Ak - Leefomgeving stedelijke gebieden
4.1: De Randstad en de rest
De Randstad is de 4e grootste metropool van Europa. Een metropool is een stedelijk
gebied dat niet alleen de kernstad, maar ook de voorsteden en het ommeland omvat. Vervult
voor de wijde omgeving een aantal grootstedelijke functies → activiteiten in bedrijvigheid,
openbaar bestuur, kennis, cultuur en recreatie. (hoofdkantoren multinationals, rechtbanken,
universiteiten en concertgebouwen). Metropool trekt forensen, bezoekers, migranten en
investeringen.
Liggingskenmerken Randstad:
- Druk bevaren zee
- Dichtbij grote afzetmarkten
Randstad heeft 2 mainports: belangrijke knooppunten of centra voor transport, handel en
economische activiteit. → Rotterdamse haven en Schiphol
Bewijs economische betekenis mainports: Toegevoegde waarde, werkgelegenheid en de
verbinding met de rest van Europa door distributie van goederen en transfers van
passagiers.
Randstad bestaat uit 2 stedelijke netwerken die door infrastructuur en onderlinge relaties
verbonden zijn:
1. Noordvleugel: Amsterdam, Utrecht en Schiphol. Is economisch het sterkst.
Creatieve en innovatieve bedrijvigheid met hoge toegevoegde waarde.
2. Zuidvleugel: Minder sterk economisch gezien. Topsectoren zijn chemie, industrie en
logistiek genereren. Minder toegevoegde waarde en gemiddeld opleidingsniveau
lager.
Tussenin ligt het Groene Hart: Agrarisch gebied met landelijk uiterlijk.
Obstakel ontwikkeling → Verstedelijking beperkt toegestaan.
Geen ‘’ → Aantrekkelijk woon- en recreatiegebied.
Waarom internationale ondernemingen vestigen? hoogopgeleiden, goede bereikbaarheid en
technologische infrastructuur.
→ Leidt tot metropoolvorming: globalisering in stedelijke samenleving.
Stijgende huizenprijzen - bebouwing alleen nog in Almere en Haarlemmermeer, dus meer
wegen en hoogbouw
Nadelen metropoolvorming:
- Ruimtelijke verschillen nemen toe: groei Randstad ten koste van plattelandsgebieden
en steden aan ‘rand’ van NL.
- Rond Heerlen, Terneuzen, Delfzijl en Doetinchem trekken jongeren weg voor studie
en werk en komen niet meer terug. - Geboortecijfer daalt - Vergrijzing →
Bevolkingskrimp
Gevolg: leegstaande woningen, winkels en bedrijfspanden en voorzieningen sluiten
, 4.2 - Ruimtelijke ordening in Nederland
Het overheidsbeleid heeft als doel om de Randstad naar de hoogste internationale positie te
brengen, dit staat in de Structuurvisie.
Uitgangspunten toekomst NL: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig.
Het ruimtelijk beleid voor de Randstad past daarbij, en heeft als doelstellingen:
- Sterke duurzame economie, met een goede bereikbaarheid en openbaar vervoer
- Voldoende werk en welvaart om sociale en andere voorzieningen te kunnen dragen
- Veel verschillende en aantrekkelijke woonomgevingen met voldoende groen en water
om te recreëren
- Veiligheid bij klimaatverandering en overstromingen
De concurrentiekracht van de Randstad wordt niet alleen bepaald door productie en
economie, maar ook door de veilige en aantrekkelijke woonomgeving. Bovendien heeft de
Randstad, in tegenstelling tot andere stedelijke regio's in Europa, ook mooi en cultureel
interessant platteland, wat een groot voordeel is.
Ruimteproblemen zijn er in de Randstad meer dan in de rest van NL: verkeersdrukte,
verouderde bedrijventerreinen, verwaarloosde woonwijken, versnipperde natuur en te hoge
prijs van onroerend goed. De overheid bepaalt met wetten en regels hoe de ruimte gebruikt
mag worden: ruimtelijke ordening. Veel overheidsbeleid is van oudsher sectoraal beleid:
het wordt per sector vastgesteld (landbouw, woningbouw). Leidt vaak tot conflicten (natuur -
landbouw, woningbouw - havenactiviteit). Er zijn veel wetten en regels van toepassing op de
fysieke leefomgeving, wat leidt tot trage en omstreden besluiten. Om dit te verbeteren is in
2018 de Omgevingswet ingevoerd, die bestaande regelingen grotendeels vervangt.
Ruimtelijke ordening heeft 2 tegenovergestelde uitgangspunten gekend:
1. Vanaf 1960 werd in NL een spreidingsbeleid ingevoerd om sociale rechtvaardigheid
te bevorderen. Bedrijven werden met belastingvoordelen naar groeisteden buiten de
Randstad gelokt, omdat de werkgelegenheid daar achterbleef. De meeste bedrijven
bleven toch in de Randstad. Welvarende gezinnen gingen naar ruimer en groener
wonen, buiten de steden (suburbanisatie). Hierdoor dreigde platteland vol te raken.
Om dit te voorkomen werden groeikernen (dorpen of steden aan de buitenrand van
de Randstad of verder) aangewezen waar 250.000 nieuwe woningen werden
gebouwd. Dit leidde tot files en verminderde voorzieningen in de steden, omdat
mensen buiten de stad gingen wonen.
2. Vanaf 1990 werd in NL het concentratiebeleid ingevoerd, waarbij eco. efficiëntie
centraal stond. De Randstad kreeg meer aandacht en geld. Er waren nieuwe
woningen nodig vanwege het groeiende aantal huishoudens (door echtscheidingen).
Bedrijfs- en ziekenhuisterreinen werden bebouwd (het compacte stadsbeleid).
Grootschalige nieuwbouw vindt plaats op Vinex-locaties aan de rand van de stad.
Planologen dachten dat bewoners van Vinex-wijken zich meer op de kernstad zouden
richten en vaker fietsen of het ov zouden gebruiken. Maar helaas werken ze vaak in
de ene plaats, sporten ze ergens anders en shoppen in megamalls.
(netwerkstedelingen) Ze zijn afhankelijk van de auto.