Samenvatting boek en hoorcolleges: Rome
Hoorcollege 1: Ab urbe condita. De ‘stichting’ van Rome
Het belang van terugverwijzen
- ‘civisCivis romanus sum’, ich bin ein Berliner
- Oorsprongsverhalen erg belangrijk
- Deel van de nationale identiteit
Het belang van oorsprongen
- Geschiedenis van Europa in eigen geschiedenis plaatsen
- Claim leggen op de oorsprong van iets; dan door zet je jezelf in de
oorsprong te zetten, nooit neutraal
- Als je zelf de claim niet kan zetten, dan doe je dat door je locatie,
voorouders, traditie etc.
- Elke oorsprong is arbitrair, zelf een positie proberen te vinden
Ab urbe condita (= vanaf de stichting van de stad)
- 21 april 753 v. Chr.
- Tiende tot de zesde eeuw bewoners
- Zevende en zesde eeuw eerste stadstaat
o Etruskische en Griekse invloed sterk aanwezig
o Rome groeit uit tot een echte stad met een marktplein, bebouwing
eromheen en stenen tempels
o Goede ligging: ligt in een vruchtbaar, dichtbevolkte landstreek; op
het kruispunt van een belangrijke landweg, aan een vaarroute en
aan een weg naar de zoutpannen aan de kust (belangrijk
handelsproduct!)
Wat betekent “de stichting van Rome”?
- Historische gebeurtenis
- Historische ontwikkeling
- Latere verhalen & herinneringen betekenis voor de Romeinen
Literaire bronnen
- Veel verschillende jaartalen worden gebruikt door verschillende klassieke
auteurs, namelijk veel later
- Ennius, Annales (ca. 180-170 v. Chr.)
- Cicero, De republica (54-52 v. Chr.)
- Vergilius, Aeneïs (29-19 v. Chr.)
- Livius, Ab urbe condita (publicatie vanaf ca. 25 v. Chr.)
o De auteurs zijn zich ervan bewust dat ze niet weten wat waar is en
wat niet, maar dit was niet het belangrijkste achter de verhalen
zowel weerleggen als bevestigen deden ze niet
Aeneas (Anchises en Ascanius)
- Poging van Rome om zich te positioneren in de Griekse geschiedenis
Aeneas vlucht uit Troje
- Rome plaats zich in alle belangrijke plaatsen van de klassieke wereld dit
was mogelijk omdat er ruimte was in de Ilias
, - Belangrijk verhaal voor de elite van Rome in marmer gezet (waardevol)
- Eerste officiële inscriptie uit Lampsacus ter ere van Hegesias (197/6 v.
Chr.) verwantschap tussen de demos en de Romeinen!
probeertProbeert bescherming te krijgen van het Romeinse Rijk d.m.v. een
verwantschapsverplichting
- Verklaring voor Augusteïsch Rome
-
Redenen
- Verwantschap claimen
- Rome als macht plaatsen, steden moeten de positie begrijpen
- Positie wordt ook begrepen door de geografie, namelijk door het reizen
binnen de Middellandse Zee (steden, winden, stormen)
Aeneas ontvangen door Dido, koningin van Carthago
- Dido vervloekt Aeneas en zijn nageslacht
- Oorzaak voor Punische oorlogen gecreëerd door de goden en niet door
Rome zelf
- Oorsprongsverhalen verklaren en geven een reflectie van de geschiedenis
Lavinium – Alba Longa – Rome
- Wees gerust Venus, moeder van Aeneas, Aeneas zal de stad Lavinium
stichten
- De jonge Ascanius (Troje), die nu lulus heet (Julius) sticht Alba Longa
- Rhea Silvia zal zwanger gemaakt worden door Mars, een tweeling waarbij
Romulus de stad Rome sticht
- Al deze verhalen circuleren rond puinhoop, want Vergilius voegt ze
allemaal samen
Lavinium: voorteken van de zeug met 30 biggen
- Link met de 30 jaarkringen
Alba Longa: Ascanius en 300 jaar Albaanse koningen
- 300 jaar verschil tussen het verhaal van Troje en de stichting van Rome
Cicero over Alba Longa: Romulus
- Laatste stap naar de stichting van Rome toe, geen enkele keer wordt de
wolvin genoemd om nu van legendes naar feiten te komen
Livius: de Palatijn vóór Rome
- Evander, toenmalige koning van Rome, ontmoette Aeneas
- Eigen geschiedenis te vormen door ontstaansverhalen
- Belangrijke historische steden, waarin Rome wordt gepositioneerd
De plek van Rome
- Cicero Rijk aan bronnen, gezond, heuvels, lekker briesje en schaduw
- Livius oversteek van de Tiber mogelijk in Rome
Wolvin met de tweeling
, - Was ook een verhaal dat al bestond voor de klassieke auteurs erover
schreven
De zeven heuvels
- Palatijn hier woonde de elite, Capitool
- Aventijn grootste deel van de bevolking woonde daar
-
-
Italië in het vroege eerste millennium v. Chr.
