Rond 1800 ontstond er in Europa, als tegenreactie op het wereldbeeld van de verlichting en
het aan regels gebonden classicisme, een nieuwe literaire stroming: de romantiek. Centraal
in de romantiek stond ontsnappen aan de werkelijkheid. Algemene kenmerken van de
romantiek:
● het sublieme (dat wat het begrip ten boven gaat; overweldigd zijn door de
natuur/landschap). Belangrijk om te weten dat we destijds geen televisie of
(bewegend) beeld hadden. Men kreeg te maken met grensoverschrijdende
ervaringen die lieten zien hoe groot de schepping was.
● Er was veel sprake van originaliteit (de kunstenaar werd als genie gezien). Het
niet-triviale/irreële (verbeelding) staat centraal.
● Er was veel oriëntatie op het nationale verleden
● Er is een contrast tussen het ideaal en de werkelijkheid – een botsing van hoe de
werkelijkheid is en hoe die zou moeten zijn (werkelijkheid en ideaal)
De romantiek en verlichting passen totaal niet bij elkaar. De verlichting ging vooral over
rationalisme en empirie op wetenschapsgebied. De romantiek zorgt ervoor dat toerisme
toeneemt (exotisme, oriëntalisme), dus dat past wel bij de verlichting. Maar de romantiek
kent ook een natieoverstijgend gemeenschapsgevoel en nationalisme. De verlichting staat
compleet los van de romantiek.
Proza is een van de vaste verschijningsvormen van de romantiek in Nederland. Wij schrijven
hier vooral realistische romans. De romantiek had verschillende verschijningsvormen in
Nederland (genrerealisme, realisme, naturalisme).
18330-1850: Genrerealisme: Camera Obscura → het leven van gewone mensen werd op
humoristische manier voorgesteld (begin van het realisme). Er wordt gespot met bepaalde
type mensen.
- Camera Obscura wil zeggen: een verzameling verhalen
- Camera Obscura is een fotoinstrument: een primitieve fotografische afdruk van de
werkelijkheid. Zoals de werkelijkheid in de camera obscura valt, valt de verbeelding
in de ziel als een camera obscura, en een afbeelding die ontstaat wordt bewerkt (er
wordt kunst van gemaakt).
Het genrerealisme beschreef veel studenten-typen, waarheid en dromen.
Er werden realistische schetsen met gevoel voor humor en er was sprake van typen. Het
genrerealisme komt eigenlijk uit de schilderkunst: gewone mensen doen gewone dingen met
elkaar. Het is geen échte kunst: het is natekenen van de werkelijkheid, maar het is kunst als
er wordt geïdealiseerd.
De historische roman komt op naar het voorbeeld van Sir Walter Scott. Deze werd
aangepast naar Nederlandse smaak, omdat de middeleeuwen niet heel aantrekkelijk was
voor 19e eeuwse Nederlanders. De middeleeuwen waren vooral katholiek en er gebeurde
niets; ons verleden gaat niet veel verder dan de zestiende eeuw.
In de romantiek wordt de geschiedenis een beetje aangepast en afgezwakt. De historische
roman heeft door de vele aandacht aan historisch detail bijgedragen aan het realisme in
Nederland. Later werd het realisme ook toegepast op de eigentijdse samenleving.
,Naast het bovengenoemde, kwamen er twee stromingen op die al snel werden afgekeurd.
Namelijk de fysiologieën, die een beschrijving gaven van het intieme leven van een stad.
Ook de verborgenheden-literatuur. Dit werd al heel snel afgekeurd, omdat het geen
volwaardige literatuur zou zijn.
De lezers in Nederland lezen niet automatisch mee met de literatuurgeschiedenis. Er waren
zowel nieuwe als oude boeken.
Op een gegeven moment komt het realisme-idealisme debat op. De centrale vraag was
hier hoeveel realisme de kunst kan verdragen. Het realisme gaat dit debat winnen.
Cruciaal in dit debat is de rol van vertellers: auctoriaal of personaal. Als de schrijver hoog zit,
dan is het vaak ook zo dat hij zijn mening over maatschappelijke kwesties laat doorschijnen.
