Samenvatting Biologie VWO Nectar 4e editie H19 Sport
*de paragrafen staan door elkaar qua volgorde, want deze zijn mij op deze volgorde uitgelegd. Voor de rest is het bestand gewoon compleet.
Bi - H19 - Sport
19.1 BOUW VAN PEZEN EN SPIEREN
Aan elkaar verbonden (Binas 80CD)
- Pezen bestaan uit bindweefsel: weefsel dat stevigheid biedt en andere weefsels aan elkaar koppelt.
- Tussencelstof: materiaal rond cellen, in bindweefsel geleiachtig met veel eiwitten, vormt lijm
waarmee bindweefsel andere weefsels verbindt.
Bewegen: spieren pezen en gewrichten
- Door skeletspieren samen te trekken, bewegen botten rond hun draaipunt in gewrichten.
- Spieren kunnen door training meer kracht leveren; groter uithoudingsvermogen.
- Pees: verbindt skeletspier aan bot.
- Band: verbindt botten met elkaar.
Bouw van pezen
- Vezels in pezen zijn gemaakt van het eiwit collageen, gemaakt door peescellen.
- Collageenmoleculen bestaan uit een drievoudige helix van drie collageenketens, onderling
verbonden door H-bruggen, ontstaan in tussencelstof.
- Collageenfibril: een groot aantal collageenmoleculen bij elkaar.
- Moleculen liggen in geordend patroon; gestreept uiterlijk door microscoop.
- Collageenvezel: meerdere collageenfibrillen bij elkaar.
- Collageenbundel: meerdere collageenvezels bij elkaar.
- Door kabelstructuur van pees kan kracht van spier goed worden doorgegeven aan bot. Pezen zelf
zijn nauwelijks uitrekbaar; pees scheurt (deels) van spier of bot.
- Collageenstrengen in achillespees (hiel) slaan veerenergie op in pees wanneer ze iets worden
ingedrukt door de kracht waarmee voet op de grond wordt gezet; extra kracht bij beweging.
Contact houden
- Bindweefselcellen zijn door tussencelstof verder van elkaar verwijderd; via dunne uitlopers met in
hun celmembraan connexon-eiwitten houden zij contact met elkaar; gap junctions.
- Gap junction: eiwitkanalen in celmembranen van twee buurcellen waar ionen doorheen
diffunderen van ene cel naar anderen.
- Gap junctions zijn niet permanent; aantal veranderd voortdurend.
Bouw van skeletspieren (Binas 90C)
- Skeletspieren zijn opgebouwd uit bundels spiervezels: samensmelting van meerdere spiercellen,
omgeven door bindweefsel met bloedvaten en zenuwuitlopers.
- De bundels spiervezels bevatten bundels myofibrillen: langgerekt eiwitfilament; dunne en dikke:
- Dunne filamenten; twee in elkaar gedraaide ketens van eiwit actine.
- Dikke filamenten; groot aantal ketens van eiwit myosine.
- Actine- en myosinefilamenten zijn gerangschikt; patroon van lichte en donkere banen (I- en A-
banden): door deze banden heet spierweefsel van skeletspieren dwarsgestreept spierweefsel.
- In midden van elke I-band bevindt zich een membraan, Z-lijn. Deel tussen twee Z-lijnen heet
sacromeer: kleinste eenheid van spiervezel die kan samentrekken; begrenst door Z-lijnen.
- Midden in de A-bind zit een iets lichtere H-band (met alleen myosine).
Gecoördineerd samentrekken
- Axonen van motorneuronen vertakken en eindigen in aantal neuromusculaire synapsen
(motorisch eindplaatsje) contactplaats tussen een motorische zenuwcel en een spiervezel.
, - Acetylcholine komt vrij en activeert spiervezels; bundels myosine en actine schuiven in elkaar
waardoor sarcomeren verkorten.
- Doordat axon zich in een spier naar een aantal vezels toe vertakt, reageren meerdere spiervezels
tegelijk op dezelfde impulsen.
