Samenvatting Artikelen Agogiek jaar 1, pedagogiek, Windesheim.
Artikel 1: Self Fullfilling Prophecy
Barbara Rumain
In theorie leren toekomstige leraren in de opleiding veel over de basis van psychologische concepten.
Toch zijn we niet altijd in staat dit goed toe te passen in de praktijk. Drie voorbeelden daarvan zijn
het bekrachtigen/ belonen van positief gedrag, Self-efficacy en het Pygmalion-effect. In dit artikel
wordt aangegeven wat gevolgen zijn van verkeerd gebruik en hoe het goed toegepast kan worden in
de klas. Deze drie principes zijn belangrijk voor het succes van leren van kinderen in de klas.
Concept 1 : Shaping of Behavior: Het bekrachtigen of belonen van positief gedrag in de klas. Positieve
versterking kan effectief zijn bij het leren van kinderen, als het correct gebruikt wordt. Stel dat je
punten krijgt voor het goed meelezen tijdens een les Chinees, degene die de meeste punten heeft
krijgt een prijs. Kinderen die het goed doen, krijgen veel punten, kinderen die het minder goed doen
krijgen weinig of geen punten. Het bleek dat kinderen die in de eerste èn tweede week geen of
weinig punten kregen, in de derde week nog slechter gingen presteren. Het probleem is dat de leraar
de gedragsverandering niet goed aanpakt. Gedragsverandering heeft de maken met de vormgeving
van bestaand gedrag. Gedragsverandering heeft niet te maken met de normen van een leraar, maar
de leraar moet bestaand gedrag laten vertonen, dan geef je een beloning voor het positieve gedrag.
Het kind die geen punten of prijs krijgt, zal juist gevoelens van frustratie, boosheid en onzekerheid
hebben, waardoor dit zal leiden tot lagere verwachtingen en lagere prestaties.
Denk aan de SkinnerBox, wat ook shaping is. Skinner wachtte niet af tot de rat de hefboom indrukte,
maar beloonde elk gedrag dat daar in de buurt was (in de goede hoek, hefboom aanraken en daarna
indrukken). Elke stap werd beloond. Voor de leraar betekent dit dat hij elk gedrag in de goede
richting moet belonen, zoals dat het kind de vinger bij de goede regel houdt tijdens het lezen en
eerst niet. De leraar moet tussenstappen vinden om te belonen. Het kind krijgt dan zelfvertrouwen
en zal het vooral nog eens proberen, de motivatie stijgt. Dit werkt niet altijd bij alle kinderen
hetzelfde. Elk kind is anders, dus de leraar past de tussentijdse beloningen aan het kind aan.
Shaping Beloon gedrag dat in de goede richting zit, dus niet alleen het resultaat. Het is
een vorm van operante conditionering. Het komt uit de leertheorie die zegt dat gedrag dat
bekrachtigd wordt, blijft in stand. Bij shaping gaat het over gedrag dat in de goede richting
gaat. Denk aan Skinner, en de duif/rat die beloont werd als hij in de buurt kwam van het
hendeltje, al het gedrag dat in de goede richting gaat, wordt beloond. Denk ook aan het
kinderspelletje: jaaaa, je bent warm, daar moet je naartoe. Ook dat een kind leert z’n jas aan
te doen. Kind moet niet aan het eind beloond worden, maar in tussenstappen (arm
uitstrekken om jas aan te doen). Dit is een heel krachtig principe. Dus niet het belonen van
het resultaat belonen, maar alle tussenstappen.
Concept 2: Self-efficacy: het geloof dat je in iets zult slagen/ vertrouwen in je eigen bekwaamheid. Bij
een groep kinderen met dezelfde bekwaamheden heeft de kijk op je jezelf (zelfeffectiviteit =
vertrouwen hebben in jezelf). Als je in jezelf gelooft dat je het kan, kan je het. Als je niet in jezelf
gelooft/ op jezelf vertrouwt, zal je het niet goed doen. Leraren en ouders hebben hier een grote rol
in. Zeg tegen het kind dat het hem zal lukken. Als je dat niet doet, belemmer je zijn kans op succes.
zelf-effectiviteit: Bandura (zie ook selffulfilling prophecy) - Experiment Jane Eliot. Dit
experiment: de leerkracht: ‘kinderen met blauwe ogen presteren deze week beter krijgen
meer beloningen. Het bleek dat deze kinderen ook daadwerkelijk beter presteerden dan de
bruine ogen, en de week daarna niet meer. Hoe kinderen over zichzelf denken, heft een
grote voorspellende waarde. Niet altijd; als jij denkt dat je alles kunt, en je leert niet voor