Samenvatting Leerdoelen LP5 KT1 Klinisch Redeneren
- De student verwoordt wat het verschil is tussen curatieve en palliatieve zorg
Palliatieve zorg wordt omschreven als 'een benadering die de kwaliteit van leven
verbetert van patiënten (volwassenen en kinderen) en hun naasten die te maken hebben
met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden
door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van
pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard’.
Curatieve zorg is zorg gericht op genezing. Bij curatieve zorg ligt het uiteindelijke streven
naar integratie in persoonlijk en sociaal leven.
Curatieve zorg Palliatieve zorg
Primaire doel: genezing Primaire doel: behoud of verbetering van
kwaliteit van leven
Behandeling van de ziekte Behandeling van de ziekte indien mogelijk
en alleen na zorgvuldige afweging van voor-
en nadelen
Maximaal reanimeerbeleid Overeengekomen reanimeerbeleid
Vaak protocollaire zorg Zorg op maat
Patiënt meestal ADL-onafhankelijk Wisselende ADL-(on)afhankelijkheid
Uiteindelijk: streven naar integratie in Uiteindelijk: gericht op kwaliteit van sterven
persoonlijk en sociaal leven
- De student legt uit wat palliatieve zorg inhoudt en weet welke thema’s van belang
zijn in de palliatieve fase
Palliatieve zorg is multidimensionale zorg waarbij kwaliteit van leven centraal staat. Er
wordt aandacht besteed aan de lichamelijke, psychische, sociale en existentiële
dimensies. Deze zorg wordt in principe multidisciplinair aangeboden. Daarbij gaat de
aandacht niet alleen uit naar degene die ziek is en gaat sterven maar ook naar diens
naasten, tijdens de ziekte en nadat de betrokkene is overleden (nazorg). In de palliatieve
zorg zijn de behoeften en wensen van de patiënt leidend.
In de definitie van palliatieve zorg van de WHO en de uitwerking ervan komen de
volgende thema's naar voren:
o Kwaliteit van leven
o Symptoommanagement
o Anticiperen: proactieve benadering van klachten en problemen die in de nabije
toekomst verwacht (kunnen) worden
o Autonomie van de patiënt
o Integrale en multidimensionale benadering
o Zorg voor de naasten
- De student kent de meest voorkomende symptomen bij cliënten in de palliatieve
fase en kan inschatten welke mensen een verhoogd risico hebben op deze
symptomen en kan deze herkennen in de fase van vroeg signalering
Een symptoom is te definiëren als ‘een door de patiënt aangegeven klacht op lichamelijk,
psychisch, sociaal en/of existentieel gebied als uiting of gevolg van een onderliggende
ziekte'. In deze definitie ligt het subjectieve karakter van een symptoom besloten: de
patiënt bepaalt waar hij last van heeft en hoe erg dat is.
Meest voorkomende palliatieve symptomen
, Oncologische Oncologische COPD patiënten Hartfalen
patiënten thuis patiënten
ziekenhuis
o Vermoeidheid o Vermoeidhei o Dyspnoe o Dyspnoe
o Pijn d o Hoesten o Vermoeidheid
o Slaapprobleme o Gebrek aan o Vermoeidhei o Slaapprobleme
n eetlust d n
o Pijn o Pijn
o Droge mond
- De student legt uit wat de symptomen en oorzaken zijn van ‘slaapproblemen’ in de
palliatieve fase
Slaap is een periodieke toestand van rust, die gepaard gaat met verlaging van het
bewustzijn en ontbreken van contact met de buitenwereld, waarbij men gewekt kan
worden.
Slaapproblemen kunnen een symptoom (door de patiënt ervaren probleem met slapen)
of een stoornis zijn:
o Insomnia: te weinig slaap
o Hypersomnia: te veel slaap en overmatige slaperigheid
o Circadiane stoornis: stoornis in slaap/waakritme
o Parasomnia: slaapwandelen, praten in slaap, nachtmerries e.d.
In de palliatieve fase gaat het vooral om insomnia (inslaap- en/of doorslaapstoornissen
en/of te vroeg wakker worden).
Symptomen van slaapproblemen
o Vermoeidheid
o Psychische gevolgen: verminderde aandacht en concentratie, niet goed om
kunnen gaan met stress, stemmingsstoornissen, niet kunnen genieten
o Negatieve beïnvloeding van beleving van andere symptomen
Oorzaken van slaapproblemen
Predisponerende factoren
o Bepaalde vormen van kanker, m.n. bij long- en borstkanker
o Slechte lichamelijke toestand
o Scheiding, lagere sociaal-economische status, slaapstoornissen in het verleden of
in de familie
o Hyperactiviteit, depressie, manie, stress en angststoornissen, misbruik van
middelen
Uitlokkende factoren
o Slechte slaaphouding, bed, matras of hoofdkussen
o Gebrek aan rust en privacy
o Onvoldoende behandelde symptomen als pijn, mictieproblemen, diarree,
dyspnoe, hoesten, jeuk, misselijkheid
o Nachtelijke opvliegers
o Piekeren en zorgen over de ziekte, depressie, spanning, angst
o Onrust, verwardheid, delier
, o Verstoord dag-en-nachtritme in het kader van dementie of andere neurologische
aandoeningen
o Gebruik van medicatie zoals opioïden, corticosteroïden, metoclopramide,
benzodiazepinen (paradoxale reactie), methylfenidaat, NSAID's, anti-
Parkinsonmiddelen
o Onthouding van medicatie zoals opioïden, corticosteroïden, benzodiazepinen
o Misbruik/afhankelijkheid van alcohol, koffie; onthouding van alcohol, roken
Onderhoudende factoren
o Verkeerde slaaphygiëne
o Inadequate gedachten over (mogelijke) slaapproblemen
- De student legt uit wat de verschillende stadia van palliatieve zorg inhouden
(ziektegerichte-, symptoomgerichte palliatie, palliatie in de stervensfase, nazorg)
Ziektegerichte palliatie
Ziektegerichte palliatie beoogt de kwaliteit van leven te handhaven of te verbeteren door
de onderliggende ziekte te behandelen. In veel gevallen kan er bereikt worden dat de pijn
voor een langere periode verlicht wordt of zelfs verdwijnt. Daarnaast kan verlenging van
het leven een doel zijn, mits de kwaliteit van leven voor de patiënt op zijn minst
acceptabel is en deze verlenging door de patiënt gewenst is.
Symptoomgerichte palliatie
Symptoomgerichte behandeling richt zich primair op de symptomen van de patiënt, al
dan niet in combinatie met ziektegerichte palliatie. Symptoomgerichte palliatie is
uitsluitend gericht op het handhaven of verbeteren van de kwaliteit van leven. De
prioriteiten van de patiënt zijn leidend bij de keuze van de behandeling.
Palliatie in de stervensfase
In de stervensfase verschuift de focus van de symptoomgerichte palliatie van het streven
naar handhaven van de kwaliteit van leven naar het streven naar een zo goed mogelijke
kwaliteit van sterven. Er zijn geen scherpe criteria voor het markeren van de start van de
stervensfase. In de praktijk betreft het de laatste dagen (of hooguit de laatste 1-2 weken)
voor het overlijden, waarin duidelijk is dat het overlijden onafwendbaar dichtbij is.
Nazorg
De zorg voor de nabestaanden na het overlijden. Ook zorg je ervoor dat de patiënt goed
ligt (bijv. mond en oogleden sluiten).
- De student legt uit wat de symptomen en oorzaken zijn van ‘vermoeidheid’ in de
palliatieve fase