- Motorische eenheid: groep spiervezels die op de impulsen van één axon reageert.
Spierweefsel rond holle organen (80E)
- Hartspierweefsel bestaat uit een vertakt netwerk van dwarsgestreepte spiervezels, na een impuls
door het zenuwweefsel trekt de hartspier samen en perst het bloed het hart uit.
- Gap junctions tussen hartspiercellen zorgen ervoor dat spier gecoördineerd samentrekt.
- Glad spierweefsel: spierweefsel in de wanden van inwendige organen. Streeppatroon ontbreekt,
doordat myofibrillen minder geordend liggen dan in dwarsgestreepte spiervezels.
19.2 BEWEGINGEN IN SPIERVEZELS
Bouw en werking spiervezels (Binas 90C)
- Rond elke bundel myofibrillen van een spiervezel bevindt zich het sacroplasmatisch reticulum (SR):
organel te vergelijken met ER, netwerk van membranen. Bevat in spiervezel veel Ca2+-ionen.
- Strak tegen SR liggen dunne T-buisjes; beginnen bij membraan rond de spiervezel, sarcolemma, en
dringen tot diep in spiervezel door.
- T-buisjes zijn gevuld met vloeistof en bevatten veel ionkanalen.
- Bij vrijkomen acetylcholine in neuromusculaire synaps na impuls door motorneuron, depolariseert
het sarcolemma, T-buisjes brengen impuls de spier in.
- Ca2+-poorten in SR openen en Ca2+ stroom spiervezel in.
- Onder invloed van Ca2+ schuiven myosinemoleculen verder tussen actinemoleculen, wat lengte
van sarcomeren verkort. Gebeurt dit bij een groot aantal vezels tegelijk dan verkort hele spier.
- Ca2+-pompen in membraan van SR brengen Ca 2+ terug in SR, zodat bij volgende impuls uit
motorneuron de cyclus herhaald kan worden.
Spierkracht is eiwitkracht (Binas 90C)
- In rust is bindingsplaats van actinefilamenten geblokkeerd door eiwit tropomyosine, dat zich om
actinefilament slingert. Hierdoor kunnen myosine- en actinefilamenten niet aan elkaar koppelen.
- Onder invloed van Ca2+ verschuift het tropomyosine, komen de bindingsplaatsen vrij en kan het
myosinefilament koppelen aan het actinefilament.
- Motoreiwit: eiwit dat een beweging in een cel teweeg kan brengen d.m.v. ATP, bijv. myosine.
- Myosinekop kan ATP-molecuul omzetten in ADP en P i (anorganisch fosfaat). ADP blijft gebonden
aan myosinekop en leidt tot kleine buiging van kop; molecuul staat op scherp.
- Wanneer myosine koppelt aan actine laat het ADP los van myosinekop en veert de kop terug in
zijn oude stand. Hierbij trekt de myosinekop aan het actinefilament; Z-lijn schuift aan twee kanten
naar midden van sacromeer waardoor deze verkort (1%).
- Door een nieuw ATP-molecuul te binnen, komt de myosinekop los van actinefilament. Het ATP
splitst, de kop buigt en het hele proces kan zich herhalen.
- Zolang Ca2+ in grondplasma aanwezig is, blijven myosinefilamenten gekoppeld aan actinefilamenten
en blijft spier gespannen. Ook bij onvoldoende ATP blijft spier gespannen. Dit kan leiden tot kramp.
Samenwerkende spieren
- Als in samengetrokken spier geen Ca2+-ionen meer vrijkomen, kan myosine niet opnieuw aan
actinemoleculen trekken; spier verslapt, maar verlengt niet, hiervoor is antagonist nodig.
- Antagonist: spier waarvan werking tegengesteld is aan samengetrokken spier.
- Spierspoeltjes en peeslichaampjes zijn nauw betrokken bij antagonisme.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper yansnoek. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,86. Je zit daarna nergens aan vast.