100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide samenvatting orthopedagogiek €7,44   In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting orthopedagogiek

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een uitgebreide samenvatting van alle problemen van orthopedagogiek.

Voorbeeld 4 van de 100  pagina's

  • 7 juni 2023
  • 100
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (15)
avatar-seller
esmévangeldorp1
Probleem 1

Leerdoel 1: Is er een verschil tussen temperament en persoonlijkheid en zo ja, wat is het verschil?

Kinder verschillen. De onderliggende latente en stabiele componenten van deze verschillen worden
aangeduid als temperament-en persoonlijkheidseigenschappen.
 Klassieke opvatting temperament = eigenschappen die vroeg in de ontwikkeling
observeerbaar zijn (kinderen) en sterke genetische of neurobiologische basis hebben
(aangeboren).
 Klassieke opvatting persoonlijkheid = minder sterke genetische basis en komt pas later in de
ontwikkeling tot uiting (vloeit voort uit temperament en is vaak pas te zien in de
volwassenheid.

Definitie persoonlijkheid: min of meer stabiele groep eigenschappen met voor het individu
kenmerkende manieren van denken, voelen en gedragen.

Er is kritiek op het sterke onderscheid tussen temperament en persoonlijkheidsconstructen. Omdat
er sterke empirische en conceptuele verbanden zijn tussen beide domeinen. Critici zeggen dat de
definiërende karakteristieken voor temperament ook gelden voor persoonlijkheidstrekken, inclusief
de vroege observeerbaarheid en genetische basis. Temperament modellen bevatten dan ook
voorlopers van vijf dimensies van persoonlijkheid.
 dus temperament en persoonlijk kunnen niet los van elkaar gezien worden

Het vijf factorenmodel Big Five (VFM) van persoonlijkheid
Onderscheid vijf dimensies, die de structuur van variëteit in persoonlijkheidstrekken aangeven. De
vijf dimensies zijn bipolair bestaan vaak uit twee tegenpolen die elkaars uiterste zijn en
onafhankelijk.
1) Extraversie (E); extraversie vs. introversie  sociaal, assertief, dominant, energiek en
optimistisch zijn versus een voorkeur hebben voor solo activiteiten, anderen volgen en
introvert zijn. Lagere orde trekken: sociale inhibitie, sociabiliteit, dominantie en
activiteitslevel
2) Altruïsme (A); altruïsme vs. antagonisme  kwaliteit van sociale interactie van warm
vriendelijk, empathisch en altruïstisch tot koud, egocentrisch en antagonistisch
3) Consciëntieusheid (C); consciëntieusheid vs. nalatigheid  beschrijft de positie van een
persoon qua tot werk gerelateerde trekken, gaat van ordelijk ambitieus en betrouwbaar tot
wanordelijk nonchalant en onbetrouwbaar. Het refereert ook naar de mate waarin iemand
zelf discipline heeft en zichzelf als (in)competent beschouwd
4) Neuroticisme (N); neuroticisme vs. emotionele instabiliteit  individuele verschillen in
(sociale)angst, ergernis, kwetsbaarheid, negatieve emotionaliteit. Lagere orde trekken: angst,
prikkelbaarheid
5) Openheid voor ervaren (O)/intellect; openheid vs. geslotenheid  creatief zijn en problemen
en situaties open benaderen tegenover minder fantasie, nuchterder en een voorkeur voor
bekende paden en oplossingen.

Bij persoonlijkheid lijkt het zo te zijn dat de big five de onderliggende structuur representeert.
Persoonlijkheidstrekken kun je zien als mengvormen van deze basisdimensies (VB: Vijandigheid is
een mengvorm van hoge score op Neuroticisme en lage score op Altruïsme).

Persoonlijkheid taxonomie, zoals de Big Five is hiërarchisch opgesteld
 Hogere niveaus; brede kenmerken die algemene persoonlijkheidsverschillen tonen.
 Lagere niveaus; meer specifiekere reacties (die aangetoond worden middels hogere niveaus)

,HiPIC (Hiërarchische Persoonlijkheidsvragenlijst voor Kinderen):
“big five voor kinderen”  paar dingen anders (openheid/aangenaamheid)
 Neuroticisme: Angst, zelfvertrouwen.
 Extraversie: Energie, expressiviteit, optimisme, verlegenheid.
 Consciëntieusheid: Concentratievermogen, doorzettingsvermogen, ordelijkheid,
prestatiemotivatie – vergelijkbaar met Big Five.
 Welwillendheid: Egocentrisme, dominantie, irriteerbaarheid, gehoorzaamheid, altruïsme –
breder dan altruïsme (bij volwassen is dit Aangenaamheid)
o Verschillen in hanteerbaarheid van het kind in perspectief van de ouder
 Vindingrijkheid: Creativiteit, intellect, nieuwsgierigheid – facetten openheid voorervaringen.
(bij volwassen is dit openheid)

