Dit is een samenvatting van het vak verdiepend intellectuele rechten gedoceerd in de master aan de Universiteit Gent. Het is een samenvatting die alle lesnotities bevat van de te kennen leerstof voor het examen
Tekeningen- en modellenrecht
= industrieel eigendomsrecht
revival omdat men dit recht ziet als een redmiddel voor merken want als men een merk deponeert
dan is er een gebruiksplicht en anders zal het vervallen na 5 jaar. Als men een vordering instelt, dan
zal men moeten aantonen dat men het merk ook gebruikt heeft. In tekeningen en modellen bestaat
er deze gebruiksplicht niet, dus zal men het meer en meer deponeren als tekening of model
het is ook niet duur
>< verkrijgen van een octrooi is zeer duur
het omvat de bescherming van visueel waarneembare vormgeving, nl. uiterlijke vormgeving
= waarom beroep doen op modellenrecht en niet auteursrecht ? Men kan het zeer snel
deponeren en het wordt dan ingeschreven waardoor men een vaste datum krijgt
HOOFDSTUK 1. BESCHERMINGSMOGELIJKHEDEN
Er zijn 2 mogelijkheden, die gecumuleerd kunnen worden, om tot een bescherming te komen
Het Beneluxmodel = men zal de vormgeving deponeren bij het Beneluxbureau voor
intellectuele rechten (Beneluxverdrag)
als men het deponeert, dan krijgt men een beneluxmodel dat zal gelden in de drie landen
van de Benelux
Het Gemeenschapsmodel = als men actief is binnen de Europese Unie en men heeft dan de
keuze tussen twee soorten modellen waardoor men bescherming krijgt in alle lidstaten van de
EU
o Een ingeschreven Gemeenschapsmodel = men zal het laten inschrijven bij het
Europees modellenbureau via een depot (EU IPO)
er is een bescherming van 25 jaar
men kan optreden tegen iemand die iets onafhankelijk heeft gemaakt maar als het
toch lijkt op het eigen model, dan zal het toch een inbreuk zijn
o Een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel = men creëert een product en als men
dit product openbaar maakt voor de eerste keer in de EU, dan krijgt men automatisch
bescherming in de lidstaten van de EU zonder dat er een depot nodig is
>< bestaat niet bij het Beneluxmodel want er is een depot noodzakelijk
men moet niets doen, slechts voldoen aan de beschermingsvoorwaarden
er zijn wel enkele beperkingen, nl. er is slechts een bescherming van 3 jaar en men
kan alleen optreden tegen een inbreukmaker als men kan aantonen dat men het
model gekopieerd heeft, nl. een zuivere namaker (zwaardere bewijslast)
1
, problematiek bij niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel = kledingproducenten
produceren kleren een heel jaar door en werken minder en minder met
seizoencollecties. Het kost voor hun veel meer geld om hun modellen te deponeren
terwijl de kleren slechts enkele jaren of maanden meegaan. De kledingindustrie heeft
dan aan de EU een beschermingssysteem aangevraagd dat rekening houdt met de
korte levensduur van de producten en de EU is hiermee akkoord gegaan
de Europese Commissie is bezig met de aanpassing van het Europees modellenrecht
want men wil de term Gemeenschapsmodel veranderen naar Uniemodel
Internationaal depot = er bestaat geen internationaal model maar wel een systeem dat de
mogelijkheid geeft om één aanvraag te doen en meteen te stellen hoe men het wil
beschermen, zowel binnen de EU als buiten de EU
via één aanvraag worden er verschillende procedures gestart in meerdere landen
Praktijk = er wordt veel gekozen voor een ingeschreven Gemeenschapsmodel
Bescherming in 27 lidstaten
De prijs is niet zo hoog
HOOFDSTUK 2. HET BENELUXMODEL
= inhoudelijk komt dit volledig overeen met het Gemeenschapsmodel
al het modellenrecht is geharmoniseerd door een Europese richtlijn
het gemeenschapsmodel wordt beheerst door een Europese Verordening
=> inhoudelijke zaken in deze instrumenten zijn volledig identiek
2.1. BRONNEN
§1. HET BENELUX-VERDRAG
Het Benelux-Verdrag van 25 februari 2005 inzake de intellectuele eigendom (BVIE)
- in werking getreden vanaf 1 september 2006
- een Beneluxmodel geldt voor de 3 landen en men kan dus niet zeggen om geen bescherming te
krijgen bij één van deze landen
als de rechter het model in één van deze landen nietig verklaard, dan is het ook nietig voor
de andere landen
- de bepalingen in het verdrag die starten met een 3
- de gevolgen van het Benelux-Verdrag
als men bescherming wil in de Benelux voor het model, dan moet men een Beneluxmodel
aanvragen want men kan geen model hebben enkel voor België
de rol van het Benelux Gerechtshof maar binnen het modellenrecht heeft het zeer
beperkte taken
2
, Het beantwoorden van vragen van uitleg over het Benelux-verdrag zoals
prejudiciële vragen
>< het modellenrecht is geharmoniseerd door een richtlijn dus indien er vragen zijn
over de materies die uit deze richtlijn komen, moet men deze stellen aan het HvJ
en niet aan het Benelux Gerechtshof. Het Benelux Gerechtshof is verplicht dergelijke
vragen door te sturen aan het HvJ
sommige regels zijn niet geharmoniseerd zoals het houderschap, nl. de vraag wie
de rechten heeft, en het Benelux Gerechtshof behoudt dan zijn bevoegdheid.
