Ethiek beroep en
samenleving. BEGRIPPENLIJST.
Let op: dit document bevat enkel een begrippenlijst van de
literatuur en de lessen. De begrippen zijn per les gerangschikt.
Les 1: ontwikkelingen in de samenleving. De lesinhoud:
- Botman, S., & Tirions, M. (2021). Zygmunt Bauman:
leven in een vloeibare moderniteit. In: P. Raeymaeckers,
J. Gradener, S. Van Dam, S. Botman, K. Driessens, J.
Boxstaens, en M. Tirions (Reds.), Denken over sociaal
werk (pp.93-111). Uitgeverij Acco.
Les 2: effecten op individu en samenleving. De lesinhoud
- Rothfusz, J. (2021) Sociaal werk in context. In Ethiek in
sociaal werk (pp. 141-186 Pearson. +
- De Brabander, R. (2023, 9 februari). ‘Sociaal-ecologisch
perspectief ontbreekt in sociaal werk’. Sociale
vraagstukken. +
- Giesen, P. (2022, 25 november). Een weerbare staat en
solidariteit onder de bevolking zijn cruciaal in deze tijd
van crises. De Volkskrant, p.18/19.
Les 3: oplossingsrichtingen voor de toekomst. De lesinhoud
- Sandel, M. Politiek van het algemeen belang. In Rechtvaardigheid (pp. 308-316). Ten Have.
- Van Rootselaar, F. (2014, 15 februari). De mens kan niet wereldwijd denken: interview Zygmunt en
Irena Bauman. Trouw, p10.
- Rothfusz, J. (2021) De maatschappelijke functie van sociaal werk. In Ethiek in sociaal werk (pp. 269-
300). Pearson.
- De Brabander, R. (2011). 6.5 Het menselijk gelaat. In Van gedachten wisselen (pp. 179-182).
Uitgeverij Coutinho.
Les 4: beroepsethiek en beroepscode. De lesinhoud
- Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW). Beroepscode voor professionals in
sociaal werk (2021). Utrecht.
- Rothfusz, J. (2021) Moraal en sociaal werk. In Ethiek in sociaal werk (pp. 1-18 en 41-53). Pearson
Les 5: een visie formuleren op beroepsethische dillema’s. De lesinhoud.
- Bestudeer - Rothfusz, J. (2021) In gesprek over morele problemen. In Ethiek in sociaal werk (pp. 123-
132). Pearson.
- Rothfusz, J. (2021) Het beroep: centrale waarden. In Ethiek in sociaal werk (pp. 189-205). Pearson.
- Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW). Beroepscode voor professionals in
sociaal werk (2021). Utrecht.
, Hoofdstuk 1: Ontwikkelingen in de samenleving. Begrippenlijst.
- Moderniseren= steeds veranderen, verbeteren en updaten. Continue verbeteren in een hang
naar orde.
- Vaste moderniteit=stabiele structuren, bureaucratie, efficiënt produceren, instrumentele
rationaliteit.
- Vloeibare moderniteit= de overtuiging dat verandering de enige constante is en onzekerheid de
enige zekerheid, wat leidt tot een oneindigheid aan verbetering, zonder eindtoestand te zien.
Structuren, instituties en individuele levens kennen nauwelijks nog vaste patronen.
- ‘Mondern zijn’ volgens Bauman= eindeloos moderniseren; dwangmatig en obsessief ‘worden’ in
plaats van ‘zijn’.
- Mondialisering/globalisering= een proces dat zich wereldwijd afspeelt, waarbij tussen landen
goederen, diensten, mensen, kennis en cultuur uitgewisseld worden. Dit maakt landen
afhankelijk van elkaar.’
- Negatieve mondialisering= de welvaart op de ene plaats heeft altijd te maken met de ellende op
de andere plaats. Er is een ongelijke mondialisering van handel, kapitaal, toezicht, informatie,
geweld en misdaad.
- Rationalisering= de overgang van een traditionele samenleving, waarbij religie, geloof en traditie
een grote rol spelen naar een rationele samenleving, waarbij men meer uitgaat van de
rede/verstand.
- Terugtrekkende verzorgingsstaten= het afschaffen/beperken van gemeenschappelijke
verzekeringen. Maatschappelijk problemen blijken ineens persoonlijke problemen te zijn. Ook
moeten mensen het eerst zelf zien op te lossen met behulp van hun eigen netwerk, voordat ze
een beroep op de ondersteuning/hulp mogen doen.
- Vermaatschappelijking= de afbouw van de professionele zorg, terwijl er meer beroep wordt
gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers. En: de verschuiving binnen de zorg waarbij ernaar
gestreefd wordt om iedereen een eigen plek in de samenleving te laten innemen, en hen daarbij
zoveel mogelijk te ondersteunen. De zorg verloopt zo geïntegreerd mogelijk in de samenleving.
- Individualisering= een maatschappelijke ontwikkeling waarbij men zich steeds meer richt op de
individuele aspecten van personen. Er geldt: wie faalt heeft dit vooral aan zichzelf te danken.
Bauman: de afname van sociale instellingen- en voorzieningen en de afname van de collectieve
solidariteit, leggen een ondraaglijke last van verantwoordelijkheid voor het persoonlijke slagen op
het individu. Maatschappelijke problemen blijken ineens individuele problemen te zijn.
- Consumentisme= een levensstijl waarbij men door het verbruiken en bezitten van goederen en
diensten emotionele en sociale noden wil vervullen, de status wil verhogen en de eigen identiteit
wil vormgeven. Onze identiteit hangt samen met consumeren; wat levert het mij op? Wat heb ik
eraan? ‘Je bent wat je koopt.’ Het eigen zijn wordt gereduceerd door die van consument.
Hierdoor hangt zelfverwezenlijking af van financiële rijkdom en vermogen, waarbij mensen in
armoede worden gezien als falende consumenten.
- Bauman: consumptie is niet alleen dingen kopen, maar ook het construeren van een identiteit,
van een zelf en van de relatie met anderen.
- Overtolligheid van mensen= menselijk afval; zij hebben geen nut meer voor de maatschappij.
Mensen zijn niet meer van nut als ze de hedendaagse maatschappelijke ontwikkelingen niet meer
kunnen bijbenen.
- Vrijheid volgens Bauman= de mogelijkheid om de eigen intenties te realiseren. Vrijheid bestaat
volgens Bauman enkel binnen een netwerk van sociale relaties, met en tussen anderen.
- Ethiek/Moraliteit volgens Bauman= de basis van moraliteit is geen opgelegde autoriteit, maar de
eigen morele verbeelding, verantwoordelijkheid en autonomie. Afhankelijk is volgens Bauman
een wezenlijk onderdeel van het mens-zijn, terwijl dit in de vloeibare moderniteit als een vorm