100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting BMW organisme thema 5 €2,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting BMW organisme thema 5

1 beoordeling
 90 keer bekeken  1 keer verkocht

Samenvatting van kennisclips, practica, RC, HC en MTE. Voor Organisme van biomedische wetenschappen in Utrecht.

Voorbeeld 3 van de 26  pagina's

  • Onbekend
  • 29 januari 2017
  • 26
  • 2016/2017
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (86)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: marthawouda • 5 jaar geleden

avatar-seller
amberrrrr
Organisme
Thema 5


HC 14

Voeding van proefdieren

De eerste zoogdieren 200 miljoen geleden. 65 miljoen jaar geleden stierven de dino’s uit en werden
de zoogdieren pas dominant.

Voor onderzoek worden vooral veel ratten en muizen gebruikt, maar ook bijvoorbeeld vissen, vogels
en knaagdieren. Hij deed onderzoek naar magnesium absorptie in herkauwers. Het model klopte
volgens dit onderzoek.

Knager hebben normaal 2 snijtanden is de bovenkaak. Een konijn heeft nog een paar kleine extra
tandjes. Ook verschil in glazuur. Daarom zijn konijnen geen knagers.

Knagers en evenhoevigen  plantaardig voedsel.

Planteneters:

 Hindgut fermentatie cavia, hamster, konijn en paard
 Forgut fermentatie  schapen

Tarwe bevat zetmeel (niet structurele koolhydraten) in korrels en structurele koolhydraten (zoals
cellulose) in blaadjes.

Zetmeel en cellulose zijn beide zuivere polymeren van glucose. Het verschil ligt bij de oriëntatie van
de bindingen die bij cellulose deels gedraaid zijn (bèta glycoside bindingen). Bij zetmeel 1 kant op
(alfa).

 Alfa wordt afgebroken door enzymen van het dier zelf.
 Bèta wordt afgebroken dor bacteriën. MO: bacteria, archea, protozoa en fungi  zorgen dat
enzymen worden uitgescheiden om de beta afbreken.

Polymeren worden afgebroken tot glucose. Vervolgens pyrovaat en dan acetaat, propionzuur en
boterzuur (vluchtige vetzuren). Er kan van glucose geen ATP worden gemaakt, omdat er geen
zuurstof is (partiele oxidatie). Vluchtige vetzuren kunnen geoxideerd worden voor energie of
vetzuren.

Herkauwer hebben vezel/structurele koolhydraten nodig om de pens (voormaag) goed samen te
laten trekken.

Tijdens de fermentatie worden B-vitamines gemaakt (foregut en hindgut). Vitaminde B12 (met
cobalt) is een uitzondering. Cobalt in voeding leidt tot maken van B12. Hindgut scheiden feces af die
B-vitamines bevatten, daarom eten deze hun eigen poep op.

Vitamine C  meestal zelf maken  cavia (en primaten) kan geen glucose omzetten naar
ascorbinezuur en er moet dus altijd vit C in eten zitten.

Voer

Water kan variëren, dus stoffen in voer vergelijken op gedroogde basis.

,  Plantaardig  veel koolhydraten
 Dierlijk  met uitzondering van melk weinig koolhydraten en veel eiwitten en vetten

Verschillende dieren:

 Hond kan zetmeel afbreken.
 Carnivoren: geen fermentatie  B-vitamines via voeding.
 Omnivoren: beide




Standaard laboratorium voer verschilt erg tussen verschillende. Iso-caloric voeren  krijgen
evenveel calorieën. Verschillen in voeding leiden tot andere resultaten.

HC 15

Dieet en anatomie

Vertering van cellulose door herbivoren door symbiotische microben, die deze koolhydraten kunnen
fermenteren tot energierijke bijproducten, zoals vetzuren, die herbivoren gebruiken als primaire
energiebron.

Vleeseters en planteneters:

 Vleeseters  vlees is makkelijk verteerbaar en heeft hoge nutritionele kwaliteit
 Planteneters  planten hebben veel celstof, dat moet worden verteerd door fermentatie.
Voor fermentatie is het digestiestelsel aangepast. Planten zijn laag en variabel in nutritionele
kwaliteit.

Grassen en bladeren:

 Grassen
o Dikkere celwand van langzaam verteerbare plantenvezels.
o Secundaire stoffen die invloed hebben op vertering
 Bladeren
o Dunnere celwand en meer cellen met verteerbare stoffen (bv. suikers, eiwitten en
lipiden)
o Onverteerbare vezels zoals houtstof (lignine)

, ee groepen zijn herbivoren:

 Browser  zoekt plantaardig voedsel hoog in
energiewaarde. Bv. konijn
o Vers voedsel met veel energie
o Hoog basaal metabolisme  veel energie
nodig, omdat inhoud in verhouding kleiner is
dan oppervlakte.
 Grazer  ongeveer alles (vaak gras). Bv. paard
o Meer voedselopname mogelijk om energie te
krijgen, omdat de inhoud in verhouding groter
is dan het oppervlak.

Strategieën voor fermentatie van cellulose:

 Foregut  alle herkauwers hebben een zak (rumen/reticulum) voor de ware maag
(abomasum) waarin de meeste fermentatie van cellulose plaatsvindt.
 Hindgut  andere herbivoren zijn afhankelijk van vergrote cecum en delen van dikke darm
waar aanvullende microbiële fermentatie plaatsvindt.

Het dieet van browsers en grazers verschilt in samenstelling en dat is terug te zien in de anatomie
van het digestiestelsel. Grazers hebben dan ook een relatief grote voormaag, omdat het grootste
deel van grascellen uit cellulose bestaat, er is door de grotere voormaag dus meer tijd voor
fermentatie van cellulose en zo kunnen grazers meer energie winnen per voedseleenheid.

Gecorrigeerd voor het lichaamsgewicht blijken browsers tot wel 100% meer leverweefsel te hebben,
waarschijnlijk omdat allelochemicals aanwezig in bladeren gedetoxificeerd worden in de lever.

Verschil in snuit tanden:

 Grazer 
o Tanden: hypsodont  hoge kronen en korte wortels. Onder snijtanden.
o Brede snuit met grote wijdte wat zorgt voor het maximaliseren van de hapgrootte.
 Browser 
o Tanden: brachydont  kortere kronen en langere wortels. De onder snijtanden
staan meer rechtop (cupped) en de centrale snijtanden zijn breder dan de laterale.
De smallere wijdte van de snijtanden zorgen voor het gemakkelijker selecteren van
specifieke plantendelen met minder celwand.
o Smallere snuit en relatief grote mondopening dat het zijwaarts strippen van bladeren
toestaat
o Soms ook een langere tong en prehensile lippen

Ontwikkeling en bouw stomodeum en pharynx

Ontstaan mondholte

Ontstaat door craniocaudale kromming. Er ontstaat een ectodermale plooi (= stomodeum). Die gaat
de mondholte (ectoderm) vormen. Deze grenst aan de voordarm. Uit het eerste stuk van de oerdarm
vormt de keelholte (endodermaal). Tussen keelholte en mondholte zit het oropharyngeale
membraan. Deze gaat later verdwijnen. Grens wordt aangegeven door arcus palatoglossus.

Zo’n zelfde membraan caudaal en daar het proctodeum. Er is ook een plooi als scheiding tussen
endoderm en ectoderm aanwezig.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper amberrrrr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56880 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  1x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd