Communiceren met kinderen – les 1
Volwassenen 23+
Verdrag van de rechten van het kind in 1990.
De 3 p’s:
- Provision: overheid zorgt voor onderwijs, gezondheidszorg en opvang
- Protection: mishandeling, arbeid, discriminatie
- Participation: vrijheid meningsuiting en meedenken
Omslag: praten naar kinderen --> praten met kinderen (Autoritair --> autoritatief)
Focusleeftijd volwassene 23+
Wat is kenmerkend voor deze leeftijd?
Je hersen zijn helemaal volgroeid,
Wat is belangrijk in de communicatie?
Respect hebben voor de autonomie, open vragenstellen, een goed luisterend oor hebben, ik ben oké
en jij bent oké, geef ruimte aan een ander dit doe je door middel van luisteren en antwoord geven,
structuur is vereist, interne en externe ruis voorkomen.
Thomas Gordon (1918-2002)
- Klinische psycholoog
- Anti-autoritaire opvoedingsstijl
- Collega ‘Roggers’ was de opvolger
- ‘Gordon methode’
- Trainingen populair in de 60’s en nu
Wat zijn de twee belangrijkste dingen in de communicatie?
- Actief luisteren
Begrijpen gevoelens/betekenis boodschap. Zender zendt niet. Benoemt hoe boodschap is begrepen.
- Ik-boodschap
Beschrijving, gevoel, gevolg
Passief luisteren
Noemt Gordon acceptatie tonen, zwijgen en ‘de deuren openzetten’.
Vage reacties zoals: ‘juist ja’.
Actief luisteren
Probeert de ontvanger te begrijpen wat de zender voelt of wat zijn boodschap betekend. Actief
luisteren is effectiever.
Voorwaarden actief luisteren
- Neem de tijd. Hoor wat het kind zegt.
- Oprecht zijn
- Acceptatie van gevoel
- Vertrouwen in het kind hebben; eigen oplossing te zoeken
- Gevoelens zijn van voorbijgaande aard
- Kind is uniek
,Gordon; wanneer luisteren kinderen naar hun ouders?
Bij wie Ligthart probleem/wie heeft er een probleem?
Wie is de ‘eigenaar’ van het probleem? En wie zal er iets aan moeten doen?
1. Het kind
2. De ouder
3. Er is geen probleem
Oplossing voor ouders
1. Proberen kind te veranderen
2. Proberen omgeving te veranderen
3. Proberen zichzelf te veranderen
Wie heeft het probleem? Methode/communicatie vaardigheid
Kind Actief en passief luisteren
Ouder Ik-methode
Beiden Geen verlies methode
Geen probleem Genieten van een onbezorgd gesprek
Kinderen aanspreken; wel effect
Ik-boodschap
Moet de 3 volgende componenten bevatten:
- Beschrijven van onacceptabel gedrag
- Gevoel van ouders
- Merkbare en concrete gevolg dat gedrag op ouders heeft
(GEDRAG + GEVOEL + GEVOLG)
Marshall Rosenberg (1934-2015)
- Hij heeft vormgegeven aan geweldloze communicatie (GC)
- Geweld veroorzaakt geweld
- Je kunt nooit iemand nooit dwingen iets te laten doen
De 5 elementen GC.
- Waarneming (= waarnemen zonder oordelen is de hoogste vorm van menselijke intelligentie
J. Krishnanmurti)
- Gevoelens (= gevoelens tonen en kwetsbaar zijn dragen bij tot het oplossen van conflicten.
Woordenschat ontwikkelen waarmee we specifieke gevoelens kunnen benoemen. Verschil
tussen gevoelens en quasi gevoelens (gedachten, beoordelingen, interpretaties). Ik voel me
een slecht mens --> Gevoel dat je mij niet mag.)
- Behoeften (= onderkennen van behoeften achter onze gevoelens. Oordelen, kritiek,
beoordelen en interpretaties ten aanzien van anderen komen allemaal voort uit onze eigen
niet onderkende en onvervulde behoefte.
- Verzoek (= zaak om vage, abstract of onduidelijke bewoording te vermijden. Gebruik
positieve actietaal. Verschil tussen een verzoek en een eis.
- Mededogen (= het gaat om je levenshouding).
Empathisch luisteren
- Empathie of mededogen is een respectvol verstaan van wat anderen ervaren.
- Niet: adviseren, geruststellen, eigen gevoel of standpunt benoemen (Ik vind..)
