Samenvatting van AFP LP1 KT1, hierin gaat het over het hart, de bloedsomloop, ademhalingsstelsel, soorten transport, opbouw cellen en nog veel meer! Door deze samenvatting is het mij gelukt om AFP te begrijpen, ik vond het best veel en moeilijke stof maar door een goede samenvatting is het mij toch...
LP1 AFP uitwerking leerdoelen
Week 1
Werkgroep 1
De student beschrijft de bouw en functie van de cel en het
celmembraan
Celmembraan: De celwand wordt ook wel het celmembraan genoemd. Het is een dun vliesje
dat de hele cel omsluit. Het vorm geen totale afsluiting tussen de cel en zijn omgeving. Door
kleine openingen kan uitwisseling plaatsvinden van stoffen tussen de cel en zijn omgeving. Er
kunnen stoffen uit de omgeving de cel in, zoals voedingsstoffen en zuurstof. Er kunnen ook
stoffen de cel uit, zoals de door de cel geproduceerde afvalstoffen. De celwand laat niet alle
stoffen door, maar regelt en controleert het transport door te selecteren wat wel en niet de
wand mag passeren.
Lysosoom: kleine bolle blaasjes, waarin diverse soorten enzymen kunnen zitten. Deze
enzymen zijn betrokken bij de afbraak van moleculen.
Mitochondriën: de energieleveranciers van de cel. De inhoud van het mitochondrium
bestaat voornamelijk uit heel veel enzymen die voor de glucoseverbranding zorgen. Door
deze verbranding ontstaat ATP
Nucleus: de celkern stuurt alle stofwisselingsactiviteiten in de cel aan. Ook bevat het de
erfelijke eigenschappen van het individu.
Ribosomen: spelen een essentiële rol bij de eiwitsynthese. Bevatten ribosomaal-RNA
Endoplasmatisch reticulum: bestaat uit glad en ruw ER. Speelt een rol bij de lipide aanmaak
voor celmembranen, en is betrokken bij vorming van koolhydraten en het ontgiften van
drugs, alcohol of medicijnen
Centrosoom: verdubbelt zich als de cel gaat delen. Tijdens het delingsproces geven ze de
richting aan waarin de celdeling plaatsvind
, Cytoplasma: Het cytoplasma is een waterige oplossing van eiwitten, mineralen en suikers.
Deze celvloeistof vormt een beschermde omgeving voor het inwendige van de cel. Dat het
cytoplasma een ideaal oplosmiddel is voor de stoffen in de cel, dankt het aan een constante
zuurgraad
Golgi-complex: Eiwitten die in het ER zijn gevormd worden hier verwerkt en naar een andere
locatie vervoerd. Dit kan een andere cel of een ander organel zijn
De student omschrijft hoe katabole en anabole reacties verlopen
Anabole reacties: omzettingen waarbij kleine moleculen samengevoegd worden tot grotere
moleculen. Deze reactie kost energie
Katabole reacties: omzettingen waarbij grotere moleculen afgebroken worden tot kleinere
moleculen. Bij deze reactie komt energie vrij, die voor andere energievragende processen
gebruikt kan worden
De student beschrijft hoe bij dissimilatie vrijgekomen energie
wordt opgeslagen in ATP
Assimilatie = opbouwstofwisseling
Dissimilatie = afbraakstofwisseling
ATP is de energie opslag-accu van de cel. Met de dissimilatie van één molecuul glucose kan de cel 36
energie-accuutjes ATP vullen. Op het moment dat de cel energie nodig heeft, dan gebruikt de cel één
of meerdere moleculen ATP. In de cel wordt ATP dan afgebroken tot ADP.
De student benoemt in de werking en eigenschappen van
enzymen
Enzymen hebben de volgende eigenschappen:
Het zijn eiwitten,
Ze werken reactiespecifiek,
Ze zorgen dat anabole en katabole reacties sneller verlopen (biokatalysatoren)
Ze worden zelf niet verbruikt bij het versnellen van de reactie en kunnen dus steeds opnieuw
ingezet worden
Ze werken het beste bij een optimumtemperatuur en optimumzuurgraad.
De student omschrijft de belangrijkste trasportmechanismen
waarmee stoffen in en uit de cel worden gebracht
Passief transport: gebaseerd op diffusie en osmose. Gassen als koolstofdioxide en zuurstof
diffunderen ongehinderd via het celmembraan.
Actief transport: deeltjes gaan van een ruimte met een lage concentratie opgeloste stoffen
naar een ruimte met een hoge concentratie opgeloste stoffen. Dit kan met behulp van een
enzymatische pomp of door blaasjestransport
, Week 2
College: Anatomie van het hart
Na het college kan de student de werking en het doel van de
hartkleppen beschrijven
De bindweefselvliezen in het hart worden kleppen genoemd omdat ze in gesloten toestand
terugstroming van het bloed verminderen.
Atrioventriculaire kleppen (AV-kleppen): de twee kleppen tussen de atria en de ventrikels
o Valva tricupidalis/tricuspidaalklep: tussen rechter atrium en rechter ventrikel
o Valva bicuspidalis/bicuspidaalklep/valva mitralis: tussen linker atrium en linker
ventrikel
Arteriële kleppen: de twee kleppen tussen de ventrikels en de grote slagaders (aorta en
longslagaders)
o Valvulae semilunaris/halvemaanvormige kleppen: klappen open als bloed vanuit de
ventrikels de longslagaders in wordt gepompt.
Na het college kan de student de hartcirculatie (de
bloedvatvoorziening van het hart) beschrijven
Het myocard wordt van zuurstof en voedingsstoffen voorzien door de hartcirculatie. Deze bestaat uit
de kransslagaders (arteriae coronariae) en de kransaders (venae coronariae). De kransslagaders
takken net voorbij de aortaklep van de aorta af. Onder maximale druk wordt bloed in deze slagaders
gepompt. De kransaders komen samen in de sinus coronarius aan de achterkant van het hart, tussen
atrium en ventrikel. De sinus coronarius mondt uit in het rechteratrium.
College: Prikkelgeleiding van het hart
Na het college kan de student de prikkelgeleiding van het hart
uitleggen
Het prikkelgeleidingssysteem bestaat uit:
Sinusknoop: ligt in het myocard van het rechteratrium. De sinusknoop bestaat uit een klein
netwerk van hartspiercellen, die in staat zijn prikkels op te wekken met een gemiddelde
frequentie van honderd per minuut. De prikkel veroorzaakt een contractie van beide atria
Antrioventriculaire knoop: ligt in de wand van het rechter atrium. Vertraagt de prikkel van
de sinusknoop met 0,1 seconden. De AV-knoop genereerd prikkels van 50 per minuut
Vezels van Purkinje: hartspiecellen die gespecialiseerd zijn in prikkelgeleiding. Ze hebben de
functie van zenuwvezels
Bundel van His: vanaf de AV-knoop loopt een bundel Purkinje-vezels door het atriumseptum
en vervolgens omlaag het ventrikelseptum in. De prikkel veroorzaakt contractie van beide
kamers, waardoor het bloed in de grote vaten wordt gestuurd.
Na het college kan de student benoemen welke structuren in het
hart van belang zijn bij de prikkelgeleiding van het hart
College: Anatomie Fysiologie van het circulatiestelsel 1
Na het college kan de student uitleggen wat met dubbelde
bloedsomloop bedoeld wordt
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daphnehoutepen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.