunziekten ................................................................................................................... 24
Probleem 1: Huid en slijmvliesafwijkingen ....................................................................................................... 26
Probleem 2: bleke slijmvliezen .......................................................................................................................... 29
Probleem 3: ascites ........................................................................................................................................... 32
Probleem 4: warme, pijnlijke gewrichten ......................................................................................................... 35
Deel 3 van het Werkcollege: Plenaire bespreking van de diagnose SLE ........................................................... 37
Werkcollege 7: Paraneoplastische syndromen: pathogenese, diagnostiek en aanpak ........................................ 39
Opdrachten ....................................................................................................................................................... 41
Werkcollege 8: agentia die systeemziekten veroorzaken ..................................................................................... 45
Werkcollege 9: Zoönosen ...................................................................................................................................... 52
Werkcollege 10: vaccinologie................................................................................................................................ 57
Werkcollege 11: Antibiotica 1; macroliden, tetracyclines en gepotentieerde sulfonamides ............................... 62
WErkcollege 12: Antibiotica 2; beta-lactam, aminoglycosiden en fluorquinolonen ............................................. 66
1
,WERKCOLLEGE 1: WONDEN EN WONDVERZORGING
VOORBEREIDING
Fasen van wondgenezing
- Acute ontstekingsfase
- Demarcatiefase
- Proliferatiefase
o Granulatieweefsel
o Epithelialisatie
- Maturatiefase
Als er een wond ontstaat worden er vier fasen doorgemaakt. In eerste instantie is er sprake van een acute
ontstekingsfase. Nadat weefsel schade optreedt komen er ontstekingsmediatoren vrij die de ontsteking in gang
zetten en voor stollen van het bloed zorgen. Daarna start de demarcatiefase, ook wel opruimfase genoemd.
Vorming van exsudaat, fagocytose en proteolyse en opruimen van niet vitaal weefsel zijn kenmerken van deze
fase. Hierbij zijn de macrofagen van belang. De volgende fase is een proliferatie fase, waarbij in eerste instantie
granulatieweefsel gevormd wordt en daarna epitheel groeit. Het granulatieweefsel is een beetje rood/roze als
een framboos. Het is een soort wildvlees en is goed doorbloed. Na 5 tot 7 dagen ontstaat er granulatieweefsel.
De epithelialisatie kan alleen plaatsvinden over een gezond granulatiebed. Per dag groeit er zo’n 1 mm aan
epithelisatie. Als laatste treedt er een maturatiefase op, hierin trekt de wond samen waardoor het litteken
kleiner wordt. Hervorming van collageen, waardoor het samentrekt. De fasen van wondgenezing kunnen in één
wond gelijktijdig plaatsvinden.
Opties voor wondgenezing
- Per primam
o Primair
o Vertraagd primair
o Secundair
- Per secundam
Per primam sluiting houdt in dat de wond gehecht wordt, zodat deze sluit. Dat kan primair, waarbij er in de
acute fase gehecht wordt. Een voorbeeld hiervan is bij een chirurgische ingreep. Dat kan vertraagd primair,
waarin er na de acute fase en dus in de demarcatiefase gehecht wordt. Dat doen we bijvoorbeeld bij patiënten
die later worden aangeboden, of als een patiënt niet stabiel is voor anesthesie. Je kan ook secundair per
primam sluiten, dat houdt in dat je sluit over een granulatiebed, dus in de proliferatiefase. Een voorbeeld
hiervan is als een patiënt heel laat wordt aangeboden. Als er veel ander weefsel weg is, dan heb je eerst een
granulatiebed nodig, voordat je een huidflap erover heen kan doen. Ook een instabiele patiënt kan een oorzaak
zijn om te kiezen voor een secundaire per primam wondgenezing.
Per secundam sluiting houdt in dat er geen hechtingen geplaats worden, maar dat het lichaam zichzelf volledig
geneest. Er treedt dan naast de acute ontstekingsfase en demarcatie fase een volledige proliferatie- en
maturatie fase op.
2
,Voorwaarden genezing per primam
- Weinig tot geen contaminatie
o In ieder geval géén infectie
- Schone, vitale wondranden -> bloed is goed
- Mogelijkheid tot drainage -> anders ontstaat er mogelijk een abces
- Spanningsloos sluiten van de wond -> alle lagen hechten
- (Daarnaast moet het dier stabiel zijn)
Contaminatie vs infectie
- Contaminatie
o Aanwezigheid van bacteriën in de wond
- Infectie
o Vermeerdering van bacteriën
o Nodig: voedingsbodem, warmte en tijd
o Herkennen: purulente uitvloeiing
o Voorkomen: schoonmaken van de wond
DE OPDRACHTEN
Patiënt
• Europees korthaar, vrouwelijk, 3 jaar
• 3 dagen geleden weg gelopen
• Gevonden onder een struik
• Wond aan linker achter poot
• Loopt normaal
• ABC stabiel
Conclusies uit de anamnese
- Belast alle poten normaal
o Geen schade aan botten en zenuwen
- ABC stabiel
o Airway: vrije ademweg
o Breathing: ademhaling (type, diepte)
o Circulation:
▪ Pols: kracht, regelmaat, frequentie
▪ Slijmvliezen: kleur en CRT (<1)
OPDRACHT 1 (foto 1 en 2)
• Beoordeel de leeftijd van de wond:
– Welke criteria?