- Wel: onszelf leegmaken en met heel ons wezen naar de andere te luisteren
,De 4 elementen op een rijtje:
- Als ik (zie, hoor, ruik)..
- Dan voel ik me..
- Omdat ik...nodig heb/Omdat ik behoefte heb aan..
- Zou jij../Ben je bereid om..
,Communiceren met kinderen – les 2
Adolescent 19-23 jaar
Wat kenmerkt de adolescent?
Meerderjarig worden, vleugels uitslaan, terugkijken op ‘wilde jaren’ en fase waarin partner
op eerst plaats komt.
Kun je delen in vier fases:
- 12 tot 14 jaar
- 14 tot 16 jaar
- 16 tot 18 jaar
- 18 tot 21 jaar
Gesprekvoering met adolescent
- Metacommunicatie:
Kan communicatie goed laten verlopen.
- Vorm:
Langere gesprekken over dezelfde belangstelling.
- Verbaal aspect:
Vaak verbaal strek (wordt soms overschat).
- Non-verbaal aspect:
Gelijkwaardigheid met volwassen.
- Vraagtechnieken:
Ontdekken.
- Motivatie:
Gelijkwaardige behandeling en respect nodig.
Houding tegenover adolescenten (en pubers)
- Luistrend
- Oprechte interesse
- Authentiek
- Hypothesis stellende houding
Empathisch/mededogend luisteren (4 elementen)
- Wat hoort/ziet de ander?
- Wat voelt de ander?
- Wat zijn de behoeftes van de ander?
- Welk verzoek doet de ander?
Empathisch luisteren
- Empathie of mededogen is een respectvol verstaan van wat anderen ervaren.
- Niet: adviseren, geruststellen, eigen gevoel of standpunt benoemen.
- Wel: ons zelf leegmaken en met heel ons wezen naar de ander te luisteren.
,Communiceren met kinderen – les 3
Puber 13-18 jaar
Conflicten
Volgens Gordon onvermijdelijk
- Kind en ouder betrokken bij probleem;
- Probleem in relatie;
- Ik-boodschap onvoldoende.
Meerdere manieren om een conflict te benaderen
Methode 1
De windvlies benadering.
Methode 2
Ik wil geen conflict met mijn kind.
Methode 3
Geen verlies
Methode III – geen verlies methode
1. Stel de aard van het conflict vast.
2. Bedenk alternatieve oplossingen.
3. Evalueer de alternatieve oplossing.
4. Bepaal de meest aanvaardbare oplossing.
5. Praat over de uitvoering.
6. Ga na of de oplossing heeft gewerkt.
Wat leren wij hieruit?
- Opvoeding zonder gebruik van macht.
- Opvoeder heeft taak grenzen te stellen. Dat wat anders onveilig/onverantwoordelijk wordt.
- Kinderen zelf eigen oplossingen laten bedenken, je zult versteld staan wat zij al kunnen.
Resultaat: zij voelen zich competenter en hebben meer zelfvertrouwen. Zij vergroten hun
probleemoplossend vermogen.
Martine Delfos 1947 – heden
- Wetenschappelijke onderzoeker klinische psychologie.
- Ervaring in diagnosticeren en behandelen, jeugdigen en volwassenen.
Communiceren met pubers (Delfos, 2004)
Wat kenmerkt de puberleeftijd?
- Intellectuele sprong: hypothetisch en abstract kunnen denken.
- Adolescente egocentrisme/morele agressie.
- In staat tot metacognities (meta = overkoepelend).
Houding tegenover pubers
- Luisterend
- Oprechte interesse
- Authentiek (jezelf zijn)
- Hypothesis stellende houding
,Kenmerken succesvolle communicatie pubers
- Hersenen op ‘’aan’’ gelijkwaardige communicatie.
- Vertellen stimuleren.
- Gericht doorvragen.
- Waardering voor denkproces uiten.
- Bereidheid tonen te leren.
Socratische gespreksvoering
Kenmerken:
1. Ervan overtuigd zijn dat de mens deskundig is over zichzelf.
2. De deskundigheid van een ander naar buiten halen.
3. Dit doe je door eerder vragen te stellen dan te vertellen.
,Communiceren met kinderen – les 4
Pre-pubers/Ouderschoolkind 8-12 jaar
Herhaling - Behoeften-conflict situatie
Geen verlies methode (methode III)
- Stel de aard van het conflict vast.
