Hoorcolleges & kennisclips sociale cognitie
Kennisclips week 1
Sociale cognitie zit op snijvlak van sociale (gedrag in sociale context) en cognitieve psychologie
(mentale processen in sociaal vacuüm – het gaat over hoe mensen denken over andere mensen
Verschillen tussen mens en object. Mens heeft:
Mensen hebben intenties en kunnen hun eigen omgeving beïnvloeden
Nadenken over andere mensen (dus ook cognitie over jou)
Passen (cognitie) aan om jouw cognitie te beïnvloeden
Veranderen over tijd en situaties
Mens is complexer
Minder zichtbare attributen
Hoe groter de groep waar je in leeft, hoe groter je neocortex. Zo is de wereld van de mens complex
en moeten we ook flexibeler zijn
Mensen moeten ook stimuli in verschillende contexten kunnen interpreteren. Interpretatie is bij
mensen dus afhankelijk van de context
McGurk effect: wat we zien, kan wat we horen overrulen
De context afhankelijkheid van het interpreteren van stimuli heeft ook belangrijke gevolgen voor
sociale stimuli (zo bijv. etnische profileren)
Etnisch profileren: als iemand o.b.v. huidskleur, etniciteit, nationaliteit, taal of religie staande wordt
gehouden of gecontroleerd
Etnisch profileren heeft ook belangrijke gevolgen voor gedrag (bijv. onterecht neergeschoten worden)
er is een hardnekkige bias aanwezig: shooter bias (zwarte mensen worden eerder onterecht
neergeschoten)
Bij de shooter bias:
De stimulus wordt flexibel geïnterpreteerd o.b.v. context
Bottum up informatie (of iemand wapen heeft) wordt geïnterpreteerd met behulp van top
down kennis (bijv. zwarte mensen eerder agressief)
Sociale eigenschappen zijn vaak niet direct waarneembaar, dus mensen gaan verder dan de info die
gegeven in (going beyond the information given); constructing social reality
Constructing social reality:
Mensen maken eigen constructie van sociale omgeving
Ze gebruiken hiervoor hun interpretaties van sociale stimuli
De constructies bevatten meer informatie dan direct waarneembaar is in werkelijkheid
De constructie bepaald vervolgens gedrag
,Volgens het model in het boek kunnen we de volgende processen (in het hoofd) onderscheiden:
Basisidee sociale cognitie:
Objectieve werkelijkheid wordt in een subjectieve werkelijkheid vertaald
Je bestaande kennis verrijkt en beïnvloedt de constructie van je subjectieve werkelijkheid
Gezichten zijn 1 van de belangrijkste bronnen van informatie (bij 1 e indrukken en tijdens interacties)
Statische gezichten:
Bevatten veel sociale informatie
Veel van de info direct waar te nemen (gender, leeftijd, aantrekkelijkheid)
Going beyond the information given (persoonlijkheidskenmerken, groepslidmaatschap,
seksuele oriëntatie, politieke oriëntatie
Veel mensen denken dat een aantal persoonlijkheidskenmerken af te lezen uit het gezicht.
(Vroeger werd in de fysiognomie gekeken naar wel uiterlijk hoort bij welk gedrag (bijv. brede kaak =
crimineel gedrag))
Fysiognomie klopt niet, maar we worden er wel door beïnvloed. Consequenties:
Competente gezichten krijgen meer stemmen
Competente en dominante gezichten worden aangenomen als managers bij succesvollere
bedrijven (en verdienen meer)
Mensen met hogere militaire rang hebben dominantere gezichten
Consequenties mensen met onbetrouwbare gezichten:
Worden in trust games minder vertrouwd
Vaker schuldig bevonden
Vaker uit line-up geselecteerd
Extremere veroordelingen
Wat lezen we af uit het gezicht? (Kan onderzocht worden met de data-gedreven methode). Uit de
principle component analyse (PCA) kwam vooral betrouwbaarheid en dominantie naar voren qua
dimensies waarnaar gekeken wordt. Later is dit nog aangevuld met jeugdigheid/aantrekkelijkheid
Door te kijken naar determinanten van eigenschappen (zoals betrouwbaarheid), kun je de
diagnostische informatie visualiseren.
, doel: het vinden van de combinatie van gezichtskenmerken die beoordeling voorspellen (data-
gedreven methode).
Dit kan Face Space gebaseerd bekeken worden, waarbij je verhoudingen tussen kenmerken van het
gezicht kan variëren. Zo kun je visualisatie maken voor bijv. max. dominant of betrouwbaar minste
dominant/betrouwbaar (de gezichtskenmerken bewegen mee met wat wij betrouwbaar/dominant
vinden).
Naast face space, kunnen de kenmerken naar voren worden gebracht, m.b.v. reverse correlation;
door ruis toe te voegen, veranderen de kenmerken van het gezicht telkens wat, en dat kun je dan
laten beoordelen.