,Drie benaderingen om de persoonlijkheid van kinderen en adolescenten te beschrijven in termen
van de VFM-dimensies:
1) Top-down benadering
Welke onderverdelingen zijn er uit eerder onderzoek en kunnen de eigenschappen in worden
verdeeld?
Symptomen/eigenschappen  diagnose DSM
 Startpunt: vragenlijsten die initieel ontwikkeld werden voor het meten van VFM
dimensies bij volwassenen.
 Proces: deze lijsten neemt men bij kinderen en/of adolescenten af of herformuleert
items ervan, zodat ze meer leeftijdsadequaat zijn.
 Resultaat: een vragenlijst/instrument die de vijf persoonlijkheidsdimensies meet bij
kinderen en/of adolescenten.
 VOORBEELD: lexicale benadering; de overtuiging dat opvallende en sociaal relevante
eigenschappen die belangrijk zijn om individuele verschillen tussen personen te
benoemen of te beschrijven, in de taal gerepresenteerd worden
 Niet geschikt vanwege onvoldoende aanpassingen voor een gedetailleerde en omvattende
beschrijving van vroege persoonlijkheidsverschillen, aangezien de indicatoren voor
persoonlijkheid volgens deze top-down strategie primair niet leeftijdsspecifiek ontwikkeld
werden.
2) Bottom-up benadering
Eerst kijken naar welke kenmerken een persoon heeft en vervolgens onderverdelen in
dimensies.
Testen  symptomen  categorie indelen
 Startpunt: nieuwe hiërarchische ordening waarbij alle verschillen tussen kinderen en
adolescenten in kaart worden gebracht.
 Proces: de onderliggende dimensies van de verkregen taxonomie worden
onderzocht. Er wordt getoetst of het VFM teruggevonden kan worden.
 Resultaat: een vragenlijst/instrument die de vijf persoonlijkheidsdimensies meet bij
kinderen en/of adolescenten.
 Meer sensitief voor subtiele persoonlijkheidsverschillen op jongere leeftijd en hun
ontwikkeling over de tijd heen.
3) Benadering die vijffactorenscores berekend op basis van schalen die oorspronkelijk een
ander model dan het VFM operationaliseren, maar wel persoonlijkheidsverschillen bij kids
en adolescenten meten.

Drie belangrijke theoretische en meettradities
1) De gedragsstijlen benadering (Thomas en Chess)  temperament wordt gezien als het hoe
van het gedrag (VB: hoe intens een kind huilt) en NIET als van de inhoud (VB: wat het kind
doet tijdens het huilen) en de motivatie van het gedrag: ze benadrukken hierbij de
stijlaspecten van gedrag.
 Met hun longitudinale onderzoek van 6 jaar lang met 141 baby’s en interviews met
de ouders vonden ze 9 dimensies die potentieel significant waren voor de
psychologische ontwikkeling:
o Fysieke activiteit
o Regelmaat  hoe voorspelbaar is het gedrag
o Aanpassingsvermogen
o Aanpak-intrekking  reacties op nieuwheid
o Drempel van responsiviteit  hoeveelheid stimulatie die nodig is om een
reactie op te weken
o Intensiteit van de reactie
o Kwaliteit van de stemming

, o Mate van afleiding
o Taakpersistentie
 De theorie benadrukt hoe belangrijk wederzijdse interacties tussen kind en omgeving
zijn voor de aanpassing van het kind  goodness of fit, dat heeft tot gevolg dat de
opvoeding moet worden aangepast op het unieke temperament van het kind.
 Met deze theorie kwam ook moeilijk temperament: dat is een cluster van
gedragsstijlen die uitdagend zijn voor verzorgers. Deze verzameling van trekken
maakt kinderen heel kwetsbaar voor het ontwikkelen van probleemgedrag zelfs
zonder de omgevingsinvloeden.
Echter empirisch onderzoek heeft maar beperkt succes gehad met onderscheiden
van de stijlcomponenten van gedragsvermogens
o Factor analyse lieten vier in plaats van negen componenten zien (prikkelbare
stress, sociale remming, activiteit en aandacht).
o Er wordt gezegd dat het model de rol van emotionele en motivationele
componenten van temperament onderwaardeert.
o Het is moeilijk onderscheid te maken tussen de stijlcomponenten van gedrag
en de motivatie en inhoud

Thomas en Chess zagen persoonlijkheidsontwikkeling als het resultaat van de interactie
tussen temperamentfactoren en de omgeving en vestigden de aandacht op individuele
verschillen bij het kind. Zij schoven op basis van 9 gedragscategorieën, 3 configuraties van
persoonlijkheidseigenschappen naar voren die frequent observeerden bij jonge kinderen:
 Het gemakkelijke kind: verkeert doorgaans in een positieve stemming, heeft
regelmatige biologische functies en lage tot matige responsintensiteit, goede
aanpassing, raakt niet van streek in nieuwe situaties.
 Het traag op gang komende kind: heeft vaak een negatieve stemming, laag
activiteitsniveau, een lage responsintensiteit, is geneigd om zich terug te trekken in
nieuwe situaties.
 Het moeilijke kind: verkeert doorgaans in een negatieve gemoedsstemming,
onregelmatige biologische functies, hevige reacties, geringe aanpassing, is geneigd
om zich terug te trekken in nieuwe situaties.

2) Kritische benadering (Buss & Plomin)  zij paste het model van Thomas en Chess aan door
temperament in te kaderen als een ontwikkelingsvoorloper van de
volwassenpersoonlijkheid.
 Ze hebben afgebakend dat een eigenschap alleen als temperament kan worden
beschouwt als hij voldoet aan vijf criteria:
o Temperamentkenmerken moeten overgeërfd zijn
o Relatief stabiel zijn in de kindertijd
o Behouden blijven in de volwassenheid
o Evolutionair adaptief zijn
o Aanwezig zijn in onze fylogenetische verwanten
 Op basis van deze criteria stelde de auteurs vier brede temperamentdimensies voor:
o Emotionaliteit
o Activiteit
o Sociabiliteit
o Impulsiviteit  werd later weg gelaten uit het model want er waren
tegenstrijdige resultaten over de erfelijkheid hiervan.
 Meer recent werk heeft discussie over of de sociabiliteitsdimensie moet worden
verdeeld in sociabiliteit (voorkeur voor anderen), verlegenheid (ongemakkelijke

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esmévangeldorp1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,44. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 77858 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,44
  • (0)
  Kopen