Marketing 2
Thema 1: Introductie en producttypologieën
Marketing alle activiteiten die een bedrijf uitvoert om de verkoop van producten te
bevorderen
Waarom marketing? Om producten doelgericht en doeltreffend aan de man te brengen
Als je een product op de markt zet heb je oog voor: diensten, producten en belevenissen.
De marketingmix (4 P’s) gebruik je om je product te verkopen. De marketingmix wordt
gemaakt op maat van de doelgroep:
o Prijs; korting, uitverkoop
o Plaats; online webshop, pop-up store, winkel
o Promotie; sociale media, flyers, billboard
o Product; kwaliteit, design merk
Doel van ondernemer/organisatie: toenemende concurrentiekracht, wat leidt tot kracht om
een marktaandeel te veroveren. Als je dit goed doet, ontstaat er ook winst.
Een bedrijf begint altijd met een product, enkelvoudig/eenvoudig
1. Aan de hand van diverse typologieën kleed je het product aan. Dit kan met
bijvoorbeeld de tastbare zaken van het product, maar ook de belevenis en de service.
Dit zien de concurrenten en zij nemen jouw strategie over. Hiermee neemt de
concurrentie toe.
2. Vervolgens voeg je productattributen toe aan het product. Hiermee start je een
assortiment op. Doordat je meerdere producten verkoopt, heb je een grotere kans
op slagen als het gaat om verkoopcijfers. Dit zien de concurrenten ook, dus om de
concurrentiekracht toe te laten nemen, moet je nog verder.
3. Je gaat aan het merk werken. Er wordt een merk gecreëerd waardoor de doelgroep
zich voelt aangesproken. De concurrentie zet ook hierop in.
4. Je gaat innoveren, je gaat nog meer producten ontwikkelen. Hiermee ben je
concurrentie steeds een stapje voor.
,Je gaat diverse productattributen toevoegen waardoor er een assortiment ontstaat.
Producttypologieën wat is een product?
Doelstelling: concurrentiekracht en verkoop
Reden: geeft inzicht in hoe een enkel product doeltreffend vorm te geven.
Vier onderliggende modellen voor producttypologieën: (3-5-5-4)
1. 3 productniveaus (Leeflang)
2. 5 levels (Kotler)
3. 5 soorten producten
4. 4 consumenten product-matrix
3 productniveaus van Leeflang: geheel van materiele en immateriële eigenschappen van het
product of dienst
1. Fysiek (kern)product = kernproduct (bvb. TB; gesp & OTB; op maat zitten van de
schoen). Het tastbare attribuut heeft invloed op het ontastbare attribuut, het zijn
verlengde van elkaar.
2. Uitgebreid product = toegevoegde eigenschappen, zoals: service, garantie, merk,
verpakking en assortiment.
3. Totaal product = afgeleide eigenschappen: beleving van de consument door het
middel van reviews, het contact met de consument
5 levels uit het Model van Kotler: Per verrijking laag wordt de kans groter dat het product
verkocht wordt
1. Core product = basisfunctie van product die voorziet in basisbehoefte van doelgroep
2. Generic product = basis versie van een product, hoe ziet het product er in de basis
uit?
3. Expected product = basis set van attributen die doelgroep verwacht te krijgen bij
aanschaf
4. Augmented product = toevoeging van specifieke attributen ((niet)tastbaar), dit
verhoogt de concurrentiekracht
5. Potential product = Toevoeging van specifieke attributen ((niet)tastbaar), maar dan
voor in de toekomst. Kans op uitbreidingen van het product.
Voorbeeld: voetbalsupporter
Core product Voetbal beleven & idool zien
Generic product Voetbalwedstrijd
Expected product Parkeerplaats, stoelen, horeca, stadion
Augmented product Kinderclub, sky box, open dag, meet & greet
Potential product VR-experience via 25 camerabeelden zelfstandig te bedienen
5 soorten producten: Indeling van producten
1. Abstractie (dienst of product)
2. Aard van bestemming (industrie of consument)
3. Mate van duurzaamheid
4. Mate waarin de afzet reageert op een prijsverandering
5. Mate waarin de afzet reageert op een inkomensstijging
, Abstractie: Heb je een tastbaar product, dienst (deels, even tastbaar) of herinnering (niet
tastbaar). Hier kan ook een combinatie gemaakt worden.
Aard van bestemming: Wie levert/koopt er?
o B2C Bedrijf levert aan consument. Product ter bevrediging van behoeften van de
consument geleverd van bedrijf aan consument.
o B2B Bedrijf levert aan bedrijf. Product ter bevrediging van behoeften van een
bedrijf, geleverd van bedrijf aan bedrijf (bv. sponsoren).
o C2C Product ter bevrediging van behoeften van de consument, geleverd van
consument aan consument (bv. Vinted, Marktplaats, TicketSwap).
Mate van duurzaamheid: Hoe lang gaat een product mee? Waar zit jouw product en wat
betekent dat voor de herhaalverkoop?
Als de gebruiksintensiteit en de
houdbaarheid allebei laag zijn, is dit
goed voor de verkoop. De klant zal vaker
terugkomen. Bij een hoge
gebruiksintensiteit- en houdbaarheid
komt de klant maar 1 of 2 keer per jaar
terug.
Mate waarin de afzet reageert op een prijsverandering: In hoeverre kun jij de prijs van het
product verhogen?
o Substitutiegoederen = producten kunnen elkaar in gebruik vervangen.
o Indifferente goederen = producten die niks met elkaar te maken hebben Als je een
combinatie verkoopt van verschillende producten (bv. een assortiment) en ze lijken
niet op elkaar, dan kan je een bepaald prijsniveau halen wat goed kan zijn voor de
omzet.
o Complementaire goederen = Producten die elkaar in het gebruik aanvullen, zoals
tandpasta en een tandenborstel. Dit levert een bijdrage aan de verkoop van de
producten. Dit maakt de marktpositie van een onderneming sterk.
Mate waarin de afzet reageert op een inkomensverandering: Bij welk inkomen past jouw
product en wat betekent dat voor jouw prijs?
o Luxegoederen- of diensten = vraag naar het product stijgt als het inkomen stijgt.
o Noodzakelijke goederen- of diensten = vraag naar het product stijgt licht, wanneer
het inkomen stijgt.
o Inferieure goederen- of diensten = vraag naar het product daalt wanneer het inkomen
stijgt.
Als je te hoog inzet, kan jouw doelgroep je product nooit kopen met als gevolg dat je het
marktaandeel mist.