Het recht is gefundeerd op normatieve beginselen en ficties
De vragen die voortvloeien uit de Law in Action-benadering zijn empirische vragen.
Normatieve wetenschappen – vooral gespitst op de ontwikkeling van juiste gedragsnormen
Empirische vragen – zo een objectief mogelijke beschrijving en verklaring van de werkelijkheid
Empirische wetenschappen – gaat om het waarnemen van regelmatigheden in menselijk gedrag en
het waarnemen van samenhangen in het menselijk handelen en het begrijpen en verklaren van
samenhangen tussen deze regelmatigheden
-> verschillende benaderingen
- Rechtssociologie – gedrag dat gerelateerd is aan het recht
- Rechtseconomie – gaat uit van een aantal aannames omtrent menselijk gedrag en de
betekenis van het recht
Empirische benadering: wordt nagegaan of genoemde aannames stand houden als zij
getoetst worden aan de werkelijkheid
Normatieve benadering: geldt het streven naar maximalisatie van maatschappelijk nut als
een opdracht, die richtinggevend moet zijn voor de inrichting van het recht en de
samenleving
- Rechtspsychologie – menselijk gedrag wordt in verband gebracht met psychologische
kenmerken van individuen
- Neurowetenschappen – menselijk gedrag wordt verklaard in termen van activiteiten van de
hersenen
Sociologie – menselijk gedrag wordt vooral bezien in samenhang met het feit dat mensen in
groepsverbanden leven; het gaat om het bestuderen van regelmatigheden die voortvloeien uit het
feit dat mensen deel uitmaken van groepen
Rechtseconomen – nemen aan dat individuen streven naar maximalisering van nut (welvaart); gaan
ervan uit dat het recht zodanig is ingericht, of ingericht moet worden, dat het individuen aanzet
zodanig te handelen dat het bijdraagt tot maximalisering van de totale maatschappelijke welvaart
Jeremy Bentham
- Utilitarisme
- Gedrag en recht moeten gericht zijn op de maximalisering van menselijk geluk en welzijn
Week 1 Waarom houden mensen zich aan het recht?
Twee belangrijke aannames over de gehoorzaamheid van mensen aan het recht
1. De aanname dat mensen zich vooral aan het recht conformeren omdat zij sancties vrezen
2. De opvatting at in het recht neergelegde normen de enige normen zijn die ertoe doen en
bepalend zijn voor de vraag of mensen zich al of niet aan het recht houden
1
,Schwitters, ‘Instrumentalisering, over effectiviteit en de meerwaarde van het recht’
Een regel kan directe en indirecte effecten hebben (en bedoelde en onbedoelde effecten)
- Direct – het betreft de onmiddellijke door de wetgever beoogde gedragingen
- Indirect – hierbij gaat het om de rechtvaardiging van de directe effecten
Waarom houden mensen zich aan het recht?
1. Om het feit dat deze een wettelijke karakter hebben; de opname van de regel in het recht
2. Belangen kunnen een niet-juridisch fundament van met het recht corresponderend gedrag
vormen het eigen belang van mensen zet ze tot geen ander gedrag aan dan de wet van de
verlangt
3. Vigerende/geldende informele normen en waarden kunnen mensen aanzetten tot gedrag
dat overeenkomt met wat door het recht van hen wordt gevraagd
Semi-autonoom sociaal veld -> SASV
- Ligt het besef besloten dat mensen deel uitmaken van groepen, waarbinnen zich normen en
waarden ontwikkelen die hetgeen het recht verlangt kunnen steunen, maar ook kunnen
frustreren
- Mensen begeven zich in een SASV waarin zij gezamenlijk gedragsnormen voortbrengen
- Overal waar mensen binnen een verband op elkaar georiënteerd handelen, ontwikkelingen
zich gedragsnoren en is er sprake van een SASV
- Voorwaarde: leden zijn van elkaar afhankelijk en zij hebben invloed op elkaars handelen
- Sociaal veld – situaties waarin mensen binnen een of ander verband op elkaar
georiënteerd handelen. Wanneer mensen geen onafhankelijke actoren zijn.