- “Pre romeinse volken”: o.a. Etrusken en Samnieten
- Ontwikkeling complexere samenleving
- Urbanisatie
- Rome maakt deel uit van een bredere ontwikkeling
- Rond zevende en zesde eeuw v. Chr. was er al sprake van een
aristocratische bovenlaag die naar verhouding veel grond bezaten en er
was een boerenstand deze boeren waren gericht op zelfvoorzienigheid
- In de stad woonden ambachtslieden
- Er wordt aangenomen dat veel boeren (ook rijkere) onder de bescherming
stonden of afhankelijk waren van de aristocraten
o Dit systeem was dat van de patroni en cliëntes hierdoor werd de
adel van wie de voorouders heroïsche figuren uit Romeinse sagen
en legendes ‘patriciërs’ genoemd
- Staatsindeling net als in de archaïsche Griekse poleis:
o Een uitvoerend gezag de koning (legeraanvoerder, rechtspreken
en plechtigheden voor de staatsgoden leidden)
o Een aristocratische raad de Senaat (stonden de koning bij en
adviseerden)
o Een in praktijk weinig betekende volksvergadering, maar die wel de
instantie was die het uitvoerende gezag een wettig karakter gaf
de volksvergadering, comitia curiata
De comitia curiata bestond uit dertig curiae, dit was een
bundeling van een aantal gentes (= groepen families met
dezelfde stamvader en gemeenschappelijke tradities eropna
hielden)
- Legerindeling m.b.t. gentes:
o Aristocraten aan het hoofd van hun gentes leverden waarschijnlijk
de belangrijkste bijdrage aan de strijd
o In de zesde eeuw namen de Romeinen de falanx over
o Indeling op basis van vermogensklassen door de voorlaatste
koning, Servius Tullius
Rijkste burgers dienden in de ruiterij en kregen een paard
van de staat (subsidiëring van de rijken) dit waren de
equites
Gezeten boerenstand hoorde bij de zwaargewapende
infanterie
Lagere klassen als lichtgewapenden
Bezitloze burgers konden geen wapens betalen, dus deden
ze niet mee in het leger
, - Dezelfde indeling werd gebruikt voor het opleggen van
vermogensbelasting (= tributum) en voor een nieuwe volksvergadering
de comitia centuriata
Etrusken
- Stedelijke cultuur (stadstaten, geen groot hegemoniaal rijk ook al werken
de staten wel samen) hoog niveau ambachtelijke producten
o Metalen en metaalwaren uit Etrurië vormden belangrijke
handelswaar
- Vermoedelijk een bovenlaag die heerste over een autochtone Italische
bevolking
o Oorsprong is nog niet met zekerheid vastgesteld
Onze hedendaagse kennis komt voornamelijk uit de
overblijfselen van de dodensteden (= soort van
begraafplaats), waarbij de graven prachtig werden versierd
en de doden allerlei voorwerpen meekregen
- Mengcultuur met oosterse, Italische en Griekse elementen (door de
‘kolonies’)
o Handelscontacten met de Grieken ertsen werden geëxporteerd
naar Griekenland vanuit Etrurië
- Bloeitijd tussen de zevende en zesde eeuw v. Chr.
o Macht brokkelde af na 500 v. Chr. door de toenemende concurrentie
van de Grieken en de invallen van de Kelten (=Galliërs)
- Etruskische wereld verspreid zich over een groot gebied, stopte eerst bij
Rome’s natuurlijke grens de Tiber
- 6de eeuw v. Chr. traditie van Etruskische koningen in Rome Tarquinis
Superbus werd verbannen en hierdoor ontstond de Romeinse Republiek
volgens het verhaal
Carthago
- Stichting in de negende of achtste eeuw v. Chr. vanuit de Fenicische stad
Tyrus
o De bedoeling hiervan was als een steunpunt en handelspost voor
de Feniciërs, maar Carthago nam het stuur over toen Tyrus’ macht
achteruitging door druk van de Assyriërs
o Hierdoor kon Carthago het Fenicische netwerk van handelsposten
en steunpunten in het westelijke Middellands Zeegebied over
nemen en stichtte het een aantal kolonies in Noord-Afrika voor
landbouw
- Rijke stad welvaart door zeehandel, import van goud uit Senegal en tin
uit West-Europa, en hoogontwikkelde agrarische productie in de kolonies
- Huursoldaten in dienst
- Monopoliepositie, beschermd door netwerk van versterkte steunpunten
om deze positie te behouden waren ze bereid om telkens oorlog te voeren
o Dit was dan ook de oorzaak voor de voortdurende oorlogen tussen
de Grieken en Carthagers op Sicilië en de felle strijd tussen de
Carthagers en Romeinen in de derde eeuw v. Chr.