Dit is een uitwerking van de leerdoelen van het vak onderzoek 1. Dit vak is in jaar 1 van de studie TP. In dit document zijn dus alle leerdoelen uitgewerkt die nodig waren voor het tentamen wat ik deed in 2021. Zoals te zien bij de onderwerpen komen er veel verschillende begrippen in voor en kan he...
Leerdoel 1: De student kan de eisen die aan wetenschappelijk onderzoek worden gesteld
(algemene uitspraken, objectiviteit, controleerbaarheid, herhaalbaarheid, systematiek),
benoemen en uitleggen.
Objectiviteit= Zonder eigen mening, (voor)oordeel, wensen en overtuigingen. Je moet de
werkelijkheid zelf laten spreken en accepteren hierdoor krijg je bij het onderzoek ware
uitspraken. Helemaal objectief zijn lukt meestal niet maar je kan er zeker wel naar streven.
Controleerbaarheid (werkwijze en resultaten) = dat de informatie gecontroleerd kan
worden en het dan ook echt klopt. Je hebt soms wetenschappers die gewoon iets uit hun
duim zuigen, dat kan je dan niet goed controleren. Dit gebeurt soms, omdat een
wetenschapper geld of status wil bijvoorbeeld. Als ze dan iets super cools verzinnen en
mensen geloven het dan krijgen ze dat, daarom gebeurt het soms.
Herhaalbaarheid (en reproduceerbaarheid) = het onderzoek is zo opgezet dat anderen het
in principe kunnen overdoen, en daarmee kunnen nagaan of de resultaten gelijk zijn. Als de
resultaten gelijk zijn dan zijn ze reproduceerbaar. Als een onderzoeker knoeit met de
controleerbaarheid dan komt dat meestal bij de herhaalbaarheid naar boven.
Systematische aanpak= een eis is dat de resultaten reproduceerbaar zijn. Onderzoekers
gaan niet eerst dat en dan weer dat doen. Zij proberen consequent te zijn en steeds oog te
houden voor de onderlinge samenhang binnen datgene waar ze mee bezig zijn.
Algemene (probabilitische) uitspraken = zijn uitspraken waarin kans en toeval een rol
spelen. (probability= waarschijnlijkheid). Je komt in de resultaten van dit soort onderzoek
termen tegen als, gemiddeld, meer, minder, zoveel kans op, slechter, vaker, meestal en
zoveel procent. Deze termen kunnen meer of minder nadrukkelijk in de resultaten
opgenomen zijn.
Leerdoel 2: De student kan de stappen in
de onderzoek cyclus uitleggen en
herkennen.
Fase 1: oriënteren: verhelderen van de
achtergrond en de doelstelling
Een onderzoeker stelt vragen zoals: wie
hebben het probleem? Wat is het
probleem precies? Waarom is het een
probleem? Hoe is het ontstaan? Etc. Om
het probleem op te lossen heeft de
onderzoeker daar kennis over nodig, hij
gaat praten met collega’s en deskundigen.
Ook moet hij literatuuronderzoek doen
zodat hij meer kennis krijgt over het
onderwerp. Ook kan de hij gebruik maken
van de gegevens van vorige onderzoeken.
, Fase 2: Formuleren van de probleemstelling
Bij deze fase moet de onderzoeker op een juiste manier de probleemstelling formuleren.
Fase 3: Ontwikkelen van de onderzoeksopzet
Bij kwalitatief onderzoek!!
3 soorten onderzoek: Beschrijvend onderzoek= onderzoek waarbij de onderzoeker een
situatie beschrijft, aangeeft welke aspecten belangrijk zijn en de onderlinge relaties duidt.
Explorerend/verkennend onderzoek= onderzoek waarbij je meer info over een onderwerp
opzoekt.
Verklarend/toetsend onderzoek= als je al een idee over een onderwerp hebt en je gaat een
toets uitvoeren of dat wel klopt. (vooral kwantitatief onderzoek).
6 verschillende onderzoeksmethoden:
1. Casestudie= situatie waarin 1 bepaalde bijzondere situaties zijn beschreven.
Gedetailleerd onderzoek naar een specifiek onderwerp. (Meestal in een sociaal,
medisch etc onderzoeken)
2. Etnografisch onderzoek= onderzoek wanneer je geïnteresseerd bent in de cultuur
van een bepaalde groep. Vaak beschrijvend onderzoek.
3. Focusgroeponderzoek= groepsinterview gefocust op een onderwerp.
4. Delphi-/expertonderzoek= experts worden gevraagd naar mening over een
onderwerp en daarna wordt er daar een samenvatting van gemaakt/gegeven.
5. Discourse-/conversatieanalyse (verwijzen naar observeren) = via de analyse van taal
(geschreven teksten) wordt inzicht gekregen op de daadwerkelijke waarheid.
6. (Gefundeerde theoriebenadering) = manier om om te gaan met je data. Je probeert
vanuit je verzamelde data (bijv interviewteksten) tot een theorie uit te komen.
Fase 4: verwerven van gegevens
Onderzoeker moet hierbij data gaan verzamelen door middel van een vragenlijst,
steekproeven bijvoorbeeld.
Fase 5: Verwerken van gegevens
Onderzoeker moet gegevens overzichtelijk samenvatten en rangschikken zodat hij er
conclusies uit kan trekken. (Statistieken)
Fase 6: Interpreteren van gegevens, conclusies trekken
De onderzoeker interpreteert de gegevens en trekt hieruit conclusies om een antwoord te
formuleren op de probleemstelling.
Fase 7: Evaluatie en terugkoppeling naar het probleem
(Discussie) Wat betekenen de resultaten? Wat betekent het voor de maatschappij? Welke
theorie hoort erbij?
Fase 8: Rapporteren
Je schrijft alles op. Alles wat en goed én fout is gegaan.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sannazuyderduin. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.