- Autonomie – SASV’s belichamen een zekere zelfstandigheid van de ene handelingssfeer ten
opzichte van andere handelingssferen
- Semi-autonoom – de autonomie is niet volledig, want mensen maken deel uit van
verschillende SASV’s en de SASV’s afzonderlijk zijn ook blootgesteld aan de invloed van
andere SASV’s
De meerwaarde van het recht/de betekenis van opname van gedragsnormen in het recht
1. Het opnemen van gedragsnormen in het recht impliceert doorgaans dat deze normen
worden gesteund door bijzondere handhavingsmogelijkheden
2. De legitimiteit van het recht kan bijdragen aan de effectiviteit van de gedragsnormen
3. De normzekerheid die met het recht wordt bewerkstelligd signaalwerking van het recht
Signaalwerking – in het recht kan een beslissende vingerwijzing besloten liggen voor welk
gedrag gangbaar is. De signaalwerking berust in belangrijke mate op het feit dat informele
handhaving een belangrijke bijdrage levert aan de effectiviteit van het recht
Informele handhaving – enerzijds worden in het recht neergelegde normen vaak
gehoorzaamd omdat overtreding leidt tot negatieve reactie van andere burgers, anderzijds
zijn burgers vaak pas geneigd om anderen op normoverschrijdend gedrag aan te spreken als
de norm in de samenleving breed wordt onderschreven
2
, Schwitters: wijst erop dat het recht er dikwijls toch toe kan bijdragen mensen tot wenselijk
gedrag aan te zetten, zowel op basis van de sanctiemiddelen waarover het recht beschikt als
op basis van legitimiteit
Sancties hebben twee soorten effecten
1. Het algemene effect – de afschrikkende werking die maakt dat mensen zich aan de wettelijke
norm conformeren
-> de pakkans is een meer afschrikkende werking dan de hoogte van de straf
2. Het speciale effect – de betekenis die een toegepaste sanctie heeft op het toekomstige
gedrag van een normovertreder
Het probleem van collectief handelen – ontstaat omdat mensen geneigd kunnen zijn om zich aan het
bijdragen aan de totstandkoming van publieke goederen te onttrekken (free-rider gedrag). Omdat
ieders afzonderlijke bijdrage te klein is om gewicht in de schaal te leggen en omdat niemand van de
voordelen van collectieve goederen kan worden uitgesloten is het voor ieder afzonderlijk individu het
meest voordelig om de totstandbrenging ervan aan anderen over te laten
-> kan door het recht (legitimiteit of sancties) aan banden worden gelegd, dus soms hebben
informele normen een duwtje in de rug nodig van het dwingend recht om werkelijk effectief te zijn
(signaalwerking)
goede illustratie van de gecombineerde werking van recht en informele gedragsnormen
John Griffiths benadering van ‘sociale werking van het recht’
Onderzoek moet niet te sterk gericht zijn op de doelstellingen van de overheid (top-down
perspectief), maar juist op de sociale verhoudingen die door een wet worden geraakt
(bottom-up perspectief)
Drie concrete aanwijzingen die voortvloeien uit dit pleidooi voor bottom-up onderzoek
1. Degene op wie de wet van toepassing is, zijn niet atomen die blanco op wettelijke
impulsen reageren, maar actoren die al in betrekkingen met anderen zijn verbonden
(SASV)
2. De effectiviteit van handhaving is sterk afhankelijk van de wijze waarop het recht
door burgers zelf wordt gehandhaafd (informele handhaving)
3. De overheid is geen homogene entiteit die in het recht duidelijk bepaalde
gedragsnormen vastlegt waarmee het realiseren van één onbetwiste sociale
doelstelling is beoogd
Het recht is een middel om sociaalwenselijke doeleinden te realiseren
Hij waarschuwt voor het naïef instrumentalisme en pleit voor het sociologisch geïnformeerd
instrumentalisme
