Blok 8: Zorg en Welzijn
Samenvatting van de colleges, kennisclips en literatuur &
uitwerkingen van de tutorgroepen van kennis. Week 5 t/m 8
De opbouw van de kennislijn gedurende het blok is gebaseerd op het Regenboogmodel van Valentijn
et al. waarin het gaat om integrale zorg.
[1]
,Belangrijke concepten
Week 5 Valentijn: persoonsgerichte benadering, populatiegerichte benadering,
Integraliteit regenboogmodel organisationeel en klinisch, systeemintegratie –
organisationele integratie – professionele integratie – klinische integratie –
functionele integratie – normatieve integratie, horizontale en verticale
integratie, continuüm van (inter)organisationele integratie (markt, hiërarchie,
netwerk).
Roets: top-down/bottom-up
College: Vier vormen: structureel, cultureel, sociaal, strategisch
Week 6 Hackman et al: kenmerken van een ‘real teams’- of pseudo-team (beperkte
Samenwerking groepsgrootte, gedeelde doelen, gedeelde verantwoordelijkheid, onderlinge
in teams taakafhankelijkheid).
Smith-Carrier: ITEM model, Wat maakt een effectief team? (shared vision,
common goals, respect/trust team members, processes for ongoing
communication, effective leadership, mechanisms for conflict resolution).
Bleakley: will-to-stability/will-to-adaptability, teaming
College: Multidisciplinair, interdisciplinair, transdisciplinair.
Week 7 Martimianakis et al: perspectieven op professionalisme (lijst kenmerken, rol in
Professionalism de samenleving, sociale constructie, sociale controle).
e Rose: dilemma’s: identiteit, territorium, macht, expertise.
Dwarswaard & van de Bovenkamp: ethische dilemma’s (autonomie patiënt VS
gezondheidsuitkomsten, autonomie patiënt VS betrokkenheid patiënt,
holistische benadering VS professionele grenzen).
Postma et al: drie vormen van articulatiewerk (interprofessioneel,
intraprofessioneel, lay articulation)
College: T-Shaped professionals, state agent/citizen agent.
Week 8 Cliënten Bink: eigen regie (eigenaarschap, eigen kracht, motivatie, contacten)
Huber et al: positieve gezondheid (lichaamsfuncties, mentaal welbevinden,
zingeving, kwaliteit van leven, meedoen, dagelijks functioneren).
[2]
,5.1 College: Integraal werken in de wijk
Beloftes van de decentralisatie
1. Integrale aanpak problemen: schuld, werk, zorg, ondersteuning, wonen
2. Preventief werken: problemen voorkomen in plaats van reageren op
3. Geen standaardoplossingen, maar maatwerk: doen wat nodig voor die ene persoon.
4. Actief burgerschap: zelfredzaamheid en participatie
5. Kostenbesparingen
Zelfredzaamheid-matrix
Bij multiproblematiek wordt
er gekeken naar de score van
de zelfredzaamheid-matrix.
Hoe hoger de score, hoe
zelfredzamer men is.
Om deze problematiek op te lossen, moet heel het systeem samenwerken. Om dit te kunnen doen
moet men goede randvoorwaarden creëren. Instellingen en betrokken moet hetzelfde idee hebben
over wat goede zorg is en hoe je met elkaar samenwerkt.
[3]
, Organisaties
- Veel verschillende soorten organisaties: GGZ, Cure, Care, welzijn, huisvesting, Werk en
inkomen etc.
- Huisartsen praktijken, thuiszorgorganisaties, GGZ-instellingen, woningbouwcorporaties,
gemeentelijke afdelingen.
- Deze organisaties bestaan uit verschillende partijen, maar ze hebben ook verschillende
verhoudingen tot elkaar:
Concurrerende markt (bijvoorbeeld thuiszorgorganisaties)
Hiërarchie (bijvoorbeeld de overheid)
Netwerk: partijen waar men afhankelijk van elkaar is, maar niemand echt
zeggenschap heeft.
- Integratie van organisaties vindt plaats op een continuüm van losse verbanden tot
hiërarchische structuren. Meer geïntegreerd is dan niet per sé beter!
Kenmerken van een netwerk
1. Er zijn meerdere actoren/partijen.
2. Deze actoren/partijen zijn van elkaar afhankelijk om doelen te bereiken (= interdependentie).
3. Geen van de actoren/partijen is dominant.
4. Besluitvorming is geen eenzijdige keuze maar een soort onderhandelingsproces/overleg
tussen actoren/partijen waarbij ze elkaar nodig hebben.
5. Er is enige continuïteit in de interactie waarbij patronen zijn ontstaan.
Integratiemodel Fabricotti
Integratie bestaat uit een aantal
onderdelen:
- Sociale integratie
- Structurele integratie
- Culturele integratie
Processen van sociale integratie: sociale
verhoudingen tussen actoren worden respectievelijk positief geïntensiveerd.
Processen van structurele integratie: afstemming tussen taken (taakverdeling,
coördinatiemechanismen).
Processen van culturele integratie: waarden, normen, werk- en benaderingswijzen en symbolen van
actoren komen respectievelijk overeen.
Processen van integratie van doelen, belangen, macht en middelen: doelen, belangen, macht en
middelen van actoren komen respectievelijk overeen.
[4]