Voordeel reverse correlation:
Geen a priori hypothese over relevante kenmerken nodig
Manipuleren van specifieke kenmerken kan jaren duren en je weet niet of je de optimale
oplossing hebt
Je weet niet echt wat precies een kenmerk is, miss zijn er wel plekken in het gezicht waar niet
echt een label voor is
Gaat meer over spontaan informatiegebruik
Qua determinanten hebben we gekeken naar een directe relatie tussen gezichtskenmerken en
persoonlijkheidskenmerken. Een andere determinant is gemiddelheid (typicality)
Gemiddelheid is in verband gebracht met aantrekkelijkheid. Aantrekkelijkheid en betrouwbaarheid
zijn vaak sterk gecorreleerd. Dit komt ook door het halo effect
Gemiddeld is wel aantrekkelijk, maar niet het meest aantrekkelijk
(zeer aantrekkelijk is dan wel iets minder betrouwbaar)
De persoonlijkheidskenmerken die wij bepalen, baseren we op de 1 e indruk. Dit is niet altijd accuraat;
dit zou betekenen dat mensen met betrouwbare gezichten het beste wegkomen met onbetrouwbaar
gedrag (en competente gezichten zijn niet persé betere managers)
Een 1e indruk van dezelfde persoon kan verschillen per situatie/context (en waarmee je het
vergelijkt).
Conclusie:
Bij 1e indruk lezen mensen veel af aan het gezicht
Primair zijn betrouwbaarheid en dominantie te onderscheiden
Heeft consequenties voor het echte leven
Maar waarschijnlijk meestal niet heel accuraat
Niet vergeten dat gezicht maar 1 deel van de input is
Duchenne keek naar menselijke gelaatsuitdrukkingen en hoe deze in relatie. Hij ging er van uit dat
een gelaatsuitdrukking 1 op 1 vertaald kan worden naar een bepaalde emotie.
Silvan Tomkins dacht ook dat expressies discrete emoties onthullen, en dat:
die direct kunnen worden uitgelezen in het gezicht
universeel
context-onafhankelijk
Basic emotion theory (BET)
, 6 basisemoties worden onderscheiden: blij, boos, verdriet, angst, walging, verbazing
Altijd directe linkt tussen interne staat en universele expressie (dus context-onafhankelijk)
tenzij display rule (in sommige situatie te glimlachen bijv. of juist niet, omdat het zo hoort).
Er moeten dan wel micro-expressies (bijv. subtiele angst kenmerken als je liegt)
Facial acting coding system: beschrijving van de spieren in het gezicht en welke moeten worden
aangespannen bij welke emotie
Bet veronderstelt dat emoties: Altijd tot bijbehorende universele expressies leiden, in alle culturen en
alle situaties (m.u.v. sociale conventies) – dit is echter wat te simpel gezegd, want:
kenmerken niet helemaal universeel, bij Westerse-culturen bijv. meer verschil in de mond tussen
emoties en Aziatisch meer in de ogen (bewezen m.b.v. reverse correlation)
Wanneer laten mensen een expressie zien?; mensen laten vooral de expressies zien als je een sociale
focus hebt, bijv. als je samen met anderen bent. Vooral als je elkaar ook nog aankijkt is het nog
sterker.
Fridlund heeft dit ook onderzocht, m.b.v. 4 condities; 1) solitary (geen partner), 2) irrelevant task
(partner doet ergens anders iets anders), 3) implicit co-viewing (partner doet ergens anders
hetzelfde), 4) explicit co-viewing (partner doet hetzelfde, in dezelfde ruimte)
hier bleek dat de meeste expressie idd was bij de 4 e conditie
Interpretatie is afhankelijk van de context. Sommige emoties lijken op elkaar en dan kun je uit de
context afleiden wat iemand nou daadwerkelijk laat zien
emoties lees je af aan de hand van de lichaamscontext. (intense emoties zijn niet makkelijker af te
lezen, je hebt alsnog de lichaamscontext nodig)
Conclusie werk Aviezer et al:
Mensen kunnen niet eens valentie uit extreme expressie halen
Informatie wordt gehaald uit context, intensiteit uit expressies
Ook interpretatie van middel expressie zijn context afhankelijke
Belangrijke geleerde punten:
Universiteit hebben we ontkracht, door culturele verschillen in reverse correlation werk
Socialiteit is belangrijk; meer expressie in bijzijn van anderen
Interpretatie van expressie is sterk context afhankelijk
Conclusie:
BET is verouderd, maar in het dagelijks leven praten we alsof BET nog klopt
Overtuigend nieuw perspectief laat nog op zich wachten; meer onderzoek is nodig
Hoorcollege 1
Gelimiteerde tijd: beïnvloed je interpretatie, want je kunt misschien niet alles verwerken in die tijd,
maar motivatie hangt ook nog af, in hoeverre je moeite doet om alles te verwerken.
Bottum-up: o.b.v. sensorische informatie (data-driven)
Top-down: als je al kennis hebt (concept driven)