Alsook de procedure is nog niet geharmoniseerd, nl. hoe men het Beneluxmodel
krijgt
Als men een merk wil in de Benelux dan moet men het deponeren bij het
Beneluxbureau maar als dit bureau het merk weigert, dan kan men tegen deze
beslissing in beroep gaan bij het Benelux Gerechtshof
het Benelux gerechtshof kent 2 afdelingen, een eerste kamer die de prejudiciële
vragen zal oplossen en de tweede kamer waar men de beroepen zal indienen
bij modellen kent de Benelux Gerechtshof niet veel betekenis want men krijgt een
model vaak zonder enige controle want het Beneluxbureau dient niet te toetsen
aan de beschermingsvoorwaarden. Men gaat enkel na of het strijdig is met de
openbare orde of de goede zeden
aangezien er geen controle is bij modellen, is er geen reden om daartegen in
beroep te gaan tenzij het strijdig is met de openbare orde
de geldigheid wordt beoordeeld in een nietigheidsprocedure bij de rechter maar
men wil dit wijzigen zodat men ook terecht kan bij het Beneluxbureau
§2. URVIE
= een uitvoeringsreglement wat betrekking heeft op de vraag hoe men het moet deponeren en hoe
de foto’s van het model eruit moeten zien
§3. REGELS VAN DE DIRECTEUR-GENERAAL
= praktische regels
§4. WER
Art. XI.163 WER = dit artikel stelt dat men moet kijken naar het verdrag voor materieel recht maar voor
de procedures moet men kijken naar het eigen recht
het procedureel recht blijft Belgisch recht, nl. WER + Ger.W.
De vordering tot staken zoals in kortgeding uit boek XVII WER
De uitoefening van toezicht, de opsporing en vaststelling van de inbreuken en de toepasselijke
sancties uit boek XV WER
strafbepalingen en bepalingen over de administratie indien deze vaststelt dat er namaak is
3
, §5. MODELLENRICHTLIJN 13 OKTOBER 1998
= harmonisering van het Beneluxmodel
het wordt momenteel herzien en er is al een nieuw voorstel
§6. RICHTLIJN HANDHAVING VAN 29 APRIL 2004
= in het BVIE zitten een aantal bepalingen waardoor men maatregelen kan vragen aan de rechter
en deze maatregelen dienen in overeenstemming te zijn met deze richtlijn
harmonisering van de burgerlijke procedure
§7. SCHIKKING VAN ’S GRAVENHAGE VAN 28 NOVEMBER 1960
= inzake het internationaal depot
§8. AKTE VAN GENEVE VAN DE SCHIKKING VAN ’S GRAVENHAGE BETREFFENDE HET INTERNATIONAAL
DEPOT VAN TEKENINGEN EN MODDELEN VAN NIJVERHEID
= inzake het internationaal depot
§9. OVEREENKOMST VAN LOCARNO VAN 8 OKTOBER 1968
= classificatieovereenkomst
als men een model deponeert in de Benelux of een Gemeenschapsmodel dan moet men in het
depot altijd aangeven waarvoor men het deponeert. Deze overeenkomst heeft alles ingedeeld in
bepaalde classificaties en dit moet aangeduid worden in de aanvraag
2.2. HET BESCHERMDE VOORWERP
= het is de tekening of het model dat beschermd zal worden (geharmoniseerd)
het uiterlijk van een voortbrengsel of het uiterlijk van een deel ervan. Men kan dus ook een
deel van het uiterlijk beschermen (2 elementen)
Europees spreekt men vaak enkel over modellen, in de Benelux spreekt men over tekeningen
en modellen maar het materieel recht is eerder identiek
! het onderscheid
Benelux = een tekening is 2D en een model is 3D, nl. de vorm of omtrekt van iets
EU = onder model valt beide mogelijkheden
De volgende titels gaan dieper in op wat nu verstaan moet worden onder uiterlijk en voortbrengsel
§1. HET UITERLIJK
= het uiterlijk wordt beschermd, wat zowel twee- als driedimensionaal kan zijn en de
beschermingsvoorwaarden blijven hetzelfde
Vb.: bescherming vragen voor een tekening, nl. 2D zoals de print voor behangpapier. Bij het
depot moet men dan ook aangeven wat het voortbrengsel is. Voor Europese bescherming
zal men dit een model noemen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lexspecialis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,58. Je zit daarna nergens aan vast.