Geschiedenis – hoofdstuk 7 en 8
Paragraaf 7.1 – De verlichting
Het welbegrepen eigenbelang | Kennis en vrijheid
Typerend voor de verlichting (= beweging die meende dat met de rede alles verklaard kan worden en zo’n
samenleving moest opgebouwd worden) in de tijd van Pruiken en Revoluties (=7e tijdvak, 1700-1800): Het idee van
rationeel (=met verstand) denken en vrijheid, leidt tot een betere wereld. Adam Smith (economisch filosoof)
beschreef dat de samenleving altijd denkt aan eigenbelang en wanneer iedereen dat doet leidt dat tot meer
welvaart voor iedereen. Via de wet van vraag en aanbod: vraag naar product stijgt, prijs stijgt, ondernemers worden
gestimuleerd om meer te maken. Zodra aanbod de vraag overtreft, daalt de prijs/ kwaliteit gaat omhoog. De
overheid moet zich niet bemoeien met handel en nijverheid, mechanisme vraag-aanbod wordt verstoord.
De verlichting kwam na de wetenschappelijke revolutie (17e eeuw). Toen waren door experimenten, onderzoek en
denken veel ontdekkingen gedaan mensen zagen de mogelijkheid om met het verstand de wereld te verbeteren:
in de 18e eeuw werd alles onderwerp van kritisch onderzoek, niet alleen natuur maar ook godsdienst, politiek,
economie en sociale verhoudingen (=verhouding en omgang tussen sociale groepen in een samenleving: aandacht
voor verschillen in aanzien). Verlicht denken (=volgens ideeën van verlichting) zou een eind maken aan de tijd van
onwetendheid en geloofsfanatisme en onredelijke verschillen. Rationalisme leidde tot voorruitgang: kennis en rede
waren superieur aan traditie en geloof. Vrijheid was een voorwaarde. Immanuel Kant vond dat er te weinig vrijheid
was. Mensen moesten mondig worden en verstand gebruiken: ‘Durf te denken’.
Parijs | Een verlicht geloof
verlichting begon eind 17e eeuw (Nederland en Engeland: vrijheid boekdruk, in Frankrijk verboden). In de loop van
de 18e eeuw werd Parijs het centrum: Frans was de voertaal van ontwikkelde mensen in de westerse wereld
(=land/gebied met oorspronkelijk uit WEU afkomstige cultuur), Parijs was dé intellectuele wereldstad. D’Alembert en
Diderot maakten (1751) de encyclopedie. Mensen moesten gelukkiger worden door kennis uit de hele wereld bijeen
te brengen en doorgeven. In 1772 stopten ze met het project. Het bevatte niet alleen feitelijke informatie, maar ook
verhalen van verlichte schrijvers over politiek, kerk en maatschappelijke verhoudingen.
De verlichting gaf veel kritiek op godsdienstig fanatisme en intolerantie. De bekendste was Voltaire (verpletter het
schandelijke: écrasez l’infâme). Hij keerde zich ook tegen het idee dat God zich met de wereld bemoeide (wonderen
verrichten): dat was in strijd met de rede en met de wetten van de natuur. Voltaire was een deïst (=neemt aan dat
god de wereld maakte, maar niet bemoeit), en geen atheïst (=aanneemt dat er geen god bestaat). Alles op aarde
verliep sinds de schepping volgens natuurverklaringen. Mensen wisten van naturen (niet van geloof) wat goed/slecht
is. toch vond hij dat aanhangen van welk geloof dan ook, nodig was om de massa in toom te houden: redelijker en
nuttiger om fantasiebeelden te vereren dan zich over te geven aan misdaden.
Verlichte politiek | Sociale verhoudingen
verlichte denkers ontwikkelden nieuwe politieke ideeën. John Locke stelde dat koningen macht ontvingen van het
volk (niet van God), die een deel van rechten hebben over gedragen: voor veiligheid en hulp bij conflicten. Overheid
moest de natuurlijke rechten: mensenrechten beschermen (=recht waarop ieder mens aanspraak kan maken) zoals
recht op leven, vrijheid en bezit. Overheid niet boven de wet en burgers mogen regering vervangen als die niet meer
hun instemming hebben. Montesquieu vond dat niks: 1 persoon macht in handen leidt tot machtsmisbruik en
onderdrukking. Hij bedacht de driemachtenleer (triaspolitica: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
gescheiden): parlement stelt wetten vast, regering voert ze uit en rechters controleren naleving wetten. Dit was niet
zijn ideale stelsel: dat was mengeling van aristocratie, democratie en monarchie (ENG). Rousseau werkte de
volkssoevereiniteit uit (=hoogste gezag bij het volk, de staatmacht toevertrouwen aan een gekozen regering).
Mensen uit de regering moesten sociaal contract sluiten: soevereiniteit droegen (=opperste macht). De besluiten
van de volksvergadering waren de uitdrukkingen van de algemene wil. [vrijheid/gelijkheid ging verloren toen
eigendom ontstond, sociale/politieke hervormingen konden veel verbeteren samenleving was maakbaar omdat
het beter kon worden].
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudieLeutje. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.