Samenvatting consumenten gedrag
Inhoud
Hoofdstuk 1:..........................................................................................................................................2
4 De vier C’s:......................................................................................................................................3
5 Onderscheid macro-, meso- en microniveau:.................................................................................3
Hoofdstuk 2:..........................................................................................................................................7
11 Onderdelen van het BMC:...........................................................................................................10
12 Verschil missie en visie:...............................................................................................................10
Hoofdstuk 3:........................................................................................................................................19
Hoofdstuk 4:........................................................................................................................................21
30 Type koopsituaties:.....................................................................................................................24
Hoofdstuk 5:........................................................................................................................................26
Hoofdstuk 6.........................................................................................................................................28
35 Soorten vraag:.............................................................................................................................28
37 Vormen van marktsegmentatie:.................................................................................................29
38 Voorwaarden marktsegmentatie:...............................................................................................30
39 Vormen van marktbewerkingsstrategieën:.................................................................................30
,Samenvatting consumenten gedrag
Hoofdstuk 1:
1 Marketing: omvat alle activiteiten die de koper en verkoper bij elkaar brengen.
Bedrijven produceren en doen aan marketing. Het verschil tussen marketing en
verkoop weerspiegelt het verschil tussen een maatschappij waarin consumenten
kunnen kiezen uit producten en diensten die exact op hun wensen en behoeften
zijn afgestemd en een maatschappij waarin de meeste kopers die keuze niet
hebben.
Marketing slaat een brug tussen productie en consumptie.
Verkopen is zien kwijt te raken wat je op de plank hebt liggen. Marketing zorgt
dat je je klanten met een doel treffende strategie de juiste producten en
diensten kunt aanbieden.
2 Verschil commerciële economie en marketing:
- Algemene economie: we bestuderen hierin vraagstukken van de mens
in zijn streven naar welzijn. Daarbij gaat de klassieke economische
wetenschap er van uit dat de consument een rationaal wezen zonder
emoties is, die eerst een rangorde in zijn behoeften en
keuzemogelijkheden aanlegt en vervolgens kiest voor het alternatief dat
hem het meest nut oplevert.
De algemene economie heeft twee invalshoeken:
1. Macro-economisch, waarbij het gedrag van consumenten of ondernemers
als groep geanalyseerd wordt.
2. Micro-economisch, die gericht is op het economisch handelen van
individuele huishoudingen.
Algemene economie is de moeder van twee andere onderdelen van de
economische wetenschap: de bedrijfseconomie en de commerciële economie.
- Bedrijfseconomie: houdt zich bezig met de economische aspecten van
activiteiten binnen een bedrijfshuishouding en hun onderlinge samenhang.
Denk aan bedrijfsinterne vraagstukken op het gebied van
kostprijsberekening, financiering en interne organisatie, waarmee vrijwel
elke onderneming te maken heeft. De bedrijfseconomie bestudeert het
economisch handelen van de mens in een organisatie.
- Commerciële economie: analyseerden met behulp van inzichten uit de
psychologie en sociologie de houding en het gedrag van de consument
zodat zij hun producten optimaal konden afstemmen op de wensen en
behoeften van de klant. Daardoor konden ondernemingen marktaandeel
veroveren ten kosten van concurrenten die minder klant- of
marketinggericht te werk gingen.
3 Marketingmix: Het gaat in de marketing dus niet alleen om een uitgekiend
product, maar ook om de juiste distributiekanalen, een gunstige prijs en
effectieve promotiecampagnes. Deze factoren samen vormen de
marketingmix. Als één van de vier elementen niet klopt, wordt een product niet
goed verkocht, waardoor het bedrijf de omzet- en winstdoelstellingen die in het
,Samenvatting consumenten gedrag
marketingplan staan, niet haalt. De vier P’s zijn de marketingmixvariabelen, zij
zijn nauw met elkaar verbonden.
Een doeltreffend marketingbeleid bestaat uit een uitgekiende combinatie van
vier marketinginstrumenten om de markt te bewerken. Deze zijn nauw met
elkaar verbonden, als één van hen verandert, heeft dit vaak gevolgen voor de
rest van het beleid.
1. Product: goederen, diensten of ideeën die aan de wensen en behoeften
van klanten tegemoetkomen.
2. Prijs: de hoeveelheid geld die er voor het product of dienst wordt
gevraagd.
3. Plaats: de manier waarop het bedrijf het product in handen van de kopers
krijgt.
4. Promotie: hoe het bedrijf met de markt communiceert en de verkoop
bevordert.
4 De vier C’s:
1. Product: Customer solution (oplossing voor de consument).
2. Prijs: Cost to the costumer (prijs-kwaliteitverhouding).
3. Plaats: Convenience: gemak voor de consument.
4. Promotie: Communication: wederzijdse communicatie tussen organisatie
en klant.
