Interface: interactieve koppeling tussen mens en machine
LEES: blauwe blokjes + samenvattingen einde hoofdstuk
3.3 Conceptuele modellen
Model: een systeem of proces dat helpt met beschrijven hoe het werkt
- Conceptueel model: een high-level omschrijving van hoe een systeem is georganiseerd en opereert
wat mensen met een product kunnen en welke concepten nodig zijn om te begrijpen hoe
men ermee moet interacteren
- Biedt een werkstrategie en raamwerk van algemene concepten en hun onderlinge relaties,
kerncomponenten:
Metaforen en analogieën die mensen duidelijk maken waar een product voor wordt gebruikt
en hoe het product te gebruiken voor een activiteit
De concepten waaraan mensen via het product worden blootgesteld, inclusief taakdomein
objecten die ze maken en manipuleren, hun attributen en de bewerkingen die erop worden
uitgevoerd
De relaties tussen die concepten, toewijzingen tussen de concepten en de gebruikerservaring
waarvoor het product is ontworpen; ondersteunen of inroepen
-> gebruikerservaring bepaald de organisatie van de metaforen, concepten en hun relaties
zoeken naar meest effectieve en gedenkwaardige manier om gebruikers te ondersteunen
- simpelste conceptuele ideeën zijn het beste, mensen zijn het gewend, intuïtief
-> interface-applicaties hoeven niet telkens opnieuw te beginnen met het bedenken van conceptuele
modellen, er bestaan al kernaspecten voor
3.5 Interactietypes (zijn niet bedoeld om elkaar uit te sluiten)
- Instrueren: gebruikers geven instructies aan het systeem, snel en efficiënt
intypen commando’s (gebaren of toetsen, combinatie)
selecteren van opties uit een menu
- Converseren: dialoog voeren met het systeem, alsof de gebruiker een gesprekspartner heeft
vragen zeggen of typen waarop het systeem antwoord via tekst/spraak, tweezijdige
interactie
- Manipuleren: interactie met objecten in een virtuele of fysieke ruimte dmv manipulatie
bv openen, vasthouden, sluiten, plaatsen
gevoel alsof gebruiker in controle is, directe feedback, leerzaam
nabootsing menselijk handelen door fysieke controllers (Wii) of bewegingen (speelgoed)
- Verkennen: bewegen door een virtuele omgeving of fysieke ruimte (3D-werelden)
vaststellen hoe men op bepaalde beelden reageert qua bewegingen
- Reageren: systeem initieert interactie en gebruiker kiest of hij/zij reageert
fitness tracker, locatie waar vrienden samen zijn -> vindt de gebruiker dit handig?
7.2.1 Commando-regel interfaces
Commando’s geven:
- afkortingen typen
- bepaalde combinatie toetsen intypen
- vast onderdeel toetsenbord (delete, enter, etc)
-> vervangen door grafische interfaces (menu’s, pictogrammen, sneltoetsen, pop-ups, etc)
- alles moet steeds sneller en efficiënter (commandotalen)
, 7.2.2 Graphical User Interfaces (GUI, door 3.5 conceptualizing interaction, Xerox Star project)
GUI -> eerst WIMP, onderdelen:
- Windows: dmv van een muis scrollen, overlappen, openen, sluiten, etc
highlights: veel tabbladen open staan -> opgeslagen of bezochte pagina’s
dialog box: bevestigingen, error berichten, checklijsten, formulieren
- Icons: pictogrammen dat applicaties, objecten en commando’s representeren (activeren als je klikt)
onmisbaar (bv op telefoon), 2D of 3D
- Menus: lijst van opties waar je doorheen kunt scrollen en selecteren
vaak op volgorden van meest gebruikt naar minst gebruikt
flat menus: klein aantal keuzes, klein scherm -> duurt lang voordat je bij gewenste lijst bent
expanding menus: meer opties op één scherm, opties in hetzelfde scherm (flexibel)
cascading menus: meerdere menu’s na primaire uitklapmenu (gerelateerd, controle nodig)
mega menus: veel opties op één scherm (2D, shopping site)
collapsible menus: uitklapbaar menu met koppen naast elkaar (overzicht inhoud)
contextual menus: beperkt aantal opties dmv icons (logisch bij ondernemende taak)
- Pointing device: muis neemt de controle over de cursor (alles aanklikken)
-> sneller/efficiënter: nu swipen en het gebruik van touchscreen
Van WIMPS naar GUI
- meer icons en menu’s (incl audio, 3D, veel kleinere menu’s)
- grafische elementen, zoals werkbalken
7.2.3 Multimedia
Multimedia
- combineren van verschillende media binnen één interface (afbeeldingen, tekst, video, geluid en
animatie -> koppelen dmv verschillende vormen van interactiviteit)
- bied betere manieren om informatie te presenteren dan één medium (bv alleen tekst of video)
- snelle toegang tot meerdere representaties van informatie vergemakkelijken (digitale bibliotheek)
video’s, audio’s diagrammen, kolommen -> ipv alleen woorden in een boek
- beter voor training en leren, sneller en makkelijker
7.2.20 Slimme interfaces
Slimme apparaten
- ontworpen om te communiceren met gebruikers en andere apparaten die op het netwerk
aangesloten zijn (mensen hoeven niet rechtstreeks te communiceren)
- Context en gedrag begrijpen, uit zichzelf passende instellingen bij gebruiker
- Slimme gebouwen: energiezuiniger en (kosten)efficiënter
- Menselijke foute ontkomen
- Human-building interaction (HBI): menselijke waarden, behoeften en prioriteiten tijdens interacties
7.3 Natuurlijke gebruikersinterfaces en meer
Natural user interface (NUI)
- op dezelfde manier communiceren met een computer als in de fysieke wereld
dmv stem, handen en lichaam
- makkelijker leren dan het gebruik van een GUI
bv hand opsteken ipv functietoetsen in te tikken