- Multatuli: Nederlandse overheid had de plicht om indische prinsen in toom te
houden, want die maakte zich schuldig aan de erge zaken in de kolonie. Maar
antikoloniaal was het boek niet)
- inheemse bevolking klaagt bij NL over de inlandse hoofden. Zo ook bij
Eduard Douwes Dekker.
- er is 1 hoofdstuk waar over NL werd geschreven als heftige machthebbers
e.d. Dat hoofdstuk wordt eruit gehaald door Indonesiërs.
- kritiek: Dekker dacht dat hij alles maar kon doen en hij heeft niet begrepen
wat de cultuur was die daar speelde.
Men was van mening dat idealisering betekenis geeft aan het leven.
De 19e eeuw in de realistische roman ging vooral gepaard met kritiek op de
standenmaatschappij en sociale misstanden.
De proza eist zijn plaats op naast de poëzie, die veel prominenter voorkwam.
De realistische roman en realistische vertellers – voorbeelden:
● Multatuli: kaderverhaal, ingekaderde verhalen, aan het eind de ‘ik’; Multatuli aan het
woord.
● Van Lennep: de schrijver gaat met een lezeres in discussie over ‘onwelvoeglijke
passage’
● Huet: commentaar van de verteller die begrip vraagt voor André Kortenaer
De realistische roman stelt:
- kritiek op de standenmaatschappij en sociale misstanden
- kritiek op leugenachtigheid van de maatschappij
- onbevooroordeelde werkelijkheidsweergave
- toe-eigening door kunst van het alledaagse
- spiegelmetafoor
Op een gegeven moment komt de tendensroman en tendenskunst op.
- De kunst is ondergeschikt gemaakt aan maatschappelijk engagement. In de
tendensroman werden dan ook actuele politieke en maatschappelijke vraagstukken
vanuit de ideologische optiek geschetst.
Dit is tegenstrijdig met het esthetisch realisme, waarin gezocht werd naar afstand van een
politieke doelstelling.
,J.J. Cremer is kunstschilder en schrijver van realistisch proza
- doet aan tendenskunst met Fabriekskinderen
Het is belangrijk je te beseffen dat literatuur wel degelijk een politiek effect heeft: kinderwetje
van Van Houten.
Zoals gezegd kwam de historische roman op naar het voorbeeld van Walter Scott. In
Vlaanderen kwam dit heel erg voor, want de Vlaamse geschiedenis is veel actueler.
In Vlaanderen kwam ook de tendensroman op: die geeft actueel de politieke en
maatschappelijke vraagstukken vanuit ideologisch perspectief. Dat dit juist in Vlaanderen
veel voorkomt is geen toeval: in Vlaanderen was een tweestrijd tussen de
allesonderdrukkende katholieke kerk en de liberalen.
Het realisme gaat door in het naturalisme.
In de naturalistische stroming (na 1880) worden de grenzen van wat toelaatbaar wordt
geacht in de poëzie verder opgerekt. → Waar je over kunt schrijven, kan nu veel meer zijn
dan voorheen. De algemene kenmerken zijn:
- er is veel aandacht voor animalisatie van de mens
- persversis en krankzinnigheid krijgen veel aandacht
- aandacht voor determinisme (= elke gebeurtenis ooit heeft een oorzaak)
- nerveuze, zwakke protagonist
- maatschappijkritiek
- objectieve verteller; een ik-verteller is ongebruikelijk
- geloofwaardig; de plaatsen bestaan echt en de gebeurtenissen zijn vaak actueel
Zoals gezegd onderscheiden we een aantal stromingen.
1800: Het genrerealisme / Camera Obscura gaat uit van het feit dat het leven van gewone
mensen op humoristische manier beschreven wordt in de literatuur. Dit is het aller begin van
het realisme. In de schilderkunst is het genrerealisme de stroming waarin gewone mensen
gewone dingen met elkaar doen.
1840: Het realisme ontstaat. Dit was een stroming die vooral sterk in Frankrijk een reactie
op de romantiek vormde. Het romantiseren van de werkelijkheid wordt hier afgeschaft en er
komt aandacht voor het weergeven van de (maatschappelijke) werkelijkheid.
