Burgerlijk procesrecht 2
Week 1A Inleiding
Belangrijkste beginsel hoor en wederhoor.
Inleiding BPR
‘Tanden van het burgerlijk recht’ omdat
- Bijv. gas wordt uit grond gehaald, waardoor schade ontstaat.
‘Gereedschapskist van de civiele jurist’
Burgerlijk procesrecht als sluitstuk van het burgerlijk recht.
Functies van burgerlijk procesrecht;
Het is van belang voor de praktijk. Als bijv. schade wil verhalen.
Functies BPR: zorgen dat wat materiele recht belooft ook echt gebeurd & ter
voorkoming van eigenrichting.
Het burgerlijk recht valt uiteen in:
1. Vermogensrecht
a. Kern: het mogelijk maken de uit het privaatrecht voortvloeiende
aanspraken te verwezenlijken. Voorkomen van eigenrichting.
b. Rol rechter = taak als geschilbeslechter over rechtsbetrekking of
verkrijging van afdwingbare veroordeling.
c. Eigenlijke rechtspraak/ voluntaire rechtspraak rechtspraak
betreffende een geschil. Recht kent geen eigenrecht, de rechter geeft
altijd een beslissing.
d. Bemoeienis derde; rechter of alternatief bijv. arbitrage
(voetballerscontracten, zaak gaat naar college van arbiters. Dit zijn
particuliere rechters). Mr. Visser is bindend advies.
2. Personen- en familierecht
a. Kern; rechtspositie natuurlijke persoon
b. Rol rechter = ordende taak.
c. Oneigenlijke rechtspraak / vrijwillige rechtspraak er is hier niet
vaak sprake van een geschil, maar de openbare orde vergt iets. Het is
juist niet vrijwillig, want beschikking van de rechter is vereist om een
wijziging tot stand te brengen op dit terrein.
d. Bemoeienis derde; altijd rechter! Zijn regels van ordeningsrecht. Er kan
dus geen alternatief zijn.
Deze tweedeling komt in het procesrecht terug.
Voornamelijk vermogensrecht dus, eigenlijke rechtspraak. Voorbeeld:
- A vordert nakoming van ovk met B. B ontkent verplichting, want geen ovk. A
spreekt B aan in rechte.
o BPR geeft aan: hoe gaat het in zijn werk? Hoe begint bijv. de
procedure? Hoe bewijs je? Bewijzen is belangrijkste onderdeel van
BPR. Materiele recht helpt soms met aantal bewijsregels bijv. door te
zeggen dat je bezitter bent als je feitelijke macht hebt. Of art. 6:177a
BW.
- Franse krant zet een beledigende tekst in de krant van Nederlander.
Nederlander vordert schadevergoeding
, o BPR: voor welke rechter?
Bronnen van burgerlijk procesrecht:
- Nationaal;
o Wetboek van Rv. Bestaat uit 4 boeken, waarbij procederen bij
overheidsrechter in 1e boek staat.
o Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO)
o BW bijv. verjaring, vooral titel 3.11
o Andere wetten in formele zin o.a. ATW, Gw.
- Internationaal;
o Verdragen o.a. EVRM, BUPO
o EU-verordeningen Brussel I bis-vo en betekening Vo II
Rechtsingang: dagvaarding en verzoekschrift
Dagvaardingsprocedure = eiser stelt een vordering te hebben (vorderingsrecht),
gedaagde verweert zich daartegen, de rechter moet het geschil beslechten
uitbrengen en laten betekenen door de deurwaarder, aanhangig op moment van
tekenen.
- Vanaf art. 78 Rv tweede titel van het 1e boek vermogensrecht
Verzoekschriftprocedure; indienen bij Rb, aanhangig op moment binnenkomst Rb.
- 3e titel van 1e boek.
Dagvaardingsprocedur Verzoekschriftprocedur
e titel 2 ‘vordering, e titel 3 ‘op verzoek,
vorderen’ verzocht’
Rechtsingang Dagvaarding laten Verzoekschrift (rekest)
uitbrengen en betekenen indienen bij rb richt
door deurwaarder art. zich tot de rechter.
125 Rv richt zich tot
tegenpartij
Relatief bevoegde rechter Woonplaats gedaagde Woonplaats verzoeker
art. 99 Rv art. 262 Rv
Uitspraak Vonnis – arrest - arrest Beschikking
Soort recht Vaak vermogensrecht Vaak personen- en
BW 3,5,6 en 7. familierecht.
Vorderingsrecht (er is Rechter bevestigt of
een geschil) altijd wijzigt rechtstoestand
wederpartij
Procesvertegenwoordigin Verplicht bij vorderingen Niet verplicht
g boven 25.000 (kanton) +
zaken bij civiele kamer
Pas in een titel 3 procedure NOOIT een regel uit titel 2 toe! TENZIJ de wet (Bijv. Art.
284 Rv is een schakelbepaling) het zegt of HR.
Verzoekschrift of dagvaarding?
Het is een gesloten systeem.
,Art. 261 lid 2 Rv voor zover de wet niet anders voortvloeit, is deze titel van
toepassing op alle zaken met een verzoekschrift ingeleid. Kijk naar termen en
beschikking etc. indien niet expliciet uit de wet voortvloeit, kijk naar vorderen etc. en
art. 78 Rv. DUS, indien het geen verzoekschrift is, moet het een dagvaarding zijn.
- Kijk ook naar verschillen tussen procedures.
Art. 78 Rv titel twee, dagvaardingsprocedure, is van toepassing op alle zaken
waar titel 3, verzoekschriftprocedure niet van toepassing is.
