Wat is luistervaardigheid?
We spreken van luistervaardigheid wanneer de luisteraar in staat is wat hij hoort te
begrijpen, te interpreteren en te integreren in de eigen kennis of om te zetten in
handelingen.
Er zijn twee manieren van luisteren:
1 Actief luisteren: de luisteraar laat op actieve wijze merken dat hij luistert,
bijvoorbeeld door de spreker aan te kijken en vragen te stellen.
2 Passief luisteren: de luisteraar luistert en hoeft geen rekening te houden met de
ander.
Luisteren is een complexe vaardigheid, omdat we niet alles kunnen onthouden wat we
zojuist gehoord hebben. Ons werkgeheugen kan dat niet aan en daarom leren we te
focussen, hoofdzaken van bijzaken te scheiden, gericht te luisteren en tussen de regels door
te luisteren. Ook is het lastig om tijdens het luisteren de structuur en de samenhang tussen
woorden, zinnen en zinsdelen te ontdekken en te onthouden.
Wat is spreekvaardigheid?
Spreken wil zeggen dat je klanken kunt onderscheiden en kunt uitspreken. Spreken bestaat
daarmee uit meerdere elementen:
Je moet de juiste klank kunnen produceren. Hierbij gaat het om de spreektechniek:
een goede uitspraak, een duidelijke articulatie en een begrijpelijke intonatie.
Je moet weten welke klankenreeks bij welke betekenis hoort. Je moet woorden
kennen om via spraak iets duidelijk te maken.
Je moet woorden in logische zinnen kunnen zetten.
Mondeling presenteren
De spreker kan een logisch en boeiend verhaal vertellen. Hierbij spelen non-verbale
aspecten ook een rol. Er zijn grote verschillen in spreekvaardigheid tussen volwassenen. Er
zijn een aantal aspecten van invloed op de individuele spraak en waardering van mensen. Zo
zijn de klankkleur, het accent en de woordkeus van belang. Ook de status van de spreker is
van invloed op de waardering.
Gespreksvaardigheid
De gespreksvaardigheid is een wisselwerking tussen de spreker en de luisteraar. Een gesprek
is een voortdurende wisselwerking tussen spreken en luisteren, waarbij sprekers luisteraars
worden en andersom. Ook hierbij is het non-verbale aspect belangrijk. De luisteraar luistert
namelijk naar de verbale taal en kijkt naar de lichaamstaal.
, 4.1.2 De rol van de school bij mondelinge taalontwikkeling
CAT (Cognitief Academisch Taalgebruik) is cognitief veeleisend. Er worden relatief moeilijke
woorden gebruikt in een zin.
DAT (Dagelijks Algemeen Taalgebruik) is cognitief niet veeleisend. Er worden woorden
gebruikt die in het dagelijkse taalgebruik voorkomen.
De omgangstaal, ook wel de thuistaal, spreken we veelal ingebed in de directe context van
de spreker en de luisteraar. Op school komen er vaker situaties aan bod waar de context
abstracte en buiten de eigen leefomgeving is gesitueerd.
4.2 Visies
Het belang van mondelinge taalvaardigheid is van belang voor het onderwijssucces van het
kind. Het is belangrijk dat een leerkracht doelgericht aandacht besteedt aan mondelinge
taal. Ook wanneer hij taal als middel gebruikt, moet hij zich ervan bewust zijn wat dit
betekent voor de taalontwikkeling van de leerlingen. De leerkracht moet mondelinge taal
betekenisvol en functioneel maken in een rijke taalomgeving. Door gericht constructieve
feedback krijgen leerlingen de kans hun taal te ontwikkelen in interactieve situaties.
4.3 Doelen en inhouden
Er zijn volgens het Expertisecentrum Nederlands vier kerndoelen die betrekking hebben op
mondelinge taal:
1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren ook die
informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven (luisteren).
2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven van
informatie, vragen naar informatie, het uitbrengen van verslagen, het geven van
uitleg, het instrueren en het discussiëren (spreken).
3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat
informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren
(gesprekken voeren).
4 De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk
taalonderwijs’ strategieën herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen
(strategieën).
5
Leerlijnen
Het expertisecentrum Nederlands heeft globale leerlijnen opgesteld voor de onderbouw,
middenbouw en de bovenbouw. Deze tussendoelen voor mondelinge communicatie bestaan
uit acht leerlijnen met elk verschillende subdoelen voor de onder-, midden- en bovenbouw.
1 Deelname aan gesprekken
2 Interactief leren
3 Mondeling taalgebruik
4 Woordenschat
5 Begrijpend luisteren
6 Vertellen en presenteren
7 Reflectie op communicatie
8 Reflectie op taal
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper defnedeniz18. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.