Instrumentalistische opvatting – het recht wordt gezien als een middel om direct de samenleving te
verbeteren en menselijke verhoudingen en morele opvattingen doelgericht naar de hand te zetten
1. Naïef instrumentalisme – de opvatting dat wetten op basis van sanctionerende handhaving
door bevoegde autoriteiten vanzelfsprekend de beoogde effecten tot stand brengen; houdt
in dat als er een wet is en er een sanctie op staat het gevolg is dat er een afneming van een
bepaald gedrag is; de overheid wordt gezien als een centrale regelkamer die top-down de
3
, samenleving in gewenste banen leidt, zonder invloed van informele normen te erkennen en
zonder de rechten van individuen en minderheden te respecteren (totalitair)
2. Sociologisch geïnformeerd instrumentalisme - wijst naïef instrumentalisme af en focust meer
op de invloed van SASV
3. Kritisch instrumentalisme – het heeft oog voor de intrinsieke waarden die in het recht
besloten liggen; rubriceert de rechten van individuen en minderheden onder de relevante
maatschappelijke doeleinden en heeft oog voor vele bronnen van ordening van menselijk
gedrag; het biedt de mogelijkheid aan wetgever en beleidsmakers om zich bewust te zijn van
de gevolgen van de door hen gemaakte regelingen in het licht van die centralen waarden en
geeft anderen de mogelijkheid om de overheid kritisch aan te spreken, juridische beginselen
als rechtsbescherming behoren tot die centrale waarden en deze kunnen niet zomaar op
gezet worden door een instrumentele oriëntatie op andere doelen -> dergelijke gedachten
vraagt in het bijzonder aandacht
Bezwaren tegen het (totalitair) instrumentalisme
- Een ver doorgevoerd instrumentalisme leidt ertoe dat er op ieder terrein complexe
regelgeving ontstaat die het onmogelijk maakt om flexibel te reageren op de snel
veranderende werkelijkheid in de samenleving
- Het voortdurend teruggrijpen naar wet- en regelgeving als oplossing voor maatschappelijke
problemen leidt tot juridisering en overregulering die het morele fundament van sociale
verhoudingen aantasten -> ‘claimcultuur’
- Fuller erkenning van de specifiek juridische waarden die grenzen stellen aan het
instrumentele handelen van de overheid
1. Het recht is geen neutraal instrument om sociale doeleinden te realiseren, maar
belichaamt intrinsieke waarden (rechtsbescherming of -zekerheid)
2. Er kan niet zomaar worden aangenomen dat er gemeenschappelijk aanvaarde
doeleinden bestaan aan de realisering waarvan het recht dienstbaar kan zijn
- Recht is behalve een middel om de samenleving te ordenen of een instrument om sociaal
wenselijke doeleinden te realiseren vooral bedoeld om macht te begrenzen.
Robert Cialdini kopieergedrag: Sociaalpsychologisch onderzoek (1991) Flyers onder ruitenwissers
Thaler en Sunstein, ‘Nudges’
Keuzearchitecten – heeft de verantwoordelijkheid voor het organiseren van de context waarin
mensen beslissingen moeten nemen; de manier waarop de verschillende keuzemogelijkheden
worden aangeboden is van invloed op de uiteindelijke keuze
-> Zijn bewust mee bezig om mensen in richtingen te laten bewegen die hun leven beter maken
-> Geven een duwtje in een bepaalde richting nudge
Nudge – beïnvloedt de keuze door mensen onbewust in de richting van een bepaalde keuze te
duwen; keuzevrijheid wordt niet beperkt
-> de interventie moet makkelijk en goedkoop zijn om te vermijden
-> een interventie die menselijk handelen op voorspelbare wijze beïnvloedt, zonder alternatieve
gedragsopties uit te sluiten of zonder de (financieel-)economische consequenties wezenlijk te
veranderen (duwtje in de rug)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauras2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.