Op een gegeven moment ontstaat het realisme-idealismedebat. Deze vroeg zich af
hoeveel realisme de kunst eigenlijk nou kon verdragen.
1880: Het naturalisme ontstaat. Het naturalisme gaat uit van het realisme, maar gaat nóg
een stap verder. Het wil de werkelijkheid wetenschappelijk verklaren. Het is een literaire
stroming vanaf ongeveer 1880 tot 1900 die vooral tot uiting kwam in het proza. Deze was
een onderdeel van het realisme, en daarmee ook gelijk een reactie op de literatuur van de
romantiek.
, WEEK 2 – NEGENTIENDE EEUWSE POËZIE
In het naturalisme vanaf 1880 worden de grenzen van wat toelaatbaar is binnen proza wat
verder opgekrikt. Je kunt over steeds meer zaken schrijven.
Louis Couperus is een van de eerste Nederlandse vertegenwoordigers van het
naturalisme. Hij was gevoelig voor buitenlandse en binnenlandse literatuurontwikkelingen.
Hij debuteerde met poëzie, maar begon daarna al snel met psychologische romans,
waarmee hij de meeste bekendheid verwierf.
Kenmerkend is dat hij een soort metamorfose doet naar de personages. Er vindt een soort
zielsverwerving plaats: hij wordt het personage. Hij zegt ook: ‘Al zou ik een boek schrijven,
zou je mij daar niet mee leren kennen’.
- Hij speelt voortdurend met fictie en werkelijkheid
- Hij schrijft ‘intieme impressies’ in kranten zoals het Haagse dagblad en Het
Vaderland. Hij doet hier ook een spel met de lezer; verstopt zich in ironie, zelfspot,
overdrijving en melancholie.
- Hij toont iets wezenlijks van zichzelf in deze maskerade.
- Op een versleutelde manier geeft hij commentaar op een wereld die hij niet (meer)
begrijpt.
De Nederlandse poëzie kent een aantal fasen. Deze week bespreken we de volgende:
1. Romantische poëzie – bryonisme
2. Humoristische poëzie – er wordt gezegd dat die zelfs is uitgevonden in deze tijd.
3. Almanakpoëzie – letterkundige jaarboekjes
4. Religieuze poëzie – domineedichters
5. Poëzie van Tachtig –
De poëzie van 1840 tot 1880 begon met romantische poëzie (poëzie uit de romantiek). Ook
komt dan de humoristische poëzie op en de almanakpoëzie (poëzie die voortkomt uit een
plaatje: poëzie dus met tekst en beeld).
- Francois Haverschmidt schreef humoristische poëzie. Hij doet aan zelfspot, met
eigenlijk een diep gevoel van verdriet. Hij verplaatst zijn al te heftige emoties in een
alterego om het buiten de deur te houden.
- Almanakken zijn heel populair. Aurora is de populairste ervan. Destijds was dit het
beste wat de Nederlandse poëzie te bieden had. per jaar kwam een almanak uit.
Een andere verschijningsvorm van de romantiek is het Bryonisme. Daarin wordt de poëzie
van Lord Bryon nagevolgd. Hij was een humorcultus in proza en poëzie. Men ging
personages zoals die van Bryon wekken. Deze bryoniaanse held wordt dan als romantisch
personage getekend in diverse werken. Hij is een tragische held, maar hij is zo
niet-christelijk dat er wanhoop is. Men vond daarom dat het ENgelse Bryonisme te heftig
was voor de Nederlandse context.
De religieuze poëzie was ook in trek. Domineedichters (schrijvende dominees) schreven
poëzie. Bijvoorbeeld Nicolaas Beets → hij schreef ook juist dingen die andere mensen (die
ongelovig zijn) kunnen herkennen. Ook had je De Genestet. Hij was een modernist; hij liet
de twijfel toe in zijn geloof. Hij weet niet waarin hij gelooft, maar hij zoekt daarnaar.
In deze tijd worden er twee typen dichters onderscheiden:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ayaahlalouch. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.