Verkeerd gekozen ingang? art. 69 Rv. Alleen als je je terecht vergist (geen kwade
bedoeling).
- Stel je gaat naar civiele rechter, terwijl bestuursrechtelijk moet. De civiele
rechter zal in beginsel zich onbevoegd/ niet ontvankelijk verklaren art. 70 Rv.
Maar soms krijg je de kans om de andere route te kiezen art. 70 lid 2 Rv.
Cassatie: procesinleiding (KEI-rv) zie 1.4.2 Comp.
Verschillen tussen dagvaardingsprocedure en verzoekschrift;
1. Proces inleidend stuk, dagvaarding wordt betekend door deurwaarder en dan
doorgestuurd naar rechtsbank. Verzoekschrift wordt ingediend bij griffie van
rechtbank en dan naar belanghebbende.
a. Opmaak; zie vormvoorschriften.
2. Relatief bevoegde rechter = geografisch bevoegde rechter
3. Procesverloop dagvaarden en dan reactie van gedaagde heet conclusie
van antwoord. Bij verzoekschrift heet de reactie van belanghebbende een
verweerschrift.
4. Uitspraak dagvaarden heet vonnis. Verzoekprocedure heet een
beschikking.
Beginselen van burgerlijk procesrecht art. 6 EVRM
1. Recht op toegang tot de rechter = als je een probleem hebt van juridische
aard dan moet de overheid ervoor zorgen dat ik naar de rechter kan. Dit wordt
afgeremd door griffierecht en een verplichte advocaat. We kennen wel
systeem van gefinancierde rechtsbijstand.
2. Onpartijdig en onafhankelijk gerecht =
a. Onpartijdig = zowel subjectieve aspect als objectief aspect.
i. Art. 36 Rv = een partij kan verzoeken de rechter te wraken
ii. Art. 40 Rv = een rechter kan zichzelf verzoeken te verschonen
van de zaak.
b. Onafhankelijk = t.o.v. de uitvoerende macht (regering) en wetgevende
macht (parlement en regering) is grondwettelijke gewaarborgd in: art.
116 en 117 Gw
i. Art. 116 Gw = inrichting, samenstelling en bevoegdheid van de
rechterlijke macht wordt bij of krachtens de wet geregeld.
ii. Art. 117 Gw = leden worden voor het leven benoemd en alleen
ontslagen bij door de wet geregeld gerecht.
3. Recht op eerlijke behandeling =
a. Art. 19 Rv het recht op hoor en wederhoor (gelijkheids- of
verdedigingsbeginsel) = processuele gelijkheid. Beide partijen moeten
over dezelfde wapens beschikken. Op een geschrift dat in het geding
wordt overlegd mag de rechter geen acht slaan als de wp geen kennis
, heeft van kunnen nemen. Ook wanneer stuk zo laat wordt overlegd. Als
de ene partij iets mag zeggen, dan mag de andere partij dat ook. Als de
ene partij een stuk naar de rechter brengt, dan mag de rechter niet
oordelen zonder dat wp het heeft gelezen (=equality of arms =
gelijkheid van processuele middelen).
i. Arrest HR Schook/Vergeer = rechter mag geen gegevens die
niet van algemene bekendheid zijn aan zijn beslissing ten
grondslag leggen als hij deze buiten de aanwezigheid van
partijen heeft verschaft. In deze zaak heeft de rechter 2 keer
onofficieel een pand bezichtigd. Vergeer vond het niet een
bedrijfsruimte, maar rechter vond het een opslagruimte.
b. Motiveringsbeginsel art. 121 Gw, art. 30 Rv, tenzij uit de wet anders
voortvloeit art. 279 lid 1 jo art. 700 Rv. (voor controle en
aanvaardbaarheid)
4. Behandeling en uitspraak in het openbaar art. 121 Gw, art. 4 en 5 RO, art. 27-
29 Rv
a. Ter controle/ verantwoording naar de maatschappij
5. Uitspraak binnen een redelijke termijn - Meestal binnen 9-12 maanden. De
Staat moet de benodigde middelen ter beschikking stellen. De rechter is
verantwoordelijk voor het verloop van procedure art. 20 rv.
a. Rechtspraak te lang? Staat aansprakelijk stellen o.g.v.
onrechtmatige daad. Iedere 6 maanden vertraging, recht op 500 euro
i. Arrest Eisers/ Gemeente de Bilt = of de redelijke termijn is
overschreden, hangt onder andere af van de aard,
ingewikkeldheid en het belang van de zaak en het procesgedrag
van partijen. Kan o.g.v. OD. Wel moet eerst de duur van de
gehele procedure worden vastgesteld. Materiële schade moet
worden bewezen, immateriële schade wordt verondersteld
wegens spanning en frustratie door uitblijven.
(Kent geen horizontale werking)
Verdere beginselen: onmiddellijkheidsbeginsel recht op oral hearing (pleidooi),
volledigheids- en waarheidsplicht art. 21 Rv.
Hoofdrolspelers;
1. Procespartijen
2. Rechters/ gerechten
3. Rechtshulpverleners (advocaten, gemachtigden (kanton))
4. Deurwaarder
5. Griffier
Soorten gerechten art. 2 RO;
- Rechtbanken 11. Art. 42 RO
o In het kader van civielrechtelijke afdoening; twee afdelingen of kamers.
Civiele kamer (alleen advocaat)
Kamer voor Kantonzaken (zowel advocaat als in persoon (1
rechter))
- Gerechtshoven 4 (cluster van rechtbanken)
- HR 1 (controlerend en rechtsvormend functie)
*gedaagde bij kortgeding (voorzieningenrechter) geen advocaat nodig.