Zenuwstelsel................................................................................................................................................ 10
12.5 Grote hersenen...........................................................................................................................................10
12.6 Tussenhersenen..........................................................................................................................................11
12.7 Hersenstam................................................................................................................................................12
12.8 Kleine hersenen..........................................................................................................................................13
12.9 Ruggenmerg...............................................................................................................................................14
12.10 Reflexen....................................................................................................................................................15
12.11 Vegetatieve zenuwstelsel.........................................................................................................................16
12.12 Hersenvliezen...........................................................................................................................................17
12.13 Ventrikels en liquor..................................................................................................................................18
12.13 Doorbloeding van de hersenen................................................................................................................19
Limbisch systeem................................................................................................................................................19
Cellen
Nucleus:
Is het grootste organel van de cel en stuurt alle stofwisselingsactiviteiten in de cel aan. De
meeste cellen bevatten slechts 1 nucleus. Het bevat de erfelijke eigenschappen van het
individu. Het bestaat uit nucleusplasma, omgeven door het kernmembraam. Kernmembraam
bestaat weer uit een dubbele laag fosfolipiden. Het waterige nucleusplasma bestaat uit 46
lange chromatiden. Elke chromatide bestaat uit speciale histonen (eiwitten), met daaromheen
een nuvleineizuur gewikkeld. Het nucleinezuur is van een bepaalds type en heet
desoxyribonucleïnezuur (DNA, A=acid). De nucleus porien zijn erg geselecteerd met wat in
en uit wordt getransporteerd.
DNA
Een DNA-molecuul is een lange keten van moleculen en ziet eruit als een touwladder in
spiraalvorm. Beide stijlen van de touwladder bestaan uit afwisselend een suikermolecuul en
een fosfaatmolecuul. Er zijn 4 stikstofbasen: adenine, thymine, cytosinem en giuaninen.
, Tegenover a ligt een t en tegenover c ligt een g. ze zitten aan elkaar gekoppeld door een
waterstofbrug en gemakkelijk los te maken. Elke halve ‘sport’ wordt een nucleotide genoemd.
DNA (desoxyribo-nucleic-acid) is een drager van ons erfelijke materiaal. DNA komt voor in
iedere cel van ieder mens het zit in de celkern en on die celkern zitten chromosomen. Het
bepaalt grotendeels wat er gebeurt in ons lichaam. Chromosomen bestaan uit draad en die
draad is het DNA. DNa is opgebouwd uit basenparen en die worden bij elkaar gehouden door
ruggengraat.
Functie:
- Drager van erfelijke informatie
- Transcriptie van DNA naar RNA
Basenparen:
C (cytosine) = G (guanine)
A (adenine) = T (thymine)
RNA
Is bijna identiek alleen bestaat die uit 1 keten en de stikstofbase thymoine is uracil. Eiwitten
bestaan uit lange ketens aminzouren. Voor elk aminozuur bestaat ij de DNA-code in de vorm
van een triplet: drie nucleotiden achter elkaar. Uitgaande van de 4 stikstofbasen kunnen 64
verschillende tripletten worden gevormd. Een stukje DNA dat de code van een eiwit bevat
heet een gen.
Is een enkelvoudig kopie van het DNA. Het heeft basen en een ruggengraat, alleen de basen
zijn hier geen paar. Het is een enkele streng. Het verschil zit in de stikstofbase. Cytosine,
Guanine en adenine blijven hetzelfde alleen thymine wordt uracil.
Eiwitsynthese
Zodra er in een cel behoefte is aan een eiwit, bv een enzym gaat er een signaal naar de kern.
Daar wordt het stukje DNA waarmee eiwit wordt gecodeerd ogenblikkelijk opengeritst. Het
DNA-molecuul splijt hiertoe in de lengte op het midden van de ‘sporten’ in tweeën en het
deel dat loskomt dient als mal voor een nieuwe RNA keten. Het is dan het spiegelbeeld van de
oorspronkelijke DNA keten. De tripletten van het RNA heten dan codons. Je hebt een
startcodon en een stopcodon. In het cytoplasma zweven losse stukjes RNA rond, elk
bestaande uit een triplet. De tripletten van het transport-RNA heten anticodond. Het tRNA
gebruikt het mRNA weer als mal en zet bijbehorend aminozuur op de goede plaats.
Triplet: vorm van drie basenparen en dat vormt een codon
Codon: groepje van drie basenparen en bepaalt welk
bouwsteen/eiwit wordt ingebouwd. Keten van bouwsteentjes
vormt volledig eiwit.
Niet-template streng = coderende streng
De matrijsstreng = template streng.
Oefenopgave
Ribosomen zitten in het cytoplasma. Chromosomen zitten alleen in de celkern. Alle erfelijke
eigenschappen zitten in het DNA. Het DNA bepaalt welke eiwitten een cel maakt.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nfilius. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,79. Je zit daarna nergens aan vast.