Hoofdstuk 1: de schedel
De schedel kun je onderverdelen in het neurocranium (hersenschedel) en viscerocranium
(aangezichtsschedel). De hersenschedel omsluit de hersenen en is onder te verdelen in de basis
cranii (schedelbasis) en calvaria (schedeldak). De botstukken van de schedel omsluiten verschillende
holten.
Suturen zijn de naden tussen botstukken.
Sutura serrata: getande naden
Sutura squamosa: geschubde naden
Sutura plana: rechte naden
Het schedeldak : calvaria
Het schedeldak wordt gevormd door het os frontale, de ossa parietale, en het os occipitale. Deze zijn
met elkaar verbonden via suturen: de sutura saggitalis, sutura coronalis en sutura lambdoidea. Er zijn
ook nog 2 foramen parietale te vinden.
Ook hoort er nog een klein, bovenste deel van het os temporale bij het schedeldak. Sommige
botstukken zijn gepaard. Bij het hersendak is dat de os parietale (en temporale).
,Wel bij de hersenschedel, maar niet bij het hersendak: os sphenoidale, een deel van het os
temporale en het os ethmoidale.
Door de manier waarop bepaalde suturen lopen ontstaan er zogenaamde sutural bones. De
belangrijkste is op het achterhoofd te vinden en heet het os incae en maakt deel uit van het os
occipitale.
De schedelbasis : basis cranii
De schedelbasis is het onderste deel van de hersenschedel en rust op de halswervelkolom. Het
bestaat uit: os frontale, os occipitale, os temporale (2) , os ethmoidale en os sphenoidale.
De schedelbasis wordt onderverdeeld in 3 schedelgroeven: fossa cranii anterior, fossa cranii media
en fossa cranii posterior.
De schedel bevat openingen waar zenuwen, bloedvaten etc doorheen gaan. De belangrijkste staan
hier op een rijtje:
Foramen Schedelgroeve Wat gaat er doorheen?
Lamina cribrosa Fossa cranii anterior reukzenuwen
Canalis opticus Fossa cranii media N. opticus (gezichtszenuw)
Fissura orbitalis superior Fossa cranii media N. opthalmicus (zenuwen van
het oog)
Foramen rotundum Fossa cranii media N. maxillaris
Foramen ovale Fossa cranii media N. mandibularis
Canalis caroticus Fossa cranii media Kleine oogzenuwtjes
Foramen magnum Fossa cranii posterior Ruggenmerg (medulla spinalis)
Radix spinalis n. accessorii
(wortel n. accessorii)
Foramen jugulare Fossa cranii posterior N. accessorius, N. vagus
Porus acusticus internus Fossa cranii posterior N. facialis, N.
verstibulocochlearis (gehoor-
/evenwichtszenuw)
De drie takken van de nervus trigeminus gaan door: foramen rotundum, foramen ovale, fissura
orbitalis superior.
, Op de uitwendige schedelbasis zie je ook, ze horen niet bij de schedelbasis!: maxilla(2), os
zygomaticum (2), os palatinum (2), vomer, os parietale (2)
Neurocranium: os frontale, os sphenoidale, os parietale (2), os occipitale, os temporale, os
ethmoidale, gehoorbeentjes.
Viscerocranium: os nasale (2), os lacrimale(2) , os ethmoidale, os sphenoidale, maxilla (2), os
zygomaticum(2), os temporale (2), mandibula, vomer, concha nasalis inferior(2), os palatinum(2), os
hyoideum.
In viscerocranium bevinden zich verschillende holtes: orbita, cavum nasi, neusbijholten (via
openingen in verbinding met neusholte), cavum oris (zijkant begrends door m. buccinator, bodem
ook spier: m. mylohyoideus). Achter aangezichtsschedel: pharynx.
De orbita wordt door verschillende botstukken begrensd: Maxilla, os ethmoidale, os frontale, os
lacrimale, os zygomaticum, os sphenoidale, os palatinum.
De jukboog bestaat uit: maxilla, os zygomaticum, os temporale.
Er zijn verschillende neusbijholten: sinus frontalis in os frontale, cellulae ethmoidalis in os
ethmoidale, sinus sphenoidalis in os sphenoidale, sinus maxillaris is maxilla.