- Bedenk alternatieve oplossingen.
- Evalueer de alternatieve oplossing.
- Bepaal de meest aanvaardbare oplossing.
- Praat over de uitvoering.
- Ga na of de oplossing heeft gewerkt.
Herhaling - Socratische gespreksvoering
- Ervan overtuigd zijn dat de mens deskundig is over zichzelf.
- De deskundigheid van de ander naar buiten halen.
- Eerder vragen dan vertellen.
- Doen ontdekken.
Ontwikkeling 8-12 jaar
- Ik kan steeds beter redeneren en vooruitdenken.
- Ik kan bedenke wat mijn tegenstander gaat doen.
- Opletten en goed je best doen is moeilijk, behalve als iets interessant is.
- Graag ben ik actief bezig, dit vindt mijn moeder niet altijd leuk.
- Meisjes: ‘’Jongens zijn stom!’’
- Jongens: ‘’Meisjes zijn stom!’’
- Je kunt met mij al goed praten alleen heb ik er niet altijd zin in, want volwassenen stellen
stomme saaie vragen, zoals ‘’Hoe was het op school?’’.
- Maar als ik ondertussen iets mag doen dn vind ik het wel oké.
Taalontwikkeling
- Taalontwikkeling is grotendeels voltooid, woordenschat blijft nog wel lang toenemen.
- Voorzichtig zijn met schriftelijk materiaal en waarbij ze moeten schrijven.
- Spelen met taal: geheimtaal, moppen (Baarda, 2012).
- Wanneer een kind is staat is om de woorden van een taal uit te spreken betekent dit nog niet
dat een kind ook in staat is om de vragen te formuleren die hem of haar bezig houden (pas
rond 10 jaar).
Communiceren met kinderen van 8-12 jaar
- Bewust van zichzelf en aderen.
- Gevoelens minderwaardigheid en faalangst.
- Sociaal wenselijk gedrag in gesprekken.
- Spontaniteit kunnen ze in gesprekken verliezen.
Daarom is het belangrijk om creatief communiceren.
Delfos (2004)
- Volwassenen zijn vooral geïnteresseerd in beperkt aantal onderwerpen: school, gezondheid,
pesten en huiswerk.
- Belangrijkste is de attitude van de volwassene; respect en bescheidenheid.
- Respecteervragen.
- Spanning bij kinderen uit zich in bewegen.
- Duidelijkheid scheppen over het gesprekskader en de gesprekregels.
- Iets doen terwijl je een gesprek voert.
, Communiceren met kinderen – les 5
Schoolkind 6-8 jaar
Herhalen communiceren met kinderen van 8 – 12 jaar (Baarda, 2012)
- Bewust van zichzelf
- Gevoelens minderwaardigheid en faalangst
- Sociaal wenselijk gedrag in gesprekken
- Spontaniteit kunnen ze in gesprekken verliezen
Het schoolkind vanaf 6 jaar
- De concreet operationele fase
o Het redeneervermogen breidt uit
o Ze kunnen terugdenken
o Ze kunnen denken in dimensies
- Cognitieve ontwikkeling
o De wereld wordt groter
o Abstractievermogen groeit
o Taalontwikkeling groeit
- Sociaal emotionele ontwikkeling
o Vriendschappen worden belangrijker
Scharnierleedtijd 7 jaar
- Kinderen van 7 jaar geven nog geen sociaal wenselijke antwoorden.
10 communicatievoorwaarden (Delfos, 2014)
1. Op (oog) hoogte van kind
2. Kijk naar het kind terwijl je spreekt
3. Wissel wel/geen oogcontact af terwijl je spreekt
4. Stel kind op gemak
5. Luister naar wat kind zegt
6. Laat met voorbeelden zien dat wat het kind zegt, effect heeft
7. Vertel kind dat het moet vertellen wat het vindt, omdat je het niet weet als het kind je niet
zegt.
8. Probeer praten en spelen te combineren
9. Signaleer dat je het gesprek afbreekt en later voorzet wanneer je merkt dat kind afhaakt
10. Zorg na een moeilijk gesprek dat kind daarna tot zichzelf kan komen
Tijdens de creatieve opdrachten
Alles wat je tot nu toe hebt geleerd over communicatie toepassen.
- Actief luisteren
- Ik-boodschap
- Geen-verlies-methode
- Socratische gesprekvoering
- De communicatievoorwaarden van Delfos