5 Onderscheid macro-, meso- en microniveau:
- Macromarketing: marketing bekijken vanuit het niveau van de
samenleving, als een proces dat goed moet functioneren om de
economische doelstellingen van de maatschappij te realiseren. We zijn
hierbij vooral geïnteresseerd in het systeem van een maatschappij om de
overdracht van goederen en diensten de schaarse middelen optimaal op
de behoeften af te stemmen.
- Mesomarketing: hiervoor maken we onderscheid tussen
macromarketing en micromarketing. Mesomarketing ligt daar, wat betreft
niveau, tussenin. Hierbij gaat het om de gezamenlijk uitgevoerde
marketingactiviteiten van bedrijven die actief zijn op dezelfde markt.
Mesomarketing beperkt zich in het algemeen dus tot een bepaalde sector
in de samenleving. De term wordt echter niet alleen gebruikt voor de
gezamenlijke activiteiten van bedrijven in een bepaalde sector, maar ook
van organisaties met een gemeenschappelijk belang. Bij de collectieve
marketing van bepaalde productsoorten spreken we eveneens van
mesomarketing (bloemen, zuivel).
Een bedrijfskolom bestaat uit bedrijven die een gelijkwaaridge functie vervullen
in het productie- of marketingproces van een bepaalde product, heet een
bedrijfstak. Binnen zo’n bedrijfstak noemen we een groep organisaties die grote
overeenkomsten vertonen op het gebied van hun productietechniek of de
producten die ze maken, een branche.
- Micromarketing: marketing bekijken vanuit de managers die in een
bedrijf marketingbeslissingen nemen. Het individuele bedrijf staat
centraal. De marketingmanagement-benadering, waarbij we problemen
analyseren en strategieën ontwikkelen om ze op te lossen vanuit de optiek
, Samenvatting consumenten gedrag
van de manager die wordt betaald om beslissingen te nemen, vormt de
kern van dit boek.
Marketingmanagement omvat de analyse, planning, implementatie en de
voortdurende evaluatie en beheersing van alle activiteiten die gericht zijn op het
afstemmen van de productie en diensten van een organisatie op de wensen en
behoeften van (potentiële) klanten.
Een marketingmanager probeert zijn bedrijf en strategie altijd door de bril van
zijn klanten te bekijken. Hij begint met een marktonderzoek om de wensen,
behoeften en verlangens van potentiële kopers in kaart te brengen. Dit stelt hem
in staat om producten en diensten te ontwikkelen die op de voorkeur van de
doelgroep inspelen. Vervolgens kan hij deze voor een aantrekkelijke prijs en via
de meest geschikte distributiekanalen aan de doelgroep aanbieden. Ten slotte
onderhoudt hij de nodige contacten met zijn klanten om na te gaan of zij
inderdaad tevreden zijn. Aan dit proces van strategieontwikkeling en
marketingmanagement ligt het marketingconcept ten grondslag.
6 Ontwikkeling van de marketinggedachte/ mindsets: De pioniers bij de
ontwikkeling van de marketinggedachte waren de fabrikanten van
consumentenproducten. Producten van industriële goederen, dienstverlening,
detaillisten en non-profitinstellingen hebben de initiatiefnemers gevolgd. Hoewel
veel bedrijven nog steeds product- of verkoop georiënteerd werken, zien steeds
meer managers het commerciële belang in van een marktgerichte instelling. Zij
denken in termen van markten en mensen, ipv hun producten als
uitgangspunten te nemen.
Een productiegericht bedrijf concentreert zich op het creëren van een zo
efficiënt mogelijk productieproces. Door te focussen op het mechaniseren en
vergroten van de productie konden ondernemers de kostprijs van het producten
sterk verlagen. De aandacht van fabrikanten verschoof echter van het
productieproces naar het product zelf. Met het productconcept als
marktbenadering werd kwaliteitsverbetering het voornaamste doel. Ondanks die
productiegerichte marktbenadering leverde de verkoop doorgaans geen
problemen op; de vraag was namelijk groter dan het aanbod.
In de meeste bedrijfstaak groeide de productiecapaciteit zo snel, dat de
schaarste aan producten verdween en een productie- of productgerichte
instelling van managers niet langer opportuun was. Ook door de gestegen
welvaart ontstond er een kopersmarkt: omdat het aanbod van producten en
diensten groter werd dan de vraag, moesten de aanbieder nu om de gunst van
de kopers concurreren. De kopers kregen daardoor een sterkere positie op de
markt dan de verkopers. Voor ondernemers was het handhaven van de afzet een
grote uitdaging. Zij begonnen agressieve verkooptechnieken te gebruiken om
hun producten aan de man te brengen.
Onder het verkoopconcept werd de visie van het management op de
bedrijfsvoering nog overheerst door een interne organisatie. De technische
kennis en vaardigheden van het bedrijf bepaalden wat er werd geproduceerd,
terwijl de directie de afzet probeerde te stimuleren met grotere
verkoopinspanningen. De wensen en behoeften van klanten hadden nauwelijks
invloed op de strategie en het productassortiment. Het doel van een
verkoopgericht bedrijf is om te verkopen wat het maakt, ipv te maken wat de