Dit document bevat een samenvatting van de lesbrief Marktresultaat & Overheidsinvloed van LWEO. De theorie is kort maar duidelijk uitgelegd en de belangrijkste begrippen zijn in de samenvatting verwerkt.
Marktresultaat en overheidsinvloed
Hoofdstuk 1. Economische doelmatigheid
1.1 Een markt voor vervoer
Sneller en goedkoper vervoer transactiekosten nemen af en we zijn meer gaan reizen. Betere
vervoersmogelijkheden lokken nieuwe vraag naar vervoer uit.
1.2 Ruilwinst
Wat iemand bereid is te betalen voor een product of dienst = betalingsbereidheid
Betalingsbereidheid – werkelijke bedrag te betalen = ruilwinst
Bij een economische keuze worden kosten en baten tegen elkaar afgedwongen.
Kosten = opgeofferde schaarse middelen
Baten = mate van behoeftebevrediging
In een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) worden de kosten en baten van de overheid voor
een project op een rijtje gezet.
1.3 De perfecte markt
Bij een markt van volkomen concurrentie zorgt de marktwerking voor een evenwichtsprijs en
evenwichtshoeveelheid. Dan is de uitkomst economisch doelmatig.
Het surplus in een grafiek met een vraag- en aanbodlijn is uit te rekenen met de formule 0,5 x basis x
hoogte.
De marginale kostenlijn geeft aan welke hoeveelheid een producent aanbiedt bij een bepaalde prijs.
bij volkomen concurrentie valt de marginale-kostenlijn samen met de aanbodlijn
Bij het marktevenwicht worden productiefactoren die bedrijven gebruiken het meest doelmatig
aangewend of gealloceerd dan is het totale surplus dus maximaal.
1.4 De economische uitkomst
In de visie van econoom Vilfredo Pareto is een situatie Pareto-efficiënt als één persoon zijn resultaat
niet kan verbeteren zonder dat dit ten koste gaat van het resultaat van imeand anders
- In de markt: als de vooruitgang van de een, groter is dan de achteruitgang van de ander.
In het Pareto-optimum is het totale surplus maximaal.
Volkomen concurrentie heeft bijwerkingen die er in de praktijk soms voor zorgen dat markten met
onvolkomen concurrentie de voorkeur krijgen in de maatschappij (ondanks dat onvolkomen
concurrentie soms een lager surplus oplevert):
1. Homogeniteit van producten. Aanbieders zullen hun product iets eigens willen meegeven zodat
het afwijkt van de concurrentie hierdoor kan de consument ook kiezen en heeft daar geld voor
over. Prijzen liggen dus hoger omdat er meer keus is
2. Gebrek aan innovaties: dat is vaak langdurig en kostbaar. Door concurrentie zal de marktprijs
zakken naar het bedrijfstakevenwicht dus de extra kosten leiden dan tot verlies in plaats van
winst
- De overheid stimuleert innovaties door octrooien en patenten. Dan spreken we van een wettelijk
monopolie
, Hoofdstuk 2. De overheid grijpt in
2.1 Ingrijpen in de markt
Omdat vrije marktwerking niet altijd een gewenste prijs oplevert, grijpt de overheid soms in met een
heffing, subsidie of het stellen van een maximum- of minimumprijs. Dit is prijsregulering.
Ingrijpen verstoort de doelmatigheid van de markt en dit leidt tot een verloren surplus/deadweight
loss.
De overheid kan een maximumprijs instellen dan is de uitkomst niet langer Pareto-efficiënt
De oppervlakte van de Harberger-driehoek is gelijk aan het verloren surplus (deadweight loss).
Maximumprijs instellen zorgt voor minder aanbod daarom kan overheid subsidies aanbieden om
te zorgen dat producenten meer gaan aanbieden
De overheid kan ook een minimumprijs invoeren omdat producenten anders te weinig aan een
bepaald product verdienen. De minimumprijs is hoger dan de marktprijs. Er ontstaat dan een
aanbodoverschot.
De overheid kan besluiten om het aanbodoverschot op te kopen tegen de minimumprijs (ook wel
garantieprijs/interventieprijs)
Het opkopen van overschotten leidt tot overproductie daarom kan de overheid een instellen
(maximale hoeveelheid die geproduceerd mag worden)
Exportsubsidies stimuleren het exporteren van producten en invoerrechten zorgen ervoor dat
wereldmarktproducenten hun producten niet goedkoop in de EU kunnen afzetten.
Interventieregelingen kosten veel geld en kan leiden tot hogere consumentenprijzen.
De overheid stelt een minimumloon in zodat de werknemer nog wel in zijn levensonderhoud kan
voorzien.
2.2 Belastingen en subsidies
Directe belastingen worden door personen of bedrijven aan de overheid over hun inkomen of vermogen.
Directe subsidies worden bijvoorbeeld in de vorm van inkomenssteun rechtstreeks aan personen of
bedrijven verstrekt.
Indirecte belastingen zijn kostprijsverhogend (bijv. btw, accijnzen, invoerrechten)
Indirecte subsidies zijn kostprijsverlagend.
De btw in Nederland kent drie tarieven: de meeste goederen en diensten vallen onder het tarief van 21%.
Voor de eerste levensbehoeften geldt een tarief van 9%. Het 0%-tarief geldt voor buitenlandse
ondernemers die vanuit Nederland zakendoen met het buitenland.
Het systeem van indirecte belastingen en subsidies heeft meerdere doelen:
- De overheid heeft geld nodig om haar uitgaven te kunnen bekostigen
- Bepaalde producten moeten worden gestimuleerd of ontmoedigd
Indirecte belastingen worden door de verkoper afgedragen aan de overheid. De kosten van de heffing
worden doorberekend in de prijs van een product en hebben dus een prijsverhogende werking.
Het deel van de heffing dat wordt doorberekend aan de consument = afwentelingspercentage
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper famkenobel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.