▪ 6 uur tot 3 dagen
– Nut van leeftijd bepaling van de wond?
▪ Belang: beperkt, betekent wellicht alleen dat de
wond op een andere manier moet worden gesloten
• Beoordeel de diepte van de wond
– Welke criteria?
▪ Slecht te beoordelen
3
, • Is de wond gecontamineerd?
– Zo ja: waarom? Zo nee: waarom niet?
▪ Ja, haren en viezigheid zichtbaar
We zien dat er sprake is van ingedroogd bloed en geen acute bloeding. Dit betekent dat we niet meer in de
acute fase zitten, maar dat we op zijn minst in de demarcatie fase zitten. We zien ook dat er nog geen
granulatiebed gevormd is. Dit betekent dat de wond maximaal 5 tot 7 dagen oud is. Katten vormen binnen 5
tot 7 dagen een granulatiebed. De kat is drie dagen weg, dus de wond is ook maximaal 3 dagen oud. De wond
is dus ergens tussen de 6-8 uur en 3 dagen oud.
De diepte van de wond is niet goed te beoordelen, omdat er veel haren en viezigheid over de wond heen
zitten. We zullen dus eerst de wond goed moeten schoonmaken voordat we de diepte kunnen beoordelen.
Er is zeker sprake van contaminatie, want we zien haren en viezigheid in de wond zitten. Daarnaast zie je een
soort pus in de onderhoek, pus kan ook muco-purulent zijn dan is het geelrozig.
Deze wond kan geïnfecteerd raken als er niks wordt gedaan. Er is namelijk een voedingsbodem en warmte
aanwezig. Daarnaast is de wond al gecontamineerd en dus zijn er bacteriën aanwezig. Na 4 tot 6 uur gaat een
wond over van gecontamineerd naar geïnfecteerd. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van de temperatuur.
Bij zowel een gecontamineerde als geïnfecteerde wond zal je deze schoonmaken. Dit doe je met een
fysiologische oplossing. Bij een geïnfecteerde wond kan je het geïnfecteerde weefsel verwijderen. Niet vitaal
weefsel wordt in beide gevallen verwijderd. We kunnen systemische antibiotica geven. We geven geen lokaal
antibioticum, want dat zorgt juist voor weefselirritatie.
Opdracht 2
• Beschrijf stap voor stap de handelingen, die uitgevoerd moeten worden om de behandelingsopties
voor deze wond te kunnen aangeven
We moeten de kat sederen/anestheseren. Dit doen we om twee redenen, enerzijds om onze eigen veiligheid
anderzijds ook om de kat pijnstilling te kunnen geven en te zorgen dat ze niks meekrijgt van onze
inventarisatie.
Daarna gaan we de wond scheren, hierbij is het belangrijk dat we natuurlijk niet voor verdere contaminatie
zorgen. We doen dit door de wond te beschermen met natte gazen/steriele zoutoplossing (NaCl), zodat de
haren niet in de wond terecht komen. Daarnaast gebruiken we schone handschoenen en een schone
scheerkop.
Daarna gaan we de wond spoelen, om te voorkomen dat de contaminatie een infectie wordt. Dat doen we met
steriele zoutoplossing. Het is belangrijk dat daarbij geen schoonmaakmiddelen worden toegevoegd (zoals
betadine/hibiscrub(=chloorhexidine)). Deze zijn heel fijn om de huid schoon te maken en te desinfecteren,
maar in een open wond zorgt het enkel voor meer irritatie.
Opdracht 3: wondbeoordeling (foto 3 en 4)
• Welke weefsels zijn er gelaedeerd?
o Huid, subcutis, fascie en spieren
• Hoeveel huid ontbreekt er?
o Geen, wond valt open
We zien dat er een vrij grote en diepe wond is ontstaan. De huid is beschadigd
en het subcutane weefsel = onderhuidse vet. De spier fascie is gescheurd, er is een duidelijke rafelige
rand zichtbaar en we zien dat de spieren zelf ook beschadigd zijn.
Er is een groot (d)efect van de huid, het lijkt dus alsof er veel huid ontbreekt. Echter is dit niet het geval, de
huid staat zo ver open vanwege twee redenen. Enerzijds als de huidspier beschadigd raakt dan trekt deze
4